ECLI:NL:RBMNE:2021:841
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Leges voor verlenging wapenverlof en de rechtsgeldigheid van de heffing
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 3 maart 2021 uitspraak gedaan in een geschil over de heffing van leges voor de verlenging van een wapenverlof. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde R.J.F. van den Wijngaard, was het niet eens met de onkostenvergoeding van € 60,- die haar door de korpschef van de regionale eenheid Midden-Nederland was opgelegd. Eiseres stelde dat er geen wettelijke grondslag was voor het heffen van leges voor de verlenging van een wapenverlof, aangezien verlenging niet expliciet genoemd wordt in de relevante wetgeving. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de leges voortvloeien uit de Wet wapens en munitie (Wwm) en de Regeling wapens en munitie (Rwm). De rechtbank concludeerde dat de korpschef de wet- en regelgeving op juiste wijze had toegepast en dat de leges niet te hoog of onevenredig waren vastgesteld. Eiseres had ook aangevoerd dat het besluit tot het heffen van leges onrechtmatig was, maar de rechtbank volgde deze redenering niet. De rechtbank oordeelde dat de wetgever de regels had aangescherpt om de veiligheid in de samenleving te waarborgen en dat de jaarlijkse toetsing van verlofhouders noodzakelijk was. Eiseres had verder aangevoerd dat zij niet was gewezen op de mogelijkheid van administratief beroep, maar de rechtbank stelde vast dat dit gebrek haar belangen niet had geschaad, omdat zij tijdig beroep had ingesteld. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en wees een proceskostenveroordeling af.