ECLI:NL:RBMNE:2021:6940

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
2 november 2021
Publicatiedatum
15 februari 2023
Zaaknummer
16/168229-21
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oplichting en computervredebreuk door phishing en diefstal van bankgegevens

Op 2 november 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die in de periode van 10 februari 2021 tot en met 16 augustus 2021 te Amersfoort meerdere strafbare feiten heeft gepleegd. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan oplichting, computervredebreuk, diefstal en witwassen. Hij heeft gebruik gemaakt van phishingtechnieken om bankgegevens van slachtoffers te verkrijgen door zich voor te doen als een betrouwbare koper of verkoper op platforms zoals Marktplaats en Facebook. Door middel van valse betaalverzoeken heeft hij slachtoffers bewogen hun inloggegevens in te voeren op een nepwebsite. Hierdoor heeft hij toegang gekregen tot hun bankrekeningen en aanzienlijke bedragen van hen gestolen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, ondanks eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten, zijn gedrag niet heeft veranderd en heeft besloten tot een combinatie van jeugddetentie en een gedragsbeïnvloedende maatregel op te leggen. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de psychologische toestand van de verdachte, die lijdt aan een normoverschrijdende gedragsstoornis en een stoornis in cannabisgebruik. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot 187 dagen jeugddetentie, waarvan 90 dagen voorwaardelijk, en heeft hem verplicht tot deelname aan een gedragsbeïnvloedende maatregel voor de duur van 12 maanden.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/168229-21 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 2 november 2021
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 2005 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [woonplaats] ,
thans verblijvende in [locatie] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 19 oktober 2021.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. N. Schapendonk en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. J.J.J.L. Maalsté, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:
in de periode van 10 februari 2021 tot en met 16 augustus 2021 te Amersfoort samen met een of meer anderen rekeninghouders van de ING- en SNS-Bank , onder wie [benadeelde 1] , [benadeelde 2] , [benadeelde 3] , [benadeelde 4] , [benadeelde 5] en [benadeelde 6] , heeft opgelicht;
feit 2:
in de periode van 10 februari 2021 tot en met 16 augustus 2021 te Amersfoort samen met een of meer anderen computervredebreuk heeft gepleegd;
feit 3:
in de periode van 10 februari 2021 tot en met 16 augustus 2021 te Amersfoort samen met een of meer anderen geldbedragen heeft gestolen door middel van een valse sleutel;
feit 4:
in de periode van 10 februari 2021 tot en met 16 augustus 2021 te Amersfoort geldbedragen heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad terwijl hij wist dat die geldbedragen afkomstig waren uit een eigen misdrijf;
feit 5:
in de periode van 10 februari 2021 tot en met 10 juli 2021 te Amersfoort samen met een of meer anderen een alarmpistool en 7 knalpatronen voorhanden heeft gehad.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van het onder feit 1 tenlastegelegde en acht het onder feit 2 tot en met feit 5 tenlastegelegde wettig en overtuigend te bewijzen. De onder 1 tenlastegelegde oplichting kan niet worden bewezen, nu de rekeninghouders niet actief iets hebben afgegeven.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder feit 1 en feit 4 tenlastegelegde.
Ten aanzien van feit 4 heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte die geldbedragen slechts – zoals onder feit 3 ten laste is gelegd – heeft gestolen.
De raadsman refereert zich aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van het onder feit 2, feit 3 en feit 5 tenlastegelegde.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Indien hoger beroep wordt ingesteld zullen de bewijsmiddelen worden uitgewerkt en opgenomen in een bijlage die aan dit vonnis zal worden gehecht.
Bewijsoverweging feit 1
De rechtbank overweegt dat verdachte de onder feit 1 genoemde rekeninghouders hun (inlog)gegevens voor internetbankieren ter beschikking heeft laten stellen op de wijze die volgt uit de bewijsmiddelen.
Verdachte heeft hen tot het ter beschikking stellen van die gegevens bewogen door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid, en door listige kunstgrepen. De rechtbank volgt de officier van justitie niet in haar standpunt dat geen sprake kan zijn van oplichting, omdat geen sprake is geweest van actieve handelingen van de rekeninghouders. Voor zover de officier van justitie daarmee heeft bedoeld dat de rekeninghouders zich er mogelijk niet van bewust waren dat zij met het invullen van hun inloggegevens, gegevens ter beschikking stelden, doet dit naar het oordeel van de rechtbank niet af aan het feit dat zij door in te loggen op een neppe site die gegevens wel ter beschikking hebben gesteld en dat zij daartoe door verdachte door middel van oplichtingshandelingen zijn bewogen. De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 1 tenlastegelegde heeft gepleegd.
Bewijsoverweging feit 4
Het verweer van de raadsman, inhoudende dat verdachte niet heeft witgewassen, wordt weerlegd door de bewijsmiddelen.
