ECLI:NL:RBMNE:2022:1

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
5 januari 2022
Publicatiedatum
23 december 2021
Zaaknummer
C/16/520396 / HA ZA 21-269
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging intermediairovereenkomst door Volksbank en de gevolgen voor zelfstandig adviseurs

In deze zaak, die voor de Rechtbank Midden-Nederland is behandeld, hebben een aantal zelfstandig adviseurs, gezamenlijk aangeduid als Zelfstandig Adviseurs, een rechtszaak aangespannen tegen de Volksbank N.V. De aanleiding voor de procedure was de wijziging van de intermediairovereenkomst door de Volksbank, die per 1 oktober 2020 de rechtsverhouding tussen de partijen wijzigde naar een full-franchiseformule. De Zelfstandig Adviseurs vorderden onder andere een verklaring van recht dat deze wijziging onverenigbaar was met hun onafhankelijkheid en dat de aanpassing van het vergoedingenmodel onaanvaardbaar was. De rechtbank heeft op 5 januari 2022 uitspraak gedaan en de vorderingen van de Zelfstandig Adviseurs afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de Volksbank, op basis van de intermediairovereenkomst, de bevoegdheid had om de overeenkomst eenzijdig te wijzigen. De rechtbank concludeerde dat de wijziging niet in strijd was met de redelijkheid en billijkheid, aangezien de Zelfstandig Adviseurs op de hoogte waren van de ontwikkeling van de tussenpersoonformule en daarmee instemden. Bovendien was er onvoldoende bewijs dat de wijziging hen financieel onevenredig zou treffen. De rechtbank oordeelde dat de Zelfstandig Adviseurs niet in hun onafhankelijkheid werden aangetast door de nieuwe productie-eisen en dat de beëindiging van de relatie met de Volksbank een redelijk alternatief bood. De proceskosten werden aan de Zelfstandig Adviseurs opgelegd.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
handelskamer
locatie Utrecht
zaaknummer / rolnummer: C/16/520396 / HA ZA 21-269
Vonnis van 5 januari 2022
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres sub 1] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 1] , gemeente [gemeente 1] ,
2. de vennootschap onder firma
VOF [eiseres sub 2],
gevestigd te [vestigingsplaats 2] , gemeente [gemeente 2] ,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres sub 3] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 3] , gemeente [gemeente 3] ,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres sub 4] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 4] ,
5. de vennootschap onder firma
[eiseres sub 5],
gevestigd te [vestigingsplaats 5] ,
6. de vennootschap onder firma
[eiseres sub 6] V.O.F.,
gevestigd te [vestigingsplaats 6] ,
7. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres sub 7] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 7] ,
8. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres sub 8] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 8] ,
9. de vennootschap onder firma
[eiseres sub 9],
gevestigd te [vestigingsplaats 9] ,
10.
[eiseres sub 10],
wonende te [woonplaats 1] ,
11. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres sub 11] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 10] ,
12. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres sub 12] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 11] ,
13. de vennootschap onder firma
[eiseres sub 13],
gevestigd te [vestigingsplaats 12] ,
14.
[eiseres sub 14],
wonende te [woonplaats 2] ,
15. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres sub 15] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 13] ,
16. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres sub 16] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 14] ,
17.
[eiseres sub 17],
wonende te [woonplaats 3] ,
18.
[eiseres sub 18],
wonende te [woonplaats 4] ,
19. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres sub 19] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 15] ,
20. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres sub 20] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 16] ,
21. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres sub 21] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 17] ,
22. de vennootschap onder firma
[eiseres sub 22] V.O.F.,
gevestigd te [vestigingsplaats 18] ,
23. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres sub 23] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 19] ,
24. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres sub 24] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 20] ,
25. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres sub 25] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 21] ,
eisers,
advocaat mr. R.J. Sturkenboom te Culemborg,
tegen
de naamloze vennootschap
VOLKSBANK N.V.,
gevestigd te Utrecht,
gedaagde,
advocaat mr. C.M. Kan te Haarlem.
Eisers zullen hierna gezamenlijk Zelfstandig Adviseurs worden genoemd. Gedaagde zal als Volksbank worden aangeduid.

1.Hoe is de procedure verlopen?

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van Zelfstandig Adviseurs met producties 1 tot en met 11;
  • de conclusie van antwoord van Volksbank met producties 1 tot en met 15;
  • de voorafgaand aan de mondelinge behandeling van 18 november 2021 overgelegde producties 12 tot en met 16 van Zelfstandig Adviseurs;
  • de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling gehouden op 18 november 2021;
  • de beslissing dat er vonnis komt.

