In deze beschikking van de Rechtbank Midden-Nederland, uitgesproken op 17 februari 2021, is de begroting van de kosten van deskundige dr. [A] aan de orde. De zaak betreft een civiele procedure waarin verzoekster, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.A. de Hek, en verweerster ASR Schadeverzekering N.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. L. Homan, betrokken zijn. De rechtbank verwijst naar eerdere beschikkingen van 30 augustus 2019 en 11 maart 2020, waarin een voorlopig deskundigenonderzoek is gelast en dr. [A] als deskundige is benoemd. ASR heeft bezwaar gemaakt tegen de hoogte van de declaratie van dr. [A], die € 3.152,35 bedraagt, en stelt dat deze kosten niet redelijk zijn, aangezien hij niet met zijn onderzoek had mogen beginnen zonder de benodigde medische informatie.
De rechtbank oordeelt dat dr. [A] in strijd heeft gehandeld met de instructies door voorbereidende werkzaamheden te verrichten voordat het dossier compleet was. De rechtbank wijst de kosten van de voorbereidende werkzaamheden af, maar erkent dat dr. [A] enige kosten heeft gemaakt voor het aannemen van de opdracht en de correspondentie met de rechtbank. Uiteindelijk wordt het bedrag dat dr. [A] toekomt vastgesteld op € 736,50, exclusief btw. De rechtbank bepaalt dat ASR deze kosten moet dragen, conform de eerdere beschikking waarin is bepaald dat ASR de kosten van het deskundigenbericht zal dragen. De griffier wordt belast met de zorg voor de betaling van dit bedrag aan dr. [A].