4.3.2Bewezenverklaring van parketnummer 16/320741-20 feit 1 subsidiair, feit 2 en van parketnummer 16/313455-21
Parketnummer 16/320741-20 feit 1 subsidiair
Uit het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] van 19 december 2020 blijkt het volgende:
Mijn vader gaf mij twee krachtige stoten met zijn vuist op mijn rechter oog. Toen viel ik op de grond. En toen schopte mijn vader mij tegen mijn rechter been en daarna ging hij op mijn hoofd staan. Dat deed mijn vader met zijn voet. Ik stapte een auto in en vervolgens kwam mijn vader achter mij aan om mij uit de auto te trekken. Hij greep mijn haar door het open autoraam, mijn vader deed vervolgens het portier van de auto open en trok mij aan mijn haren de auto uit. Ik viel toen op de grond en zag dat mijn vader mij wilde trappen. Mijn vader trok mij aan mijn haren richting huis, hij zei: ga voor mij lopen.
Ik weet dat ik opeens in de ambulance lag en dat ik de volgende dag last van mijn hele lichaam had. Toen ik in het ziekenhuis kwam merkte ik dat ik een bloedneus had. Vandaag had ik wederom uit het niets een bloedneus.
Ik heb op dit moment veel last van mijn hoofd, op de plek waar mijn vader ging staan.
Ik heb last met kijken. Ik kreeg ook opeens een
bloedneus. Ik ben ook op mijn neus geslagen. Verder heb ik nog last van mijn arm en
mijn been. Daar kan ik wat moeilijk op lopen.
Uit het proces-verbaal van bevindingen van 18 december 2020 blijkt het volgende:
Op, vrijdag 18 december 2020, omstreeks 02:05 uur, hoorde ik, verbalisant [verbalisant 1] , van het
operationeel centrum (OC) dat er een vrouw aan haar haren, uit een personenauto werd meegetrokken en dat de vrouw om hulp zou roepen. Omstreeks 02:10 uur, kwamen wij, verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , ter plaatse. Wij zijn vervolgens naar de vrouw gegaan die verder op, op de stoep zat. Toen ik, verbalisant [verbalisant 1] , dichter bij het slachtoffer kwam zag ik dat het [slachtoffer] was. Ik, verbalisant [verbalisant 1] , ben vervolgens met [slachtoffer] in gesprek gegaan. Ik merkte dat het gesprek moeilijk ging. Ik merkte dat dit kwam doordat [slachtoffer] emotioneel was en zo nu en dan haar bewustzijn verloor.
Ik hoorde [slachtoffer] aan mij vertellen dat:
- haar vader [verdachte] haar had meegetrokken aan haar haren,
- haar vader [verdachte] haar heeft geslagen,
- haar vader [verdachte] haar op de grond heeft gegooid,
- haar vader [verdachte] vervolgens op haar hoofd heeft getrapt,
- zij hierdoor veel pijn had aan haar rechteroog,
- zij last had van haar linker arm,
- zij haar vingers niet kon bewegen,
- geen bewegingen kon maken met haar arm.
Ik, verbalisant [verbalisant 1] , zag bij [slachtoffer] dat zij:
- op haar beide handen bloedspetters had zitten,
- haar linkerarm ondersteunde met haar rechterarm,
- haar linkerarm niet kon bewegen,
- de vingers van haar linkerhand niet kon bewegen,
- boven haar rechteroog een blauwe plek had zitten,
- dat deze blauwe plek steeds dikker werd,
- dat haar onderlip was opengescheurd en dat dit bloedde.
Uit het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] van 18 december 2020 blijkt het volgende:
Vandaag, vrijdag 18 december 2020, omstreeks 02:02 uur, reed ik met mijn
personenauto op de Ringweg Koppel te Amersfoort. Vlak voor de kruising met de Kwekersweg, zag ik dat een dame in de richting van mijn auto rende.
Ik had het vermoeden dat zij in paniek was. Ik zag namelijk dat zij haar armen omhooghield en wild zwaaide met haar armen handen, in mijn richting. Ik hoorde en zag haar ook schreeuwen. Ik stopte met mijn auto ter hoogte van deze dame. Ik zag dat de dame mijn bijrijdersportier opende en vervolgens direct in mijn auto stapte, op de bijrijderszitting.
Terwijl zij dit deed, hoorde en zag ik haar roepen: 'Hij wil mij dood maken, rijd
door, rijd door!' Ik zag een man aan komen rennen.
