Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
beschikking gedeeltelijke gezagsbelasting
[belanghebbende 1] , hierna te noemen de vader,
[belanghebbende 2] , hierna te noemen de moeder,
Het procesverloop
25 januari 2021.
- de heer [A] , namens de GI.
De feiten
7 december 2021. De kinderrechter heeft bij beschikking van 8 januari 2021 ook de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam van minderjarige] in een accommodatie zorgaanbieder 24-uurs verlengd en aansluitend een machtiging tot uithuisplaatsing in een gezinshuis verleend tot
Het verzoek
De standpunten
De beoordeling
Het is fijn voor kinderen om samen met de vertrouwde klas afscheid te kunnen nemen van het basisonderwijs. Daarnaast moet een schooladvies worden gegeven. De GI lijkt dit belang van [voornaam van minderjarige] niet te hebben meegewogen. De GI heeft aan de kinderrechter geen informatie gegeven van de huidige school in [plaatsnaam 1] over hoe het voor [voornaam van minderjarige] zou zijn om afscheid te moeten nemen. De vader heeft verteld dat vorig jaar is afgesproken dat [voornaam van minderjarige] in [plaatsnaam 1] haar school zal afmaken. De GI heeft dat niet betwist. Daarbij past ook dat de GI kennelijk eerst heeft geprobeerd om vervoer van [plaatsnaam 2] naar [plaatsnaam 1] te regelen. De GI schrijft immers in het verzoekschrift dat het helaas niet lukt om de financiering voor het vervoer rond te krijgen. Dat het niet lukt, betekent dus dat het is geprobeerd, waaruit de kinderrechter afleidt dat het ook de voorkeur van de GI had dat [voornaam van minderjarige] de basisschool in [plaatsnaam 1] zou afmaken. Al met al lijkt het erop dat het probleem om het vervoer te regelen doorslaggevend is geweest voor het verzoek van de GI. Vervolgens wordt er in het verzoekschrift wel op een aantal voordelen gewezen, maar een afweging van de voor- en nadelen heeft de GI niet gemaakt. De kinderrechter maakt die afweging wel. De conclusie daarvan is dat voor [voornaam van minderjarige] de voordelen om in [plaatsnaam 1] op school te blijven zwaarder wegen dan de nadelen. Het probleem rondom het vervoer zal dan op een andere manier moeten worden opgelost. [plaatsnaam 2] is weliswaar iets verder van [plaatsnaam 1] dan [plaatsnaam 3] , maar niet zoveel verder dat dit voor die paar maanden onoverkomelijk is.
De beslissing
Arnhem-Leeuwarden