Partiële vrijspraak medeplegen
De rechtbank overweegt dat ten aanzien van het onder feit 1 tot en met feit 3 tenlastegelegde onvoldoende is gebleken dat er sprake is geweest van medeplegen. Hoewel het dossier aanwijzingen bevat dat verdachte neppe betaalverzoeken heeft gemaakt voor en verstuurd aan medeverdachte Milad Babak, staat naar het oordeel van de rechtbank daarmee nog onvoldoende vast dat sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking ten aanzien van hetgeen ten laste is gelegd. Immers, niet is komen vast te staan dat in die gevallen de met naam genoemde rekeninghouders slachtoffer zijn geweest. Verder bevat het dossier wat het onder feit 5 tenlastegelegde wapenbezit betreft, geen aanwijzingen dat sprake was van medeplegen. De rechtbank spreekt verdachte dan ook vrij van het onder feit 1 tot en met feit 3 en feit 5 tenlastegelegde medeplegen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1:
op tijdstippen in de periode van 10 februari 2021 tot en met 16 augustus 2021 te Amersfoort, meermalen, telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen,
- telkens rekeninghouders van de ING- Bank en de SNS-Bank , onder wie
1. [benadeelde 1] ,
2. [benadeelde 2] ,
3. [benadeelde 3]
4. [benadeelde 4]
5. [benadeelde 5]
6. [benadeelde 6]
heeft bewogen tot het ter beschikking stellen van gegevens, heeft verdachte telkens met het vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk:
- zich op Marktplaats op Facebook voorgedaan als bonafide koper, door interesse te tonen in (een) aangeboden goed(eren), en
- vervolgens aan die verkoper(s) ter verificatie van haar/zijn/hun rekeningnummer een betaalverzoek (via een (hyper)link naar een (phishing)website) te sturen voor een bedrag van € 0,01, en
- aan die verkoper te vragen om op die link van het betaalverzoek (zijnde een (hyper)link naar website) te klikken en/of deze (hyper)link te openen om verder te gaan, en
- op een (phishing)website te laten inloggen met de (inlog)gegevens(s) voor internetbankieren van de desbetreffende bank (waaronder gebruikersnaam en/of wachtwoord), of
- zich voor te doen als bonafide verkoper(s) op Marktplaats (op Facebook) door een of meer goederen aan te bieden, en
- aan die potentiële koper(s) een betaalverzoek - via een (hyper)link naar een (phishing)website - te sturen voor een afgesproken bedrag en/of 0,01 euro, en
- aan deze koper te vragen om op een (hyper)link (naar vorenbedoelde website) te klikken en/of deze (hyper)link te openen om verder te gaan, en/
- op een (phishing)website te laten inloggen met de (inlog)gegevens(s) voor internetbankieren van de desbetreffende bank (waaronder gebruikersnaam en/of wachtwoord),
waardoor die rekeninghouders telkens werden bewogen tot bovenomschreven afgiften;
feit 2:
op tijdstippen in de periode van 10 februari 2021 tot en met 16 augustus 2021 te Amersfoort, meermalen, telkens opzettelijk en wederrechtelijk door tussenkomst van een openbaar telecommunicatienetwerk, in geautomatiseerde werken en/of in een gedeelte van een geautomatiseerd werk, is binnengedrongen, te weten telkens:
- in systemen en (web)server(s) van de ING- Bank en de SNS-Bank en/of een of meer andere banken,
- in meerdere (betaal-/bank-/rekening) omgevingen van de ING Bank N.V. (te weten: Mijn ING en/of ING Mobiel Bankieren App) en van de SNS Bank N.V (te weten: Mijn SNS en/of SNS Mobiel Bankieren App), waaronder de bancaire omgeving van:
1. [benadeelde 1] ,
2. [benadeelde 2] ,
3. [benadeelde 3] ,
4. [benadeelde 4] ,
5. [benadeelde 5] ,
6. [benadeelde 6] ,
waarbij hij, verdachte telkens toegang tot die werken heeft verworven door het doorbreken van een beveiliging en door een technische ingreep en met hulp van een valse sleutel en door het aannemen van een valse hoedanigheid, immers heeft verdachte telkens zonder daartoe gerechtigd te zijn en door zich voor te doen als de gerechtigde gebruiker en rekeninghouder, telkens meermalen:
- met wederrechtelijk verkregen gegevens (waaronder inloggegeven(s)) ingelogd op een of meerdere (web)server(s) van de ING Bank en SNS-Bank en
- met wederrechtelijk verkregen gegevens (waaronder inloggegeven(s)) een of meerdere ING mobiel Bankieren App(s) en/of een of meerdere SNS Mobiel Bankieren App(s) gekoppeld aan het internetbankieren account ( Mijn ING en/of Mijn SNS ) van vorenbedoelde bankrekeningen en
- met wederrechtelijk verkregen gegeven(s) ingelogd op voornoemde (betaal-/bankrekening) omgeving(en) behorende bij een rekening van de ING- Bank en SNS-Bank en/of vervolgens een of meer gegevens gewijzigd en/of (een) mobiele betaalpas(sen) aangemaakt en/of een ander telefoonnummer aan die rekening gekoppeld en/of "Apple Pay" geactiveerd en/of "contactloos betalen" geactiveerd en/of vervangende bankpassen aangevraagd;
feit 3:
