ECLI:NL:RBMNE:2021:755

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
23 februari 2021
Publicatiedatum
25 februari 2021
Zaaknummer
8926260 \ UT VERZ 20-19696
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • P.A.M. Penders
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Terugbetaling van bewindvoerderskosten door bewindvoerder wegens verzuim bijzondere bijstand aan te vragen

In deze zaak heeft de kantonrechter te Utrecht op 23 februari 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot de terugbetaling van bewindvoerderskosten door de bewindvoerder, [bedrijfsnaam] B.V. De rechthebbende, geboren in 1970 op de Nederlandse Antillen, heeft zijn vermogen onder bewind laten stellen sinds 15 april 2008. De bewindvoerder heeft op 23 maart 2020 een rekening en verantwoording over 2019 ingediend, waarin een extra beloning van € 78,53 in rekening is gebracht voor de belastingaangifte van 2017. De kantonrechter heeft de bewindvoerder gevraagd waarom hij geen bijzondere bijstand heeft aangevraagd voor deze kosten, waar de rechthebbende recht op had. De bewindvoerder gaf aan dat het aanvragen van bijzondere bijstand voor dit bedrag overdreven leek.

De kantonrechter heeft overwogen dat het aanvragen van bijzondere bijstand voor de kosten van bewindvoering tot de gebruikelijke werkzaamheden van een bewindvoerder behoort. De kantonrechter benadrukte dat voor cliënten die recht hebben op bijzondere bijstand, een bedrag van € 78,53 aanzienlijk kan zijn. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de bewindvoerder ten onrechte geen bijzondere bijstand heeft aangevraagd, waardoor de rechthebbende financieel nadeel heeft geleden. Daarom heeft de kantonrechter bepaald dat de bewindvoerder het bedrag van € 78,53 aan de rechthebbende moet terugbetalen.

De beschikking is gegeven door mr. P.A.M. Penders en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Tegen deze beslissing kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, uitsluitend door een advocaat.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Toezicht
locatie Utrecht
zaaknummer: 8926260 \ UT VERZ 20-19696
BM-nummer: 15311
Ambtshalve beschikking van de kantonrechter tot terugbetaling van bewindvoerderskosten d.d. 23 februari 2021
met betrekking tot:

[rechthebbende] ,

geboren te [geboorteplaats] , Nederlandse Antillen, op [geboortedatum] 1970,
wonende [adres] , [postcode] [woonplaats] ,
hierna te noemen: rechthebbende.

De procedure en de feiten

Bij beschikking van de kantonrechter te Amersfoort van 15 april 2008 is het vermogen van rechthebbende onder bewind gesteld. Nu is [bedrijfsnaam] B.V. bewindvoerder.
De bewindvoerder heeft op 23 maart 2020 de rekening en verantwoording over 2019 ingediend. Daaruit blijkt dat de bewindvoerder 1 uur extra beloning ad € 78,53 inclusief btw aan rechthebbende in rekening heeft gebracht (met voorafgaande machtiging van de kantonrechter) ter zake van de belastingaangifte 2017.
Op 23 november 2020 is de bewindvoerder namens de kantonrechter verzocht om aan te geven waarom hij geen bijzondere bijstand heeft aangevraagd voor deze extra kosten van de bewindvoering, terwijl rechthebbende daar wel recht op had.
Op 24 november 2020 heeft de bewindvoerder als reactie gegeven:
“Wij hebben er niet bij stil gedaan voor de € 78,53 bijzondere bijstand aan te vragen. Het lijkt ons wat overdreven dit bedrag om die reden terug te laten betalen aan betrokkene.”

De overwegingen van de kantonrechter

De kantonrechter stelt voorop dat het aanvragen van bijzondere bijstand voor de kosten van bewindvoering tot de gebruikelijke werkzaamheden van een bewindvoerder behoort.
Blijkens voormelde reactie van de bewindvoerder lijkt hij zich niet te realiseren dat voor cliënten die aanspraak kunnen maken op bijzondere bijstand een bedrag van € 78,53 veel geld is. Van een professionele bewindvoerder verwacht de kantonrechter een dergelijk inzicht wel.
Nu de bewindvoerder ten onrechte geen bijzondere bijstand voor de beloning van € 78,53 heeft aangevraagd ten gevolge waarvan de rechthebbende financieel nadeel heeft geleden, zal de kantonrechter bepalen dat de bewindvoerder voormeld bedrag aan rechthebbende dient terug te betalen.

De beslissing

De kantonrechter:
  • bepaalt dat [bedrijfsnaam] B.V. aan rechthebbende dient terug te betalen voormeld bedrag van € 78,53;
  • verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.A.M. Penders, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 23 februari 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beslissing kan binnen drie maanden na de dag van de uitspraak hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-LeeuwardenPostbus 9030, 6800 EM Arnhem. Het beroepschrift kan uitsluitend door een advocaat worden ingediend.