Ik zag vervolgens dat de man de dame vastpakte aan haar haren en dat hij haar door portierraam naar buiten trok. Op het moment dat de man de dame naar buiten had getrokken, zag ik dat hij haar in elkaar sloeg. Ik zag dat de dame op dat moment op de grond lag. Ik zag dat de man, de dame een aantal keer hard met zijn vuisten in haar gezicht en op haar armen sloeg. Ik zag vervolgens dat de man, de dame ook een aantal keer hard schopte in haar buik. Ik zag vervolgens dat de man die de dame nog steeds bij haar haar vasthad haar mee trok in de richting van de Balladelaan. Ik zag dat de man haar hierbij eerst een stuk, vasthoudend aan haar haar, meetrok en dat hij haar nog een aantal keer in haar
gezicht stompte en dat hij haar vervolgens losliet. Ik zag dat de dame vervolgens voor de man uitliep en dat hij haar als het ware voor zich uit schopte. Ik zag namelijk dat hij haar een aantal keer een schop tegen haar kont en de achterzijde van haar benen gaf. Ik zag op dat moment dat de man de dame nog steeds af en toe een schop tegen haar kont en haar benen aan de achterzijde gaf. Ook zag ik dat hij haar af en toe een duw en een stomp tegen haar rug gaf.
Uit de verklaring van verdachte ter terechtzitting op 6 december 2021 blijkt het volgende:
Ik heb op 18 december 2020 mijn dochter [slachtoffer] aan haar haren getrokken. Ik was heel erg boos.
De betrouwbaarheid van de getuige [getuige]
De door de politie gehoorde getuige [getuige] is geen familie of bekende van het slachtoffer en verdachte en kan als een objectieve getuige worden beschouwd. De getuige heeft geen belang bij het afleggen van een onware verklaring. Gelet daarop acht de rechtbank, anders dan de raadsvrouw, de verklaring van de heer [getuige] betrouwbaar.
Opzet op zwaar lichamelijk letsel
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte heeft geprobeerd om het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. Uit de verklaringen van het slachtoffer en getuige [getuige] blijkt dat verdachte heel erg boos was en een veelheid aan geweldshandelingen jegens het slachtoffer heeft gepleegd, waarbij hij haar onder meer diverse malen heeft geschopt en geslagen. Blijkens de verklaring van het slachtoffer heeft hij haar ook tegen haar hoofd geschopt, terwijl zij op de grond lag. Het is een feit van algemene bekendheid dat het hoofd een zeer kwetsbaar deel van het menselijk lichaam is en dat één harde klap of trap al tot ernstig letsel kan leiden. Gelet op de staat van razernij waarin verdachte verkeerde toen hij tegen het hoofd van zijn dochter trapte en gelet op het feit dat zijn dochter, blijkens de verklaring van de verbalisant die haar aantrof, kort na het incident meermalen haar bewustzijn verloor, stelt de rechtbank vast dat er bij de trap tegen het hoofd een aanmerkelijke kans was dat het slachtoffer hierdoor zwaar lichamelijk letsel zou oplopen. Het schoppen tegen het hoofd van het slachtoffer is naar de uiterlijke verschijningsvorm zozeer gericht op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel dat het niet anders kan zijn dan dat de verdachte de aanmerkelijke kans op dit gevolg bewust heeft aanvaard.
Parketnummer 16/320741-20 feit 2
Omdat verdachte bij de politie en ter terechtzitting heeft bekend dat hij dit feit heeft gepleegd en de raadsvrouw geen vrijspraak heeft bepleit, zal de rechtbank voor dit feit niet opschrijven wat er in de bewijsmiddelen staat, maar enkel opsommen welke bewijsmiddelen zij voor de bewezenverklaring gebruikt. De rechtbank verwijst met voetnoten naar de plaats waar de bewijsmiddelen in het dossier te vinden zijn.
- de bekennende verklaring van verdachte op de zitting van 6 december 2021;
- de aangifte van [slachtoffer] van 19 december 2020.
Parketnummer 16/313455-21
Omdat verdachte bij de politie en ter terechtzitting heeft bekend dat hij dit feit heeft gepleegd en de raadsvrouw geen vrijspraak heeft bepleit, zal de rechtbank voor dit feit niet opschrijven wat er in de bewijsmiddelen staat, maar enkel opsommen welke bewijsmiddelen zij voor de bewezenverklaring gebruikt. De rechtbank verwijst met voetnoten naar de plaats waar de bewijsmiddelen in het dossier te vinden zijn.
- de bekennende verklaring van verdachte op de zitting van 6 december 2021;
- de aangifte van [verbalisant 3] namens Dienst Vervoer & Ondersteuning van 8 juni 2021.