op tijdstippen in de periode van 10 februari 2021 tot en met 16 augustus 2021, te Amersfoort, meermalen, telkens meer geldbedragen, die aan rekeninghouders van de ING Bank en de SNS Bank , onder andere aan:
1. [benadeelde 1] (319,95 euro),
2. [benadeelde 2] (169,37 euro),
3. [benadeelde 3] (133,49 euro),
4. [benadeelde 4] (202,35 euro),
5. [benadeelde 5] (154,12 euro),
6. [benadeelde 6] (203,48 euro),
en andere rekeninghouders toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door zonder daartoe gerechtigd te zijn via (een) mobiele betaalpas(sen) en/of Apple Pay en/of contactloos te betalen ten nadele van de rekening van onder meer bovengenoemde personen;
feit 4:
op tijdstippen in de periode van 10 februari 2021 tot en met 16 augustus 2021 te Amersfoort, telkens geldbedragen en goederen, heeft verworven en voorhanden heeft gehad terwijl hij, verdachte, wist dat dat voorwerp onmiddellijk afkomstig was uit enig eigen misdrijf;
feit 5:
op tijdstippen in de periode van 15 mei 2021 tot en met 10 juli 2021 te Amersfoort,
- een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een alarmpistool, Zoraki 971, kaliber 7.65, zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool en
- munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 7, (knal)patronen van het kaliber 7.65 voorhanden heeft gehad.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1: oplichting, meermalen gepleegd;
feit 2: computervredebreuk, meermalen gepleegd;
feit 3 en feit 4: eendaadse samenloop van diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd,
en
witwassen;
feit 5: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een gedragsbeïnvloedende maatregel (hierna: GBM) voor de duur van 12 maanden subsidiair 6 maanden vervangende jeugddetentie met daaraan gekoppeld de voorwaarden zoals geadviseerd door de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad);
- een jeugddetentie van 187 dagen, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 90 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met als bijzondere voorwaarden Toezicht & Begeleiding van Samen Veilig Midden-Nederland (hierna: SAVE), de plicht om mee te werken aan ambulante behandeling en de plicht om zich in te zetten voor het vinden en behouden van een zinvolle dagbesteding.
De officier van justitie heeft voorts gevorderd de te stellen de maatregel dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging refereert zich aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van de GBM. Verder verzoekt de verdediging de rechtbank rekening te houden met artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht, waardoor verdachte als first offender moet worden beschouwd en de verminderde toerekenbaarheid. Om die reden ziet de verdediging geen ruimte voor een aanvullende (voorwaardelijke) straf, hooguit voor een aanvullende voorwaardelijke werkstraf.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf en maatregel heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich gedurende een periode van ongeveer zes maanden schuldig gemaakt aan het plegen van oplichting, computervredebreuk, diefstal en witwassen. Hij heeft hierbij misbruik gemaakt van het vertrouwen dat ten grondslag ligt aan het online verhandelen van goederen. Hij ontwikkelde een verdienmodel waarbij hij met nep-profielen kopers en verkopers op (onder meer) Facebook benaderde, goederen aanbood of interesse toonde in aangeboden goederen en kopers respectievelijk verkopers vervolgens vroeg om een (klein) bedrag over te maken, ingeval van de verkopers naar eigen zeggen om te voorkomen dat hij opgelicht zou worden. Nadat slachtoffers op de betaallink hadden geklikt en hun (inlog)gegevens hadden ingevuld op de phishing-website verbrak hij het contact. Doordat verdachte nu beschikte over de inloggegevens van de slachtoffers, had hij toegang tot de bankomgeving van de slachtoffers. Hij wijzigde de instellingen waardoor hij met zijn eigen smartphone vanaf de rekening van de slachtoffers betalingen kon uitvoeren en geld kon opnemen.
De slachtoffers die zijn opgenomen in de tenlastelegging, heeft verdachte met deze handelwijze meer dan € 1.100,- afhandig heeft gemaakt. Uit het dossier blijkt echter dat verdachte veel meer heeft met deze handelswijze schade toegebracht aan zeker zes slachtoffers, waarbij hij hen meer dan € 1.100,- afhandig heeft gemaakt. Verdachte heeft geen enkel respect getoond voor de eigendom en privacy van anderen en heeft zijn eigen geldelijk gewin en behoefte aan een kick vooropgesteld. Voorts weegt de rechtbank mee dat verdachte het vertrouwen, dat het publiek noodzakelijkerwijs in het digitale economische en bancaire verkeer stelt, ernstig heeft beschadigd. Niet alleen bij de slachtoffers, maar ook in bredere zin zal het vertrouwen in de veiligheid van online handel en betaling zijn afgenomen door toedoen van verdachte.