2.Waar gaat deze zaak over?

2.1.
Zelfstandig Adviseurs bemiddelen bij de totstandkoming van overeenkomsten tussen hun klanten en Volksbank, handelend onder de naam Regiobank. Dat doen zij exclusief voor spaar- en betaalproducten van Regiobank en niet-exclusief en op vrijwillige basis voor andere financiële producten (of diensten) van Regiobank. Zelfstandig Adviseurs maken deel uit van een grotere groep van in totaal zo’n 500 zelfstandig ondernemers die bemiddelen in Regiobank producten. Zelfstandig Adviseurs ontvingen, tot 1 oktober 2020, provisies gebaseerd op de uitstaande saldi van aangebrachte klanten, vermeerderd met toeslagen wanneer aan bepaalde (kwantitatieve) eisen werd voldaan.
2.2.
De rechtsverhouding tussen Zelfstandig Adviseurs als bemiddelaars en Volksbank als aanbieder werd tot 1 oktober 2020 geregeld in een (model) intermediairovereenkomst (hierna: de intermediairovereenkomst) die – voor zover van belang – als volgt luidt:

In overweging nemende dat: (…) Aanbieder doende is met de doorontwikkeling en implementatie van haar tussenpersoonformule. (…) Aanbieder benadrukt dat deze formule en de implementatie daarvan (in verband met het doorontwikkelingsproces) gedurende de looptijd van de onderhavige overeenkomst mogelijk nog wijzigingen of aanvullingen zal ondergaan;’
‘Artikel 4. Verplichtingen van de Bemiddelaar. (…) 13. Het is de Bemiddelaar zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Regiobank (de Aanbieder) niet toegestaan te bemiddelen in spaar- en bankproducten, uitgezonderd de spaar- en betaalproducten van Regiobank (…).’
‘Artikel 10. (…) De Intermediairovereenkomst is aangegaan voor onbepaalde tijd en kan door beide partijen tegen het einde van een kalendermaand zonder opgave van redenen opgezegd worden met inachtneming van een opzegtermijn van drie kalendermaanden. Voor ieder jaar dat de Intermediairovereenkomst langer heeft bestaan dan één vol jaar, wordt deze minimale opzegtermijn verlengd met één kalendermaand, met dien verstande dat de maximumopzegtermijn zes kalendermaanden bedraagt.’
Artikel 12. (…) 3. Deze Intermediairovereenkomst kan door de Aanbieder eenzijdig gewijzigd worden na overleg met de Formuleraad. Instemming van de Formuleraad is daarvoor niet vereist. (…) 4. De bijlagen bij deze Intermediairovereenkomst kunnen te allen tijde door de Aanbieder worden gewijzigd. (…)
2.3.
Met ingang van 1 oktober 2020 is de rechtsverhouding tussen partijen gewijzigd en is de tussenpersoonformule van Regiobank als ‘full franchise’ aangemerkt. De wijzigingen zijn vastgelegd in het Transitieplan Full Franchise Strategie van mei 2020 en in een aantal aanvullende afspraken tussen Regiobank en de Vereniging Regiobank Adviseurs (hierna: VRA) zoals weergegeven in een brief van 19 juni 2020 van Regiobank en VRA aan adviseurs (hierna tezamen: full-franchiseformule). Kortgezegd worden de deelnemende adviseurs aan de full-franchiseformule verplicht om (i) alle producten en diensten van Regiobank aan hun klanten aan te bieden, (ii) te voldoen aan locatie- en uitstralingseisen van Regiobank en (iii) te voldoen aan minimale productie-eisen.
2.4.
Die productie-eisen vallen uiteen in kwalitatieve en kwantitatieve eisen. Voor de kwantitatieve eisen is een ondergrens bepaald voor de drie transitiejaren die zijn uitgetrokken voor de implementatie van de full-franchiseformule. De ondergrens voor het eerste transitiejaar, zo volgt onder andere uit de nieuwsbrief die op 21 juli 2021 naar adviseurs is gestuurd, is:
‘Klanten particulier (betalen/sparen)
Bruto groei van 48 klanten
Klanten zakelijk (betalen/sparen)
Bruto groei van 10 klanten
Betaalklanten
Bruto groei van 32 betaalklanten
Multiklanten (betalen/sparen)
Bruto groei van 26 klanten
Klanten met internetbankieren
Bruto groei van 26 klanten
Creditgelden
Groei van credit gelden in de spaarportefeuille’
2.5.
Alle zelfstandig adviseurs zijn voor 1 oktober 2020 met het formulier ‘Keuze Zelfstandig Adviseur’ gevraagd te kiezen uit – samengevat – de volgende drie opties: (1) meedoen als ‘full franchise kantoor’, (2) niet meedoen en de beheerfase ingaan en (3) opzegging van de relatie met Regiobank. De beheerfase vormt kortgezegd een overgangsperiode naar beëindiging van de relatie waarin de adviseur bestaande klanten nog kan bedienen maar geen nieuwe klanten meer mag werven voor Regiobank. In de beheerfase wordt de bestaande portefeuille met Regiobank klanten overgedragen, hetzij onderhands aan een derde hetzij aan Regiobank.
2.6.
Zelfstandig Adviseurs hebben, onder bezwaar en in afwachting van de uitkomst van deze procedure, voor optie 1 gekozen en aangegeven mee over te gaan.

