4.3Het oordeel van de rechtbank
In een proces-verbaal van bevindingen van twee verbalisanten wordt onder meer het volgende vermeld:
“Op 30 oktober 2020 te Vinkeveenzagen wij de Volkswagen Polo, kenteken [kenteken] . De bestuurder bleek te zijn genaamd: [verdachte] geboren [1988] te [geboorteplaats] .Bij de doorzoeking van de Volkswagen Polo trof ik aan:
- op de bijrijdersstoel lag de Apple Iphone telefoon van [verdachte]
- op de bijrijdersstoel lagen nog twee Apple Iphone telefoons
- op de bijrijdersstoel lag een zwart stoffen tasje met daarin twee
bossen sleutels. Hiervan was 1 (een) bos ook voorzien van een autosleutel.”
In een proces-verbaal van bevindingen van een verbalisant wordt onder meer het volgende vermeld:
“Ik heb het pand [adres] te [woonplaats] betreden. Ik voelde dat de voordeur van het pand gesloten was middels het aanwezige slot. Hierop heb ik met de in beslag genomen sleutelbossen welke ik aantrof bij verdachte [verdachte] gepoogd het slot te openen. Ik zag en voelde dat een sleutel (uit de sleutelbos welke tevens was voorzien van de autosleutel) paste in het slot en hiermee opende ik de voordeur.
Ik zag dat er direct achter deze voordeur een Opel Vivaro voorzien van het kenteken [kenteken] geparkeerd stond. Ik zag en voelde dat de aanwezig autosleutel paste op de geparkeerde Opel Vivaro. Ik heb de laadruimte van de Opel Vivaro geopend. Hierbij zag ik meerdere gesealde pakketten liggen.
Wij zagen een afgesloten deur welke toegang zou geven tot de bovenverdieping.
Ik opende met een sleutel uit de sleutelbos met autosleutel ook deze deur. Wij zagen op de bovenverdieping een geprepareerde stapel OBS platen. Wij zagen dat de bovenste planken dusdanig scheef lagen dat hierdoor een verborgen ruimte zichtbaar werd. Hierin zagen wij pakketten liggen. Deze pakketten herkenden wij als zijnde kiloblokken harddrugs.”
In een proces-verbaal van bevindingen van een verbalisant wordt onder meer het volgende vermeld:
“Op vrijdag 30 oktober 2020, werd een bedrijfspand, achter de woningen [nummer] en [nummer] , gelegen aan de [straat] te [woonplaats] doorzocht.
In beslag genomen goederen:
In het voertuig voorzien van het kenteken [kenteken] :
28x blokken met vermoedelijk verdovende middelen, goednummer 2724160
De 28 blokken waren verdeeld in twee soorten
27x bruin van kleur
1x blank van kleur
Zolder:
207x blokken met vermoedelijk verdovende middelen, goednummer 2724152
De 207 blokken hadden drie verschillende opdrukken:
82x GL&HC
27x Budha
98x Black”
Nader onderzoek van de aangetroffen blokken heeft het volgende resultaat opgeleverd:
“Goednummer: PL0900-2020353271-2724152
SIN AANZ6001NL
aantal 207
Goednummer: PL0900-2020353271-2724160
SIN AANZ6002NL
Aantal 28
Goednummer PL0900-2020353271-2724152
SIN AANZ6001NL
Relatie met SIN AANK1702NL, AANK1609NL, AANK1703NL, AANK1608NL
Goednummer PL0900-2020353271-2724160
SIN AANZ6002NL
Relatie met SIN AANK1606NL
AANK1702NL, poeder wit, 81626 gram, bevat cocaïne
AANK1609NL, poeder, wit, 92281 gram, bevat cocaïne
AANK1703NL, poeder, wit, 27277,73 gram, bevat cocaïne
AANK1608NL, blokken, wit, 7217 gram, bevat cocaïne
AANK1606NL, poeder, wit, 27270,4 gram, bevat cocaïne”
Een getuige, bewoonster van [adres] te [woonplaats] , heeft als volgt verklaard:
“Ik heb [A] (
, toevoeging door de rechtbank) vorige week donderdag nog even buiten op het terrein gezien. [A] was toen samen met [bijnaam] of [bijnaam] (fonetisch). Dit is een Turkse of Marokkaanse jongen uit [woonplaats] met witte tanden. Ik ken deze jongen al ruim 1 jaar maar volgens mij werkt hij al ruim 2 of 3 jaar voor [A] .”
Verdachte heeft ter zitting onder meer als volgt verklaard:
“Ik werkte voor [A] . Voor mijn werk had ik een sleutel van de loods aan de [adres] . Ik had ook een sleutel van de Opel Vivaro omdat ik daar bij het werk gebruik van maakte. Ik kwam vanwege het werk ook regelmatig op zolder en had een sleutel voor de toegangsdeur. Ik ben de persoon die bewoonster van [adres] te [woonplaats] [bijnaam] of [bijnaam] heeft genoemd.”
Het politieteam heeft van het onderzoek 26Lemont toegang gekregen tot de gegevens van het encrochat account
[accountnaam] @encrochat.com.
