ECLI:NL:RBMNE:2021:6950

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 augustus 2021
Publicatiedatum
14 april 2023
Zaaknummer
FT RK 21/703
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking inzake homologatie van een akkoord in het kader van de WHOA

Op 27 augustus 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, een beschikking gegeven in de zaak van de besloten vennootschap [verzoekster] B.V. Deze beschikking betreft de homologatie van een akkoord op grond van de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA). De procedure is gestart met een verklaring op 28 juli 2021, gevolgd door een stemverslag op 25 augustus 2021 en een verzoek tot homologatie op 23 augustus 2021. De rechtbank heeft vastgesteld dat niet alle klassen hebben ingestemd met het akkoord, waardoor een observator moet worden aangesteld. De zitting voor de behandeling van het verzoek tot homologatie is gepland op 8 september 2021 om 13.30 uur, en zal plaatsvinden via een videoverbinding. De rechtbank heeft [verzoekster] opgedragen om de stemgerechtigde schuldeisers en aandeelhouders tijdig in kennis te stellen van deze beschikking en hen te wijzen op de mogelijkheid om deel te nemen aan de videozitting. Tevens is mr. J. Westerhof aangesteld als observator, met een maximum bedrag van € 10.000,00 exclusief BTW voor zijn werkzaamheden. De kosten van de observator komen ten laste van [verzoekster].

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Toezicht
locatie Utrecht
rekestnummer : FT RK 21/703
uitspraakdatum : 27 augustus 2021
Beschikking van 27 augustus 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap
[verzoekster] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verzoekster,
advocaten mrs. J.M.J. van der Grinten en J. Bouman te Amsterdam,
hierna te noemen: [verzoekster] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure volgt uit:
- de startverklaring als bedoeld in artikel 370 lid 3 van de Faillissementswet (hierna: Fw) van 28 juli 2021;
- het stemverslag als bedoeld in artikel 382 Fw, ter griffie van deze rechtbank gedeponeerd op 25 augustus 2021;
- het verzoek tot homologatie van een door verzoekster aangeboden akkoord op grond van artikel 383 lid 1 Fw van 23 augustus 2021.

2.De beoordeling

2.1.
De rechtbank zal, gezien artikel 383 lid 4 Fw, de zitting bepalen waarop zij de homologatie behandelt op de datum en het tijdstip als hieronder staat vermeld.
2.2.
De rechtbank dient daarnaast op grond van artikel 383 lid 4 Fw een observator aan te stellen, omdat uit het voormelde stemverslag blijkt dat de verzochte homologatie ziet op een akkoord waarmee niet alle klassen hebben ingestemd en nog geen herstructureringsdeskundige is aangewezen.
2.3.
De zitting waarop het verzoek tot homologatie zal worden behandeld, vindt plaats via een videoverbinding. [verzoekster] dient stemgerechtigde schuldeisers en aandeelhouders onverwijld in kennis stelt van deze beschikking (artikel 383 lid 5 Fw) en hen te wijzen op de mogelijkheid om via een bij de griffier van de rechtbank Midden-Nederland op te vragen link deel te nemen aan de videozitting.

3.De rechtbank

3.1.
bepaalt dat de behandeling van het verzoekschrift strekkende tot homologatie van het akkoord zal plaatsvinden op
woensdag 8 september 2021 om 13.30uur via een videoverbinding ter zitting van de rechtbank Midden-Nederland, voor de rechters mr. P.J. Neijt, mr. A.E. de Vos en mr. E. Boerwinkel;
3.2.
bepaalt dat [verzoekster] de stemgerechtigde schuldeisers en aandeelhouders onverwijld schriftelijk in kennis stelt van deze beschikking en hen wijst op de mogelijkheid om via een bij de griffier van de rechtbank Midden-Nederland op te vragen link deel te nemen aan de zitting;
3.3.
wijst aan als observator:
mr. J. Westerhof,
advocaat bij HVG Law LLP,
correspondentieadres: Postbus 3053, 3502 GB Utrecht,
bezoekadres: Euclideslaan 1, 3584 BL Utrecht,
3.4.
stelt het bedrag dat de werkzaamheden van de observator ten hoogste mogen kosten bij wijze van voorschot vast op een bedrag van € 10.000,00 exclusief BTW,
3.5.
draagt de observator op om binnen twee weken na heden een begroting van de kosten van zijn werkzaamheden, en die van eventuele derden die door hem worden geraadpleegd, te maken en deze aan de rechtbank toe te zenden en houdt aan de vaststelling van het bedrag dat de werkzaamheden van de observator, en van de derden die door hem worden geraadpleegd, ten hoogste mogen kosten;
3.6.
bepaalt dat de kosten van de observator ten laste van [verzoekster] komen.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.J. Neijt, mr. A.E. de Vos en mr. E. Boerwinkel op 27 augustus 2021.