3.Wat willen Zelfstandig Adviseurs?

3.1.
De inzet van Zelfstandig Adviseurs in deze procedure is om de rechtsverhouding zoals die tot 1 oktober 2020 gold tussen partijen te doen herleven. Zelfstandig Adviseurs vorderen – samengevat – uitvoerbaar bij voorraad:
een verklaring van recht dat de door Volksbank voorgestane full-franchiseformule onverenigbaar is met de kernwaarde van onafhankelijkheid van Zelfstandig Adviseurs;
een verklaring van recht dat de aanpassing van het vergoedingenmodel per 1 oktober 2020 naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is;
Volksbank te gebieden Zelfstandig Adviseurs voor onbeperkte duur, dan wel voor de looptijd van de intermediairovereenkomst, niet gebonden te achten aan de full-franchise formule, zodat de tot 1 oktober 2020 geldende intermediairovereenkomst onverkort van toepassing blijft, subsidiair Volksbank te veroordelen de door Zelfstandig Adviseurs ten gevolge van de full-franchiseformule geleden en nog te lijden schade te vergoeden, op te maken bij staat.
3.2.
Zelfstandig Adviseurs leggen aan hun vorderingen ten grondslag dat de regel uit de intermediairovereenkomst die Volksbank de bevoegdheid geeft om de overeenkomst eenzijdig te wijzigen buiten toepassing moet blijven, omdat de toepassing van die bevoegdheid in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Zelfstandig Adviseurs betogen, kort samengevat, dat de wijziging door invoering van de full-franchiseformule grote financiële gevolgen voor hen heeft, hen sterk beknot in hun positie als onafhankelijk adviseur en dat een beëindiging van de relatie, het enige alternatief, hen met lege handen laat staan.
3.3.
Volksbank voert verweer en licht uitgebreid toe waarom zij in de gegeven omstandigheden de bevoegdheid had om de overeenkomst te wijzigen. Volksbank concludeert tot afwijzing van de vorderingen.

4.Wat is het oordeel van de rechtbank?