Dat verdachte de gebruiker is van dit account blijkt uit het volgende:
De mast die [accountnaam] het meest frequent aanstraalt is de mast op de [straat] , dit betreft ook het GBA adres van [verdachte] .
Uit de encrochats blijkt dat [accountnaam] tussen maart en mei 2020 in Marokko is geweest samen met zijn moeder. Dit komt ook naar voren uit de Whatsapp gegevens van de in beslag genomen telefoon van [verdachte] (
iPhone XS).
[accountnaam] is frequent aanwezig in Vinkeveen en hier is ook de loods gevestigd waar de cocaïne is aangetroffen.
De nicknames die andere gebruikers aan het account van [accountnaam] hebben gegeven lijken een afgeleide te zijn van voornaam [verdachte] . En één van die nicknames, ' [bijnaam] ', wordt door [verdachte] gebruikt als emailadres in zijn telefoon.
Op 2 juni 2020 krijgt [accountnaam] een verzoek om naar [straat] te gaan. Op dezelfde dag rond die tijd wordt in de privételefoon van [verdachte] een notitie gemaakt met dezelfde straatnaam.
In de privételefoon van [verdachte] wordt een adres in Enkhuizen opgeslagen. Diezelfde avond reist de encrochattelefoon van [accountnaam] naar Enkhuizen.
[verdachte] heeft intensief contact met het telefoonnummer gekoppeld aan [A] .
Vanaf eind maart tot en met juni 2020 zijn encrochatberichten van onder meer verdachtes account (
[accountnaam] @encrochat.com) veilig gesteld. Daaruit blijkt het volgende:
Op 1 juni 2020 vraagt
[accountnaam] @encrochat.comaan
[accountnaam] @encrochat.com: ‘zijn er orgi blokken colo’
[accountnaam] @encrotchat.comantwoordt: ‘ga voor je vragen morgen’
Op 2 juni 2020 vraagt [accountnaam] @encrochat.com aan
[accountnaam] @encrochat.com: ‘Heb je nog wat gehoord over die blokken’
[accountnaam] @encrochat.com antwoordt: ‘ja kom net van daar, hij zegt meachien volgende week om weg te doen ma nie zeker’.
Op 3 juni 2020 vraagt
[accountnaam] @encrochat.comaan
[accountnaam] @encrochat.com: ‘Kijk of deze er tussen zit, is 2cb’.
[accountnaam] @encrochat.com antwoordt: ‘Yesa ga k doej bro denk et niet ma ga echt kijken. K hoop dat et er ligt kan wel wat centen gebruiken.'
Op 3 juni heeft [verdachte] contact met Mexicanroadsweeper:
[verdachte] laat weten dat ze vandaag niet alles gedaan kregen
[verdachte] zegt dat hij denkt dat ze vroeg klaar zijn morgen.
[accountnaam] @encrochat.com: ‘Did they not get it all done today’
[accountnaam] @encrochat.com: ‘Bit i think they finish early tmw’
Op 4 juni 2020 is er opnieuw contact tussen de Mexicanroadsweeper en [verdachte] :
Mexicanroadsweeper vraagt of ze er goed uit zien
[verdachte] zegt dat hij eerst doet vac
[accountnaam] @encrochat.com: ‘Do they look OK bro’.
[accountnaam] @encrochat.com antwoordt: ‘I am first doing vac bro’
Op 4 juni 2020 vraagt
[accountnaam] @encrochat.comaan
[accountnaam] @encrochat.com: ‘Kan k je straks ophalen?
Breng ook wat pap voor mij bro 1% wil k maar’”
Op basis van de verstuurde berichten door verdachte bestaat het vermoeden bij de politie dat hij zich al langer bezig heeft gehouden met enige vorm van handel in verdovende middelen.
Nader onderzoek van een onder verdachte in beslag genomen telefoon (
Apple Iphone) heeft onder meer het volgende resultaat opgeleverd:
“Op deze telefoon stond een versleutelde chat van 28, 29 en 30 oktober 2020 van de gebruiker van de telefoon genaamd 'flex' met een gebruiker met de naam 'honey 1'. Flex is vermoedelijk [verdachte] , die deze telefoon in bezit had.
De chat tussen flex, vermoedelijk [verdachte] , en honey 1 lijkt voornamelijk te gaan over grote geldbedragen die uitgewisseld moeten worden. Flex noemt onder meer: ‘193.800k en 285k. Dit is wat we geteld hebbe, per tas zit briefje in wat et is.’
In dit onderzoek is in de inbeslaggenomen Range Rover met kenteken [kenteken] een Albert Heijntas aangetroffen met een groot contant geldbedrag en een papiertje met daarop de tekst "193.800'. Ook zijn een Lidl- en Plus-tas aangetroffen met een groot contant geldbedrag en een papiertje met daarop de tekst "285K".
Honey 1 stuurt een foto van de unieke code van een dollarbiljet.
