ECLI:NL:RBMNE:2021:694

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
24 februari 2021
Publicatiedatum
24 februari 2021
Zaaknummer
16.050379-20 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor aanranding, wederrechtelijke vrijheidsberoving en onttrekking aan het wettelijk gezag

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 24 februari 2021, is verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten van aanranding, wederrechtelijke vrijheidsberoving en onttrekking aan het wettelijk gezag. De zaak kwam aan de orde na een terechtzitting op 10 februari 2021, waar de officier van justitie, mr. M. Kamper, en de raadsman van verdachte, mr. T.J. Roest Crollius, hun standpunten naar voren brachten. De tenlastelegging betrof onder andere het betasten van een minderjarige, [aangeefster], en het onttrekken van haar aan het wettelijk gezag. De rechtbank oordeelde dat het bewijs voor de feiten onvoldoende was, aangezien het belastende bewijs afkomstig was van slechts één bron, wat niet voldeed aan de wettelijke bewijsminimum. De rechtbank concludeerde dat er geen (voorwaardelijk) opzet was van de verdachte op het onttrekken van de minderjarige aan het gezag. Daarom werd verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten en werd het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16.050379-20 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 24 februari 2021
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1999] te [geboorteplaats] (Afghanistan),
wonende aan de [adres] te [woonplaats] ,
hierna te noemen: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 10 februari 2021.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. M. Kamper en van hetgeen de raadsman van verdachte, mr. T.J. Roest Crollius, advocaat te Woerden, naar voren heeft gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
1
primair:
op 24 februari 2020 in Urk, Amsterdam en/of een andere plaats [aangeefster] heeft aangerand door met zijn hand (over haar kleding) haar geslachtsdeel te betasten en/of over haar geslachtsdeel te wrijven;
subsidiair:
op 24 februari 2020 in Urk en/of een andere plaats buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd met [aangeefster] , die op dat moment de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, door het betasten van en/of wrijven over haar met kleding bedekte geslachtsdeel;
2
op 24 februari 2020 in Urk, Amsterdam en/of een andere plaats [aangeefster] van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd heeft gehouden door haar in een auto mee te nemen, de auto op slot te doen en weg te rijden;
3
op 24 februari 2020 in Urk en/of een andere plaats de minderjarige [aangeefster] heeft onttrokken aan het wettig over haar gesteld gezag.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.VRIJSPRAAK

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte vrij te spreken van het onder 1 primair ten laste gelegde. De officier van justitie acht het onder 1 subsidiair, 2 en 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van de onder 1 primair en subsidiair, 2 en 3 ten laste gelegde feiten.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van de hem onder 1 primair en subsidiair, 2 en 3 ten laste gelegde feiten om reden dat naar het oordeel van de rechtbank deze feiten niet wettig en overtuigend zijn bewezen. Voor de feiten 1 en 2 geldt dat het belastende bewijs afkomstig is van één bron en dat is volgens de wettelijke regels omtrent het bewijsminimum onvoldoende. Ten aanzien van feit 3 overweegt de rechtbank dat niet is gebleken dat verdachte (voorwaardelijk) opzet heeft gehad op het onttrekken van de minderjarige aan het gezag.

5.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 1 primair en subsidiair, 2 en 3 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- heft op het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.L. Gerrits, voorzitter, mrs. H.J. Bos en N. van Esch, rechters, in tegenwoordigheid van mr. F.R. Horst, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 24 februari 2021.
De voorzitter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat hij:
1
op één of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 24 februari 2020 te Urk en/of één of meer andere plaats(en) in het arrondissement Midden-Nederland en/of Amsterdam, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten door, terwijl hij, verdachte, zich als bestuurder en [aangeefster] zich als bijrijder in een rijdende auto bevonden meerdere malen, althans éénmaal, met zijn hand het met kleding bedekte geslachtsdeel van die [aangeefster] te betasten en/of over het met kleding bedekte geslachtsdeel van die [aangeefster] te wrijven, [aangeefster] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het betasten van en/of wrijven over haar met kleding bedekte geslachtsdeel;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
op of omstreeks 24 februari 2020 te Urk en/of één of meer andere plaats(en) in het arrondissement Midden-Nederland , met [aangeefster] , geboren op [2007] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het betasten van en/of wrijven over haar met kleding bedekte geslachtsdeel;
2
op of omstreeks 24 februari 2020 te Urk en/of op één of meer andere plaats(en) in het arrondissement Midden-Nederland en/of Amsterdam, opzettelijk [aangeefster] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, door
- die [aangeefster] hardhandig op de bijrijdersstoel van een auto (met kenteken [kenteken] ) te drukken en/of te duwen door met kracht tegen haar schouder, althans haar lichaam te duwen en/of (vervolgens) nadat die [aangeefster] op de bijrijdersstoel zat het bijrijdersportier dicht te doen en/of (vervolgens) (direct) die auto (met een afstandsbedieningsleutel) op slot te doen en/of
- (vervolgens) als bestuurder met voornoemde auto weg te rijden in/met een voor die [aangeefster] onbekende richting/bestemming en/of (daarbij) de autoportieren op slot te hebben gehouden/gedaan en/of
- (vervolgens) met voornoemde auto met daarin die [aangeefster] te rijden van Urk naar Vianen;
3
op of omstreeks 24 februari 2020 te Urk en/of één of meer andere plaats(en) in het arrondissement Midden-Nederland, opzettelijk een minderjarige, [aangeefster] , geboren op [2007] , heeft onttrokken aan het wettig over haar gesteld gezag en/of aan het opzicht van degene die dit desbevoegd over haar uitoefende.