De rechtbank neemt het verdachte in het bijzonder kwalijk dat hij de oplichtingspraktijken heeft voortgezet nadat hij al was aangehouden voor diezelfde activiteiten. Daarna liep hij in een streng schorsingstoezicht, maar dat heeft verdachte er helaas niet van weerhouden door te gaan. Dat betekent dat op dit moment nog strenger ingrijpen nodig is.
Ten slotte heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een alarmpistool en knalpatronen. Het voorhanden hebben hiervan veroorzaakt gevoelens van onveiligheid in de samenleving nu hiermee de veiligheid van personen in gevaar kan worden gebracht, aangezien deze ingezet kunnen worden om strafbare feiten te plegen en ze niet of nauwelijks van echte vuurwapens te onderscheiden zijn. De rechtbank is van oordeel dat dit het risico op een geweldsdelict verhoogt en dat daarom moet worden opgetreden tegen het voorhanden hebben van dergelijke wapens.
Persoon van verdachte
Uit een de verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 14 september 2021 volgt dat verdachte op 16 februari 2021 is veroordeeld voor soortgelijke feiten tot een deels voorwaardelijke werkstraf. Gelet op de toepassing van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht weegt de rechtbank dit niet in strafverzwarende zin mee, wat niet wegneemt dat de rechtbank het verdachte aanrekent dat deze straf en de daaraan gekoppelde proeftijd hem er niet van hebben weerhouden zich wederom schuldig te maken aan strafbare feiten.
De rechtbank heeft kennisgenomen van een psychologisch Pro Justitia onderzoek van 28 september 2021, opgemaakt door drs. P.R. Bhagwandin, GZ-psycholoog. Hieruit volgt dat bij verdachte sprake is van een normoverschrijdende gedragsstoornis en een stoornis in cannabisgebruik, die ten tijde van het tenlastegelegde aanwezig waren. Er is sprake van een forse ontwikkelingsachterstand in zowel sociaal-emotioneel opzicht als op het gebied van de gewetensontwikkeling. Doordat hij doorvoelde empathie ontbeert, heeft hij geen bezwaren ervaren die hem konden weerhouden van zijn delictgedrag en heeft hij zich laten leiden door spanningsbehoefte (
thrill-seeking:verdachte heeft ter terechtzitting ook aangegeven dat hij een kick kreeg van het phishen) en mogelijk winstbejag als motief. Er wordt geadviseerd het tenlastegelegde verminderd toe te rekenen en het recidiverisico wordt vanwege voornoemde factoren als hoog ingeschat. Daarnaast is het ontbreken van sturing, toezicht en controle vanuit de thuissituatie een complicerende factor. Zijn eerdere veroordeling, de consequenties daarvan en de opgelegde begeleiding hebben hem er niet van weerhouden om wederom strafbare feiten te plegen. Daarnaast is een enkele jeugdreclasseringsmaatregel onvoldoende gebleken aangezien verdachte binnen zijn proeftijd en zijn schorsing heeft gerecidiveerd. Daarom zou een voorwaardelijke jeugddetentie met bijzondere voorwaarden het recidiverisico niet verlagen. De psycholoog adviseert daarom een GBM op te leggen voor de duur van 12 maanden. Daarmee kan direct gereageerd worden op overtreding van voorwaarden en er wordt verwacht dat verdachte binnen dit kader wel gemotiveerd kan worden.