4.1.
De rechtbank stelt Volksbank in het gelijk en zal de vorderingen van Zelfstandig Adviseurs afwijzen. Dit oordeel wordt hierna toegelicht.
4.2.
Niet in geschil is dat de intermediairovereenkomst Volksbank een (ruime) bevoegdheid geeft om de overeenkomst en de bijlagen daarbij, waaronder het provisiereglement, eenzijdig te wijzigen. De centrale vraag in deze procedure is echter of het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat de Volksbank van deze wijzigingsbevoegdheid gebruikt maakt door invoering van de full-franchiseformule. Dat is, zoals hierna zal worden toegelicht, niet het geval.
Zelfstandig adviseurs wisten dat de Regiobank tussenpersoonformule in ontwikkeling was
4.3.
Gelet op de bewoordingen van de considerans in de intermediairovereenkomst (zie 2.2 hiervoor) waren Zelfstandig Adviseurs op de hoogte van het gegeven dat de tussenpersoonformule van Regiobank (nog) in ontwikkeling was. Zij hebben, dat wetende, niettemin ingestemd met de tekst van de intermediairovereenkomst en de daarin opgenomen bevoegdheid van Volksbank om de intermediairovereenkomst – na overleg met de Formuleraad – te wijzigen. Dat maakt dat niet snel geoordeeld kan worden dat het beroep van Volksbank op de wijzigingsbevoegdheid in verband met de doorontwikkeling van de tussenpersoonformule naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Partijen hebben immers expliciet voorzien in deze mogelijkheid.
De full-franchiseformule is in samenspraak met Regiobank adviseurs (door)ontwikkeld
4.4.
Vast is komen te staan dat de full-franchiseformule ook in samenspraak met Regiobank adviseurs is (door)ontwikkeld. Nagenoeg alle Regiobank adviseurs, waaronder Zelfstandig Adviseurs, zijn verenigd in de VRA en de VRA (o.a. middels de strategiegroep) heeft invloed kunnen uitoefenen op de inhoud van wat uiteindelijk de full-franchiseformule is gaan heten. Uit de stukken maakt de rechtbank op dat Volksbank een zorgvuldig proces heeft gevolgd. Regiobank adviseurs zijn geregeld ingelicht over de start, de voortgang, de besluitvorming en de (verwachte) gevolgen van de nieuwe strategie, zo volgt onder andere uit de tijdlijn die Volksbank heeft ingebracht (productie 11 bij conclusie van antwoord). Het bestuur van de VRA heeft, na een peiling onder haar leden, ingestemd met de full-franchiseformule en uiteindelijk hebben 483 van de ongeveer 500 adviseurs, waaronder Zelfstandig Adviseurs onder protest, in hun keuzeformulier te kennen gegeven als franchisenemer door te willen. Die instemming van de VRA en verreweg de meeste adviseurs is naar het oordeel van de rechtbank, hoewel niet alleszeggend, wel een indicatie dat de belangen van de adviseurs in ogenschouw zijn genomen en dat er niet alleen ‘op papier’ inspraak is geweest. Tijdens de mondelinge behandeling hebben Zelfstandig Adviseurs te kennen gegeven dat zij vinden dat VRA hun belangen onvoldoende heeft behartigd, maar dat brengt uiteraard niet mee dat Volksbank kan worden verweten dat zij hen geen of onvoldoende platform heeft geboden om de full-franchiseformule mede inhoud te geven. Dat leidt tot de slotsom dat de inhoud van de doorontwikkelde tussenpersoonformule niet eenzijdig door Volksbank is bepaald en ook daarom niet snel geoordeeld kan worden dat Volksbank de wijziging niet had mogen doorvoeren.
Niet is gebleken dat Zelfstandig Adviseurs financieel (onevenredig) zwaar worden getroffen
4.5.
Zelfstandig Adviseurs hebben, naar het oordeel van de rechtbank, onvoldoende gesteld om te kunnen concluderen dat de full-franchiseformule hen financieel (onevenredig) zwaar treft. Dit standpunt hebben Zelfstandig Adviseurs zowel ten grondslag gelegd aan de gevraagde verklaring van recht (3.1.b hierboven) als aan het gevraagde gebod om de intermediairovereenkomst te doen herleven en subsidiair hun schade te vergoeden (3.1.c hierboven). De rechtbank bespreekt beide hieronder gezamenlijk.
4.6.
