Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.Waar gaat deze zaak over
3.De beoordeling
746,00(2 punten x tarief € 373,00)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak, die werd behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, vorderde eiseres betaling van een bedrag van € 15.252,07 van gedaagde, dat zij voor hem had betaald tijdens hun affectieve relatie. Eiseres vorderde ook wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. Gedaagde erkende de verschuldigdheid van het bedrag, maar voerde verweer door te stellen dat hij een tegenvordering had die hij wilde verrekenen. De kantonrechter oordeelde dat de vordering van eiseres toewijsbaar was, omdat gedaagde had erkend dat hij het bedrag verschuldigd was en geen geldige redenen had aangevoerd om de betaling te weigeren. De gevorderde wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten werden eveneens toegewezen, omdat deze op de wet waren gegrond en gedaagde deze niet had betwist.
Wat betreft de tegenvordering van gedaagde, die stelde dat hij recht had op verrekening van kosten met betrekking tot een gezamenlijke woning, oordeelde de kantonrechter dat er onvoldoende bewijs was voor de door gedaagde gestelde afspraken over de verdeling van kosten en opbrengsten. De kantonrechter concludeerde dat gedaagde niet had aangetoond dat er een overeenkomst bestond die hem recht gaf op verrekening. Daarom werd de tegenvordering afgewezen. Gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die op € 1.361,22 werden begroot, en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.