Verder heeft de rechtbank kennisgenomen van een advies van de Raad voor de Kinderbescherming van 18 oktober 2021, opgemaakt door P.C. Vos, kernfunctionaris en een advies van SAVE van 19 oktober 2021, opgemaakt door A. Majdoub, jeugdreclasseringswerker. Uit deze adviezen volgt dat de Raad en SAVE ook van mening zijn dat enkel toezicht van de jeugdreclassering in het kader van een voorwaardelijke veroordeling onvoldoende is om het recidiverisico in te perken en het leven van [verdachte] een positieve wending te geven. De Raad en SAVE sluiten zich aan bij het advies van de psycholoog om een GBM op te leggen. SAVE noemt als behandeldoelen dat verdachte zijn drugsgebruik terugdringt en nieuw drugsgebruik voorkomt door tijdens de behandeling meer gevarieerde coping-stijlen te ontwikkelen, zijn emotieregulatie verbetert waarbij hij zijn empathisch vermogen vergroot, zijn gewetensontwikkeling wordt versterkt, zijn ouders leren om hem meer te begrenzen en aan te sturen en dat er zicht komt op de bezigheden van verdachte buitenshuis. De Raad heeft het vertrouwen dat de door SAVE genoemde instanties (De Waag en Jellinek) de beoogde behandelingen kunnen bieden. De Raad en SAVE zijn daarnaast van mening dat Elektronische Monitoring noodzakelijk is omdat verdachte niet op afgesproken tijdstippen thuiskomt en hij zelf heeft aangegeven dat dit hem tijdens de schorsing ervan had kunnen weerhouden om naar de coffeeshop te gaan en geld te pinnen waartoe hij via phishing de toegang had verkregen. Elektronische Monitoring kan hem ook ondersteunen in de controle van het opgestelde weekschema. Omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte bij het ontbreken van een strikt kader opnieuw een strafbaar feit zal plegen of zich belastend zal gedragen adviseert de Raad om te bevelen dat het programma dadelijk uitvoerbaar wordt verklaard. De GBM zou dienen te bestaan uit:
- behandeling bij ambulante forensische geestelijke gezondheidszorg (ggz) De Waag (of soortgelijke instantie) in de vorm van de behandelmodule FAST (of soortgelijke behandeling) dan wel een individuele poliklinische behandeling;
- begeleiding en behandeling vanuit Jellinek (of soortgelijke instantie) gericht op het middelengebruik. Hieronder vallen ook urineonderzoek en/of ademonderzoek (blaastest) indien de jeugdreclassering dit nodig acht. De jeugdreclasseerder bepaalt in samenspraak met Jellinek hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
- begeleiding vanuit EFM support voor de duur van de maatregel of zoveel korter als de jeugdreclasseerder dit nodig acht;
- een dagbesteding in de vorm van school/stage waarbij verdachte zich houdt aan de afspraken omtrent zijn aanwezigheid en inzet;
- een contactverbod met de medeverdachte(n);
- de plicht om zich te houden aan de aanwijzingen van de gecertificeerde instelling te weten SAVE te Amersfoort en intensieve begeleiding te aanvaarden in het kader van ITB Harde Kern voor de duur van zes maanden of zoveel korter (dan wel langer) als de jeugdreclasseerder dit nodig acht;
- Elektronische Monitoring ter ondersteuning van het weekschema (zie rapportage SAVE) voor zolang als de jeugdreclasseerder dit nodig acht.
Mevrouw Vos en de heer Majdoub hebben ter terechtzitting toegelicht dat een contactverbod met medeverdachte [medeverdachte] wordt geadviseerd.
Strafoplegging
Bij het bepalen van de straf zou aansluiting zoeken bij de oriëntatiepunten voor soortgelijke zaken in beginsel meebrengen dat aan verdachte een onvoorwaardelijke jeugddetentie dient te worden opgelegd. De rechtbank acht dit niet aangewezen, gelet op de hiervoor omschreven persoonlijke omstandigheden van verdachte, alsmede gelet op het feit dat verdachte heeft bekend en daarmee verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn handelen. De rechtbank zal dit in het voordeel van verdachte meewegen.
De rechtbank acht behandeling en begeleiding van verdachte noodzakelijk om recidive te voorkomen. De rechtbank is van oordeel dat aan de vereisten voor het opleggen van een GBM, genoemd in artikel 77w, eerste lid onder a en b van het Wetboek van Strafrecht is voldaan en zal deze aan verdachte opleggen. Daarnaast weegt de rechtbank mee dat verdachte na de schorsing van de voorlopige hechtenis zich wederom schuldig maakte aan dezelfde strafbare feiten, verdachte ter terechtzitting heeft aangegeven dat hij er een kick van kreeg en hij een wapen in bezit heeft gehad, waarbij is gebleken dat hij in berichtenverkeer met anderen een verontrustend grote interesse toonde in vuurwapens en het bezit daarvan. Om die redenen acht de rechtbank het noodzakelijk om verdachte een aanvullende straf in de vorm van een (deels) voorwaardelijke jeugddetentie op te leggen met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden als gevorderd door de officier van justitie.
Alles afwegende acht de rechtbank de oplegging van een GBM in de vorm zoals geadviseerd door de Raad en SAVE met daarbij een contactverbod met [medeverdachte] , alsmede een jeugddetentie voor de duur van 187 dagen waarvan 90 dagen voorwaardelijk met aftrek van het reeds ondergane voorarrest met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden als gevorderd door de officier van justitie, passend en geboden.
Gelet op de inhoud van de voornoemde rapportages, is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een dergelijk misdrijf zal begaan en dat de dadelijke uitvoerbaarheid in het belang van de jeugdige is. Daarom zal zij bevelen dat het programma van de GBM dadelijk uitvoerbaar is.