Aanwezig hebben
De rechtbank stelt voorop dat voor het bewijs van ‘aanwezig hebben’ in de zin van de Opiumwet, nodig is dat verdachte wist van de aanwezigheid van de drugs in de loods en dat deze zich binnen zijn machtssfeer bevonden. Met dat laatste wordt bedoeld dat verdachte in enige mate kon bepalen wat er met die drugs zou gebeuren, oftewel: dat hij er enige zeggenschap over had. Niet is vereist dat de drugs zijn eigendom waren.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte wist van de drugs in de loods en dat hij in enige mate kon bepalen wat er met de drugs gebeurde. Dit oordeel is gebaseerd op het volgende:
Verdachte werkte al langere tijd in de loods bij [A] en beschikte over de sleutel van de loods, de sleutel van de Opel Vivaro en over de sleutel van de toegangsdeur tot de zolder, die allemaal aan één sleutelbos werden aangetroffen. Verdachte maakte gebruik van de Opel Vivaro en hij kwam regelmatig op de zolder. Toen de politie het voertuig van verdachte wilde controleren zagen zij dat verdachte schrok, een bleek gezicht kreeg en zenuwachtig om zich heen keek. Toen de politie vroeg naar de sleutelbossen op de bijrijdersstoel verklaarde verdachte dat ‘dat niet belangrijk was’, ‘dat de sleutels gewoon ergens voor waren’ en dat ‘die maar in de auto moesten worden gelaten’. Nadat de politie met behulp van deze sleutels de Opel Vivaro in de loods had geopend werden in de laadruimte 28 blokken cocaïne aangetroffen. De blokken lagen in de laadruimte van de Opel Vivaro en niet in de verborgen bergruimte van het voertuig. Toen de politie met behulp van deze sleutels op de zolder kwam werden 207 blokken cocaïne gevonden. Hoewel de blokken in een verborgen bergruimte waren opgeslagen was deze bergruimte zichtbaar omdat die niet goed was afgedekt. Nu uit verdachtes eigen verklaring blijkt dat hij regelmatig op het bedrijf van [A] werkzaam was, hij de beschikking had over de sleutels van de ruimtes waar de drugs - in het zicht - door de politie is aangetroffen, moet verdachte wetenschap hebben gehad van de aanwezigheid van deze grote partijen drugs.
Dat verdachte ook de beschikkingsmacht daarover had, blijkt allereerst uit de uitgelezen encrochatberichten waarin bij verdachte wordt geïnformeerd naar blokken colo (cocaïne).
Ook in andere berichten gaat het over drugs (blokken, colo, bolli, ice) en over grote geldbedragen (pap). In één van de aangetroffen telefoons bij verdachte worden op 28, 29, 30 oktober 2020 berichten gewisseld over een geldbedrag van 193.800k en 285k met een handgeschreven briefje erbij, terwijl deze geldbedragen en de handgeschreven briefjes zijn gevonden bij de doorzoeking van de loods en de Range Rover die in de directe omgeving van die loods geparkeerd stond. Ook heeft verdachte berichten verstuurd over ‘tokens’. Dat is de unieke code op een bankbiljet waarvan een foto voor de overdracht van de verkoper naar de koper wordt verstuurd en vice versa. Bij de overdracht van de goederen krijgt de koper het token (bankbiljet) van de verkoper en vice versa. De tokens dienen als bewijs dat de overdracht heeft plaatsgevonden. Ten slotte wordt ook in de encrochatberichten uitgelezen dat verdachte aangeeft dat hij aan het vacumeren was en er in de loods een vacumeermachine is gevonden.
Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit de hiervoor weergegeven omstandigheden dat verdachte niet alleen wist van de drugs in de loods, maar ook dat hij in enige mate kon bepalen wat er met de drugs gebeurde.
Medeplegen
De rechtbank is van oordeel dat sprake is van nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en een ander, zijnde [A] , de(hoofd)gebruiker van de loods waarin de grote partij drugs is aangetroffen. Uit de uitgelezen Iphone XS, alsook verdachtes verklaring ter terechtzitting blijkt dat zij veelvuldig contact hadden.
Vervoer niet bewezen
De rechtbank is van oordeel dat in het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is dat verdachte op 30 oktober 2020 drugs heeft vervoerd en bij de loods heeft afgeleverd. De rechtbank komt daarom niet toe aan de bespreking van het door verdachte ter zitting geschetste alternatieve scenario.
Rechtmatigheid doorzoeking
De rechtbank is van oordeel dat de doorzoeking van de Opel Vivaro en het zoekend rondkijken op de zolder van de loods rechtmatig zijn geweest omdat er sprake was van een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit. Verdachte was gezien terwijl hij een kort bezoek aflegde aan de loods met een Fiat Ducato met een verborgen bergruimte waarin cocaïne (resten) waren aangetroffen. Verder berust het redelijk vermoeden op de feiten en omstandigheden bij de controle van het voertuig van verdachte en zijn aanhouding, zoals uiteengezet bij de bewijsoverwegingen. Ook valt niet in te zien dat verdachte in zijn belangen zou zijn geschaad, behalve de ontdekking van het door hem begane strafbare feit, wat in dit kader niet als een rechtens niet te respecteren belang is aan te merken. De rechtbank heeft ook overigens geen vormverzuim geconstateerd.