Zelfstandig Adviseurs hebben – onder verwijzing naar een berekening met behulp van de door Regiobank ter beschikking gestelde rekentool – weliswaar aangevoerd dat de verwachting is dat zij fors moeten inleveren, maar Volksbank heeft die stelling gemotiveerd betwist. Volksbank heeft er op gewezen dat in de berekeningen van Zelfstandig Adviseurs geen rekening is gehouden met een groei van de klantenportefeuille en de eenvoudig te behalen vergoedingen voor klanttevredenheid (Net Promotor Score) en leefbaarheid (buurtactiviteiten). Volksbank becijfert in een eigen berekening dat de gevolgen (aanzienlijk) minder groot zijn. Ook wanneer Zelfstandig Adviseurs maar net de ondergrens halen, is de verwachte omzet al rooskleuriger dan de berekeningen van Zelfstandig Adviseurs. Tijdens de mondelinge behandeling heeft Volksbank dat verder toegelicht aan de hand van de gerealiseerde cijfers in het eerste jaar dat de full-franchiseformule is toegepast. Zelfstandig Adviseurs blijken tussen 1 oktober 2020 en 1 oktober 2021 gemiddeld een stijging van 12% in het aantal multiklanten, het belangrijkste onderdeel voor de nieuwe provisieberekeningen, te hebben gerealiseerd.
4.7.
Hoewel tijdens de mondelinge behandeling door twee eisers, [eiseres sub 20] B.V. en [eiseres sub 24] B.V., is verklaard dat zij in het eerste jaar als franchisenemer er fors op achteruit zijn gegaan, heeft geen van de Zelfstandig Adviseurs inzichtelijk gemaakt wat hun financiële resultaten zijn geweest. Dat lag wel op hun weg. Ten tijde van de mondelinge behandeling moeten de financiële resultaten immers bekend worden geacht. Verder hebben Zelfstandig Adviseurs ook niet gesteld dat juist zij, van de totale groep Regiobank adviseurs, onevenredig zwaar worden getroffen. Tijdens de mondelinge behandeling is weliswaar gezegd dat adviseurs met een klantenportefeuille bestaande uit klanten met maar één (spaar- of betaal)product het meeste moeten inleveren, maar niet is gesteld of anderszins gebleken dat juist Zelfstandig Adviseurs een dergelijke klantenportefeuille hebben.
4.8.
Gelet op het voorstaande is niet gebleken dat de full-franchiseformule Zelfstandig Adviseurs (onevenredig) financieel zwaar heeft getroffen of, naar redelijke verwachting, nog zal treffen. Dat maakt dat de tweede vordering, de verklaring voor recht dat het nieuwe vergoedingenmodel naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is (vordering 3.1.b) alsmede de vordering die strekt tot vergoeding van schade (vordering 3.1.c subsidiair), moet worden afgewezen. De rechtbank merkt daarbij op dat een schadevergoeding ook alleen aan de orde is wanneer – samengevat – komt vast te staan dat Volksbank de full-franchiseformule niet had mogen invoeren.
Het verlies van onafhankelijkheid door invoering van de full-franchiseformule is beperkt
4.9.
De vordering van Zelfstandig Adviseurs komt in belangrijke mate, zo bleek ook tijdens de mondelinge behandeling, voort uit de door hen ervaren aantasting van hun onafhankelijkheid als zelfstandig adviseur. Dat standpunt leggen zij zowel ten grondslag aan de gevraagde verklaring van recht (3.1.a hierboven) als aan het gevraagde gebod om de intermediairovereenkomst te doen herleven (3.1.c hierboven). De rechtbank bespreekt hieronder beide gezamenlijk.
4.10.
Het voornaamste bezwaar van Zelfstandig Adviseurs is dat zij zich niet meer vrij voelen om, hoewel in het belang van hun klant, producten van andere aanbieders dan Regiobank te adviseren. Dat voelen zij, zo stellen Zelfstandig Adviseurs, rechtstreeks in hun portemonnee en, als het gaat om de ondergrens, brengt het zelfs hun positie als franchisenemer in gevaar. Het adviseren van het juiste product aan de klant kan, volgens Zelfstandig Adviseurs, namelijk betekenen dat zij daardoor de ondergrens niet halen.
4.11.
Niet ter discussie staat dat Regiobank adviseurs onder de full-franchiseformule, meer dan onder de oude rechtsverhouding, worden aangespoord om Regiobank producten te verkopen. De ondergrens bestaat immers uit onder meer een minimale klantengroei. De vraag is echter of de ‘druk’ die uitgaat van de ondergrens en de nieuwe beloningsstructuur zodanig is dat Zelfstandig Adviseurs niet langer in het belang van de klant kunnen adviseren en zij hun onafhankelijkheid (dreigen te) verliezen.
4.12.
De rechtbank stelt voorop dat eigen aan een franchiseformule is dat een franchisegever voorwaarden stelt om een uniforme toepassing daarvan te bewerkstelligen. Een franchisenemer moet als zodanig herkenbaar zijn, en wordt ook geacht mede in het belang van de franchisegever te handelen. Dat volgt ook uit de wettelijke definitie van de franchiseovereenkomst, die inhoudt dat de franchisegever franchisenemers kan verplichten om de formule ‘