9.BESLAG

9.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de hennep en de munitie te onttrekken aan het verkeer, de brillen en de brillendoos te retourneren aan verdachte en de overige inbeslaggenomen goederen verbeurd te verklaren.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de rechtbank verzocht de brillen de brillendoos te retourneren aan verdachte en refereert zich voor het overige aan het oordeel van de rechtbank.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
- 1 STK Doos Apple Watch, zelfde serienummer als ibg Apple Watch (G680142);
- 2 STK 2x Louis Vuitton tas, samen aangetroffen in een tas (G680070);
- 1 STK Apple Watch + lader, gevonden op bureau (G680066);
- 1 STK Tas Louis Vuitton, zwart met grijze voorkant (G680062);
- 26 STK 1 slof van 10 pakjes Marlboro + 16 pakjes los Marlboro (G680060);
- 1 STK Nota iPhone 12 mini (G680144);
- 1 STK Briefjes van 50 euro. Totaal 1500 euro (G680143);
- 1 STK Wax potje met muntgeld. Totaal 9,35 euro (G680141);
- 1 STK Apple Earpods met doosje (G680055);
- 1 STK Huawei EML29 (G680057);
- 1 STK iPhone XR + doos (G680041);
- 1 STK iPhone 12 + lader (G680038),
verbeurd verklaren.
Wat de voorwerpen betreft die zijn genoemd onder de laatste drie gedachtestreepjes, geldt dat met behulp van deze voorwerpen de onder feit 1 tot en met feit 3 bewezen verklaarde feiten zijn begaan. De overige voorwerpen zijn geheel of grotendeels door middel van of uit baten van het strafbare feit verkregen.
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank zal de in beslag genomen voorwerpen, te weten
- 1 STK 1x gripzakje met henneptop (G680071);
- 7 STK Munitie (G2848939/G681045),
onttrekken aan het verkeer. Het voorwerp onder het eerste gedachtestreepje is van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. Met behulp van het voorwerp onder het tweede gedachtestreepje is het onder feit 5 bewezen verklaarde begaan.
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van het in beslag genomen voorwerp, te weten
- 1 STK 2x Astos brillen + 1x brillendoos (G680061).

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 55, 63, 77a, 77g, 77i, 77w, 77wa, 77wc, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg, 138ab, 311, 326 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
jeugddetentievan
187 dagen;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de jeugddetentie in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de jeugddetentie een gedeelte van
90 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een
proeftijdvan
2 (twee) jarenvast;
- als voorwaarden gelden dat verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- als bijzondere voorwaarden gelden dat verdachte:
* zich meldt bij Samen Veilig Midden-Nederland, adres Stadsring 179, 3817 BA Amersfoort zo vaak en zo lang de jeugdreclassering dit nodig acht en zich daarbij zal houden aan de aanwijzingen in het kader van Toezicht & Begeleiding, zolang de jeugdreclassering dit nodig acht, waarvan 6 maanden zullen bestaan uit de maatregel ITB Harde Kern;
* meewerkt aan ambulante behandeling door De Waag of een soortgelijke instelling, te bepalen door de jeugdreclassering, indien en zolang de jeugdreclassering dat noodzakelijk acht;
* meewerkt aan het vinden en behouden van een zinvolle dagbesteding;
- waarbij Samen Veilig Midden-Nederland opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
Oplegging maatregel
- legt op aan verdachte de
maatregel betreffende het gedrag van de jeugdige voor de duur van 12 (twaalf) maanden, bestaande uit het volgende programma, waarbij verdachte:
* meewerkt aan behandeling bij ambulante forensische geestelijke gezondheidszorg
(ggz) De Waag (of soortgelijke instantie) in de vorm van de behandelmodule FAST (of soortgelijke behandeling) dan wel een individuele poliklinische behandeling;
* meewerkt aan begeleiding en behandeling vanuit Jellinek (of soortgelijke instantie) gericht op het middelengebruik. Hieronder vallen ook urineonderzoek en/of ademonderzoek (blaastest) indien de jeugdreclassering dit nodig acht. De jeugdreclassering bepaalt in samenspraak met Jellinek hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
* meewerkt aan begeleiding vanuit EFM support voor de duur van de maatregel of zoveel korter als de jeugdreclassering dit nodig acht;
* meewerkt aan het vinden en behouden van een dagbesteding in de vorm van school/stage en zich houdt aan de afspraken omtrent zijn aanwezigheid en inzet;
* zich houdt aan de aanwijzingen van de gecertificeerde instelling te weten Samen Veilig Midden-Nederland te Amersfoort en de intensieve begeleiding aanvaardt in het kader van ITB Harde Kern voor de duur van zes maanden of zoveel korter (dan wel verlenging) als de jeugdreclassering dit nodig acht;