op een door haar aangewezen wijze te exploiteren’(artikel 7:911 lid 1 Burgerlijk Wetboek). Het staat Volksbank daarom in beginsel vrij om minimum productie-eisen te stellen en de beloning afhankelijk te maken van – kort gezegd – de prestaties van Regiobank adviseurs.
4.13.
Door Zelfstandig Adviseurs is niet aangegeven welke rechtsnorm, uit bijvoorbeeld de Wet financieel toezicht of de intermediairovereenkomst, in de weg zou staan aan toepassing van het franchisemodel zoals dat nu is ingevoerd. Omdat Zelfstandig Adviseurs stellen dat de full-franchiseformule onverenigbaar is met hun kernwaarde van onafhankelijkheid, lag dat wel op hun weg. Zonder rechtsgrond kan deze vordering immers niet worden toegewezen. Maar ook in het licht van de standpunten van partijen en al hetgeen zij daaraan ten grondslag hebben gelegd, is de rechtbank van oordeel dat van onverenigbaarheid geen sprake is. Er is namelijk, op dit punt, niet zo veel gewijzigd met de invoering van de full-franchiseformule. Uit de bewoordingen van de minimum productie-eisen zelf en het Vergoedingsreglement Full Franchise Strategie van juli 2020 volgt namelijk dat de ondergrens en het vergoedingenmodel uitsluitend betrekking hebben op betaal- en spaarproducten van Regiobank. De ondergrens, zoals weergegeven in 2.4 hierboven, ziet immers op een bepaalde minimale groei van ‘
Klanten particulier (betalen/sparen)’, ‘Klanten zakelijk (betalen/sparen)’, ‘Betaalklanten’, ‘Multiklanten (betalen/sparen)’, ‘Klanten met internetbankieren’en
‘Creditgelden’. Tijdens de mondelinge behandeling heeft Volksbank nog verduidelijkt dat ‘multiklanten’ klanten met meerdere betaal- of spaarproducten zijn, zoals internetbankieren (via de app en/of mijnbetaalomgeving), en niet betaalklanten met bijvoorbeeld ook een verzekeringsproduct van Regiobank. Dat is niet weersproken door Zelfstandig Adviseurs. Omdat Zelfstandig Adviseurs onder de rechtsverhouding tot 1 oktober 2020 ook al exclusief bemiddelden in betaal- en spaarproducten van Regiobank, zoals weergegeven in artikel 4.13 van de intermediairovereenkomst (zie 2.2 hierboven), wordt hun onafhankelijkheid dus niet verder beknot door de nieuwe productie-eisen. Een klant met bijvoorbeeld een Regiobank spaarrekening kan immers nog steeds een verzekering (of hypotheek) van een andere aanbieder worden geadviseerd zonder dat dat enig effect op de beloning of het behalen van de ondergrens heeft. Nieuw zijn dan alleen nog de locatie- en uitstralingseisen. Zelfstandig Adviseurs hebben echter onvoldoende duidelijk gemaakt in welke zin die eisen een breuk vormen met hun huidige ‘uitstraling’ en dat (potentiële) klanten daardoor zouden kunnen worden afgeschrikt.
4.14.
Naar het oordeel van de rechtbank staat de full-franchiseformule er daarom niet aan in de weg dat Zelfstandig Adviseurs het belang van hun klant centraal stellen en de klant het juiste product adviseren. Van onverenigbaarheid van de full-franchiseformule met de onafhankelijkheid van Zelfstandig Adviseurs is dan ook niet gebleken. De eerste vordering zoals weergegeven in 3.1.a zal daarom worden afgewezen.
Volksbank biedt een passend alternatief: beëindiging van de relatie tegen de overeengekomen voorwaarden
4.15.
Tot slot kunnen adviseurs, naar het oordeel van de rechtbank, onder redelijke voorwaarden uitstappen. Volgens Zelfstandig Adviseurs ligt dat anders omdat:
  • de door Volksbank betaalde klantenvergoeding voor overname van het relatiebestand van de gemiddelde jaarprovisie over de afgelopen vijf jaar (ver) onder de marktwaarde is;
  • bij de overdracht van het relatiebestand betaal- en spaarklanten Volksbank gaat concurreren op verzekerings- en hypotheekproducten;
  • de opzegtermijn en duur van de beheerfase (van maximaal 1 jaar) te kort is met het oog op doorlopende personeelskosten voor het personeel dat (meerdere) Zelfstandig Adviseurs in dienst hebben.
4.16.