* meewerkt aan de aansluiting van Elektronische Monitoring en zich houdt aan de afspraken van de Elektronische Monitoring ter ondersteuning van het weekschema (zie rapportage Samen Veilig Midden-Nederland) voor de duur van maximaal 6 maanden of zoveel korter als de jeugdreclassering dit nodig acht, waarbij hij zich gedurende de periode van de maatregel bevindt op het adres [adres] , [woonplaats] , waarbij hij een aaneengesloten blok van 12 respectievelijk 15 uur heeft ter invulling van zijn activiteiten (sport, hobby’s, school, werk, behandeling), zoals met de jeugdreclassering wordt afgesproken;
* op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [medeverdachte] , geboren op [geboortedatum 2] 1999;
- draagt Samen Veilig Midden-Nederland op de tenuitvoerlegging van de maatregel te ondersteunen en de identiteit van verdachte vast te stellen als bedoeld in artikel 27a, eerste lid, eerste volzin, en tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering;
- beveelt dat vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van maximaal 6 (zes) maanden als verdachte niet naar behoren meewerkt aan de tenuitvoerlegging van de maatregel;
Dadelijke uitvoerbaarheid
- beveelt dat (het programma van) de maatregel betreffende het gedrag van de jeugdige
dadelijk uitvoerbaaris;
Voorlopige hechtenis
- heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop de duur van de voorlopige hechtenis gelijk wordt aan het onvoorwaardelijk gedeelte van de opgelegde vrijheidsstraf;
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen verbeurd:
  • 1 STK Doos Apple Watch, zelfde serienummer als ibg Apple Watch (G680142);
  • 2 STK 2x Louis Vuitton tas, samen aangetroffen in een tas (G680070);
  • 1 STK Apple Watch + lader, gevonden op bureau (G680066);
  • 1 STK Tas Louis Vuitton, zwart met grijze voorkant (G680062);
  • 26 STK 1 slof van 10 pakjes Marlboro + 16 pakjes los Marlboro (G680060);
  • 1 STK Nota iPhone 12 mini (G680144);
  • 1 STK Briefjes van 50 euro. Totaal 1500 euro (G680143);
  • 1 STK Wax potje met muntgeld. Totaal 9,35 euro (G680141);
  • 1 STK Huawei EML29 (G680057);
  • 1 STK Apple Earpods met doosje (G680055);
  • 1 STK iPhone XR + doos (G680041);
  • 1 STK iPhone 12 + lader (G680038);
- verklaart de volgende voorwerpen onttrokken aan het verkeer:
  • 1 STK 1x gripzakje met henneptop (G680071);
  • 7 STK Munitie (G2848939/G681045);
- gelast de teruggave aan verdachte van het volgende voorwerp:
1 STK 2x Astos brillen + 1x brillendoos (G680061).
Dit vonnis is gewezen door mr. I.G.C. Bij de Vaate, voorzitter, tevens kinderrechter, mrs. E.J. van Rijssen en G. Schnitzler, kinderrechters, in tegenwoordigheid van mr. R. Jaâter, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 2 november 2021.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 10 februari 2021 tot en met 16 augustus 2021 te Amersfoort, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal (telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- ( telkens) een of meer rekeninghouders van de ING- Bank en/of de SNS-bank , althans een of meer rekeninghouder(s) van banken(en), en/of
- ( telkens) de ING Bank en/of de SNS-bank , en/of andere banken, waaronder
1. [benadeelde 1] ,
2. [benadeelde 2] ,
3. [benadeelde 3]
4. [benadeelde 4]
5. [benadeelde 5]
6. [benadeelde 6]
en/of de ING- Bank en/of de SNS-Bank , en/of andere banken, heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (telkens) enig goed en/of het verlenen van een dienst en/of het ter beschikking stellen van (een) gegevens, en/of geld, heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) met het vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- zich op Marktplaats op Facebook voorgedaan als bonafide koper(s), door interesse te tonen in (een) aangeboden goed(eren), en/of
- ( vervolgens) aan die verkoper(s) ter verificatie van haar/zijn/hun rekeningnummer een betaalverzoek (via een (hyper)link naar een (phishing)website) te sturen voor een bedrag van € 0,01 en/of
- aan die verkoper te vragen om op die link van het betaalverzoek (zijnde een (hyper)link naar website) te klikken en/of deze (hyper)link te openen om verder te gaan, en/of
- op een (phishing)website te laten inloggen met de (inlog)ggevens(s) voor internetbankieren van de desbetreffende bank (waaronder gebruikersnaam en/of wachtwoord), en/of
- zich voor te doen als bonafide verkoper(s) op Marktplaats (op Facebook) door een of meer goederen aan te bieden, en/of
- aan die potentiële koper(s) een betaalverzoek - via een (hyper)link naar een (phishing)website - te sturen voor een afgesproken bedrag en/of 0,01 euro, en/of
- aan deze koper te vragen om op een (hyper)link (naar vorenbedoelde website) te klikken en/of deze (hyper)link te openen om verder te gaan, en/of
- op een (phishing)website te laten inloggen met de (inlog)ggevens(s) voor internetbankieren van de desbetreffende bank (waaronder gebruikersnaam en/of wachtwoord), en/of
- zich voor te doen als bonafide rekeninghouder en/of gebruiker van een rekening bij de ING- Bank en/of SNS-bank en/of bij een andere bank, door gebruik te maken van de gegevens ( waaronder inloggegevens en/of gebruikersnaam en/of wachtwoord) van een bij die Bank bestaande rekeninghouder, waardoor die rekeninghouder(s) en/of ING- bank en/of SNS-bank en/of andere banken telkens werden bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);
( art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
2
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 10 februari 2021 tot en met 16 augustus 2021 te Amersfoort, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk door tussenkomst van een openbaar telecommunicatienetwerk, in geautomatiseerde werken en/of in een gedeelte van een geautomatiseerd werk, is binnengedrongen, te weten telkens:
- in een of meerdere systemen en/of (web)server(s) en/of netwerk(en) van de ING- Bank en/of de SNS-bank en/of een of meer andere banken,
- in een of meerdere (betaal-/bank-/rekening) omgevingen van de ING Bank N.V. (te weten: Mijn ING en/of ING Mobiel Bankieren App) en/of van de SNS Bank N.V (te weten: Mijn SNS en/of SNS Mobiel Bankieren App), waaronder de bancaire omgeving van:
1. [benadeelde 1] ,
2. [benadeelde 2] ,
3. [benadeelde 3]
4. [benadeelde 4]
5. [benadeelde 5]
6. [benadeelde 6] ,
waarbij hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens), toegang tot dat/die werk(en) heeft/hebben verworven door het doorbreken van een beveiliging en/of door een technische ingreep en/of met hulp van valse signalen of een valse sleutel en/of door het aannemen van een valse hoedanigheid, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) zonder daartoe gerechtigd te zijn en/of door zich voor te doen als de gerechtigde gebruiker(s) en/of rekeninghouder(s) (telkens) een en/of meermalen:
- met (een) wederrechtelijk verkregen gegevens (waaronder inloggegeven(s)) ingelogd op een of meerdere (web)server(s) en/of netwerk(en) van de ING Bank en/of SNS-Bank en/of
- met (een) wederrechtelijk verkregen gegevens(waaronder inloggegeven(s)) een of meerdere ING mobiel Bankieren App(s) en/of een of meerdere SNS mobiel bankieren App(s) gekoppeld aan het internetbankieren account ( mijn ING en/of Mijn SNS ) van vorenbedoelde bankrekeningen en/of
- met (een) wederrechtelijk verkregen gegeven(s) ingelogd op voornoemde (betaal-/bank-/rekening) omgeving(en) behorende bij een rekening van de ING- bank en/of SNS-bank en/of vervolgens een of meer gegevens gewijzigd en/of (een) mobiele betaalpas(sen) aangemaakt en/of een ander telefoonnummer aan die rekening gekoppeld en/of "Apple Pay" geactiveerd en/of "contactloos betalen" geactiveerd en/of vervangende bankpassen aangevraagd;
( art 138ab lid 3 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht )
3
hij op een meer tijdstippen in of omstreeks de periode 10 februari 2021 tot en met 16 augustus 2021, te Amersfoort, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) een of meer geldbedragen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele een of meer rekeninghouders van de ING Bank en/of de SNS Bank , onder andere aan:
1. [benadeelde 1] (550 euro)
2. [benadeelde 2] (169,37 euro)
3. [benadeelde 3] (133,49 euro)
4. [benadeelde 4] (202,35 euro)
5. [benadeelde 5] (164,12 euro)
6. [benadeelde 6] (203,48 euro)
en/of een of meer andere rekeninghouders, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang
tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming, een valse sleutel, door
- zonder daartoe gerechtigd te zijn al dan niet via (een) mobiele betaalpas(sen) en/of Apple Pay en/of contactloos te betalen ten nadele van de rekening van onder meer bovengenoemde personen en/of
- zonder daartoe gerechtigd te zijn en zonder de toestemming van een of meer bankrekeninghouder(s) met een (vervangende) bankpas te betalen;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
4
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 10 februari 2021 tot en met 16 augustus 2021 te Amersfoort, althans in Nederland, (telkens) een voorwerp, te weten een of meer geldbedragen en/of goederen, heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad terwijl hij, verdachte, wist dat dat voorwerp onmiddellijk afkomstig was uit enig eigen misdrijf;
( art 420bis.1 Wetboek van Strafrecht )
5
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 10 februari 2021 tot en met 10 juli 2021 te Amersfoort, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een alarmpistool, Zoraki 971, kaliber 7.65, zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool en/of
- munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 7, (knal)patronen van het kaliber 7.65 voorhanden heeft gehad;
( art 26 lid 1 Wet wapens en munitie )