Voorop wordt gesteld dat de aangevoerde bezwaren van Zelfstandig Adviseurs ook zouden gelden bij de beëindiging van de intermediairovereenkomst. De opzegtermijn (artikel 10 lid 1), de klantenvergoeding (bijlage III: reglement inzake klantenvergoeding) en de concurrentie-risico’s spelen in die situatie evengoed. Omdat Volksbank ook onder de intermediairovereenkomst zonder opgaaf van reden mag opzeggen, valt niet goed in te zien hoe deze – hoewel begrijpelijke – bezwaren kunnen bijdragen aan toewijzing van de vordering(en) van Zelfstandig Adviseurs. Dat was anders geweest als Volksbank met invoering van de full-franchiseformule ook de beëindigingsregeling in het nadeel van Regiobank adviseurs had aangepast. Maar daar is geen sprake van.
4.17.
Door Volksbank is tijdens de mondelinge behandeling bovendien gemotiveerd betwist dat de marktwaarde van het relatiebestand (veel) hoger ligt dan een jaarprovisie. Dat is, volgens Volksbank, alleen het geval als het gaat om een klantenportefeuille met klanten die verschillende categorieën producten, zoals spaar-, hypotheek- en verzekeringsproducten, hebben afgesloten. Dit is niet (voldoende) weersproken door Zelfstandig Adviseurs. Bovendien kunnen Zelfstandig Adviseurs, met instemming van Volksbank, het relatiebestand ook onderhands verkopen.
4.18.
Ook het bezwaar dat Volksbank, of de partij aan wie Volksbank de klantenportefeuille doorverkoopt, gaat concurreren op hypotheek- en verzekeringsproducten, overtuigt niet. Ook onder de (oude) intermediairovereenkomst was de partij aan wie Volksbank het klantenbestand overdroeg (in geval de adviseur dus niet onderhands verkocht), niet gebonden aan enige concurrentiebeperkende afspraak. In de nadere afspraken tussen VRA en Volksbank is adviseurs bovendien een handreiking gedaan op dit punt. Onder bepaalde voorwaarden is Volksbank bereid om een relatiebeding op te nemen dat de koper voor een periode van maximaal 3 jaar verbiedt om de achterblijvende klanten van de adviseur tot klant te maken. Daarmee hebben Zelfstandig Adviseurs onder de full-franchiseformule dus een gunstigere beëindigingsregeling dan onder de oude rechtsbetrekking met Volksbank.
4.19.
Voor de termijn die adviseurs wordt geboden voordat de relatie daadwerkelijk wordt beëindigd geldt, naast hetgeen hiervoor al is opgemerkt over de contractuele opzegtermijn, dat Volksbank Zelfstandig Adviseurs met de beheerfase ook een ruimere periode biedt. Voor (de zeven) Zelfstandig Adviseurs die op 1 oktober 2021 niet voldeden aan de ondergrens is de beheerfase bovendien, in afwachting van de uitkomst van deze procedure, opgeschort zodat zij nog langer – tot uiterlijk 1 oktober 2022 – de tijd hebben. Dat Zelfstandig Adviseurs, ook met die langere termijn, mogelijk personeelskosten hebben voor personeel dat (kennelijk) niet op andere werkzaamheden kan worden ingezet, is naar het oordeel van de rechtbank een eigen ondernemersrisico.
4.20.
Tegen deze achtergrond kan niet gezegd worden dat een beëindiging van de relatie tussen Zelfstandig Adviseurs en Volksbank, hoewel begrijpelijkerwijs voor hen niet de voorkeursoptie, geen redelijk alternatief is voor de adviseurs die niet als franchisenemer mee willen.
Conclusies
4.21.
Gelet op voorstaande is onvoldoende gebleken dat de invoering van de full-franchiseformule Zelfstandig Adviseurs onevenredig financieel treft, hen sterk beknot in hun positie als onafhankelijk adviseur en dat de beëindiging van de relatie met Regiobank geen passend alternatief is. Daaruit volgt dat in de gegeven omstandigheden niet kan worden gezegd dat de bevoegdheid van Volksbank om de intermediairovereenkomst te wijzigen door invoering van de full-franchiseformule buiten toepassing moet blijven omdat dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. De vorderingen van Zelfstandig Adviseurs zullen worden afgewezen.
Proceskosten
4.22.
Zelfstandig Adviseurs zullen als de in het ongelijk gestelde partij hoofdelijk in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Volksbank worden begroot op:
- griffierecht 667,00
- salaris advocaat
1.126,00(2,0 punten × tarief € 563,00)
Totaal € 1.793,00

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Zelfstandig Adviseurs hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van Volksbank tot op heden begroot op € 1.793,00,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.P. Verboom en in het openbaar uitgesproken op 5 januari 2022. [1]

Voetnoten

1.type: 5369