RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 maart 2022 in de zaak tussen
[eiser], te [woonplaats] , eiser
(gemachtigde: mr. A.M.T. Wigger),
de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, verweerder
(gemachtigden: mr. B. Van der Kuil, mr. I. Van Heijningen en P.E. Uilenbroek).
Bij besluit van 17 januari 2020 (het primaire besluit) heeft Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport Register Administratie (hierna: TCVT RA) namens verweerder besloten om eiser niet op te nemen in het Register Kraanmachinisten.
Bij besluit van 23 april 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 februari 2022. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Ook zijn de door eiser meegebrachte getuigen verschenen, te weten: [getuige 1] , [getuige 2] en [getuige 3] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden.
Waar gaat deze zaak over?
1. Eiser wil geregistreerd worden als machinist autolaadkraan in het Register Kraanmachinisten.Hij heeft daartoe op 24 december 2019 examen gedaan. Dit examen bestond uit een theorie- en een praktijkgedeelte. Tijdens het praktijkgedeelte moest eiser verschillende hijsopdrachten uitvoeren. Drie van die opdrachten waren zogeheten knock-out opdrachten: als eiser voor zo’n opdracht een onvoldoende zou behalen, dan zou hij volgens de exameneisen niet met een positief advies worden voorgedragen voor registratie. Eén van de knock-out opdrachten bij eiser was het buiten zicht plaatsen van een last. Daarbij moest eiser een portofoon gebruiken. Eiser kan echter niet horen en spreken en kon dus geen gebruik maken van een portofoon. De opdracht is daarom met handsignalen uitgevoerd. Aangezien dit niet de voorgeschreven opdracht was, is eiser volgens de examinator niet geslaagd. Eiser is vervolgens (zonder positief of negatief advies) voorgedragen bij TCVT RA voor registratie in het Register Kraanmachinisten. TCVT RA heeft namens verweerder besloten eiser niet te registreren, omdat eiser onvoldoende kan communiceren om veilig te kunnen hijsen.
2. Eiser was het met die beslissing niet eens en is in bezwaar gegaan. Verweerder heeft dit bezwaar ongegrond verklaard. Volgens verweerder had eiser in de eerste plaats geen examen mogen doen. Om examen te mogen doen, moet de kandidaat namelijk kunnen communiceren in de taal waarin het examen wordt afgenomen (de communicatie-(entree)eis). Dit betekent onder meer dat de kandidaat moet kunnen communiceren met een portofoon. Eiser kan dit niet en is daarom volgens verweerder ten onrechte tot het examen toegelaten. Aangezien eiser wel examen heeft gedaan, heeft verweerder ook gekeken naar het resultaat daarvan. Verweerder heeft vastgesteld dat eiser het examen niet heeft gehaald, omdat hij één van de knock-out opdrachten niet heeft uitgevoerd. Ook om die reden komt eiser volgens verweerder niet voor registratie in aanmerking.
3. Eiser is het oneens met die beslissing van verweerder. Zijn beroep ziet op twee punten. In de eerste plaats is het gebruik van een portofoon volgens eiser geen exameneis. In de examenregels wordt gesproken over communicatiemiddelen en niet over specifiek de portofoon. Aangezien eiser de hijsopdracht met een ander communicatiemiddel heeft uitgevoerd, namelijk met handsignalen, heeft hij de opdracht wél conform de exameneisen verricht. Ook betekent dit dat hij kan communiceren in de taal waarin het examen wordt afgelegd. Oftewel: hij voldoet ook aan de communicatie-(entree)eis.
4. In de tweede plaats vindt eiser dat verweerder nader (technisch) onderzoek had moeten (laten) verrichten naar alternatieve communicatiemiddelen voor mensen met een gehoorbeperking. De verwijzing van verweerder naar het memo van Abomais onvoldoende. Volgens eiser is verweerder op basis van internationale verdragen tot dit nadere onderzoek verplicht. De overheid mag namelijk niet discrimineren en moet ervoor zorgen dat mensen met een gehoorbeperking gelijk worden behandeld als anderen. Ter illustratie van de mogelijkheden die verweerder nader had kunnen en moeten onderzoeken, wijst eiser op het gebruik van een spraak-taalvoorziening op zijn telefoon en (al dan niet in combinatie) de manier waarop hij nu bij zijn huidige werkgever met lasten buiten zicht werkt (kort gezegd: met afstandsbediening en in teamverband).
5. De rechtbank vindt dat verweerder terecht heeft geconcludeerd dat eiser niet aan de exameneisen heeft voldaan. In de exameneisen staat dat het praktijkgedeelte van het examen onder andere bestaat uit drie knock-out hijsopdrachten. Om te slagen voor het praktijkgedeelte moet een kandidaat voor alle knock-out opdrachten een voldoende hebben. Een knock-out opdracht kan het buiten zicht hijsen met een portofoon zijn. Dit volgt ook uit de exameneisen. Zo wordt in eindterm 5.3 expliciet het buiten zicht hijsen en het werken met een portofoon genoemd. Verweerder heeft op basis van de exameneisen dus mogen bepalen dat het buiten zicht hijsen met een portofoon een knock-out opdracht is. Eiser heeft vervolgens die knock-out opdracht bij zijn examen gekregen. Die opdracht heeft hij niet kunnen verrichten, omdat hij geen gebruik kan maken van een portofoon. Dat betekent dat eiser een knock-out opdracht niet heeft gedaan. Verweerder heeft daarom mogen beslissen dat eiser niet aan de exameneisen voldeed. Dat eiser wel een alternatieve opdracht met handsignalen met goed gevolg heeft afgelegd, maakt dat niet anders. De knock-out opdracht van eiser was namelijk het hijsen buiten zicht mét een portofoon. Dat was de opdracht en die heeft eiser niet kunnen doen. Omdat dit al voldoende basis is voor de conclusie dat eiser niet aan de exameneisen voldeed, behoeft de vraag of eiser al dan niet aan de communicatie-(entree)eis voldeed, geen bespreking meer.
6. De volgende vraag is of verweerder meer onderzoek had moeten doen naar geschikte alternatieve communicatiemiddelen voor eiser. Verweerder vindt van niet. Het gebruik van een portofoon is op dit moment hét gebruikte communicatiemiddel en daarom mag van (kandidaat)kraanmachinisten worden verwacht dat ze met een portofoon kunnen werken. Het gebruik van een portofoon is volgens verweerder zo belangrijk, omdat goede communicatie essentieel is voor de veiligheid. Goede alternatieven zijn er bovendien op dit moment niet. Verweerder heeft in dit verband verwezen naar het memo van Aboma.
7. De rechtbank is het met verweerder eens dat hij in dit geval geen verder onderzoek hoefde te doen naar alternatieve communicatiemiddelen. Verweerder heeft al onderbouwd dat en waarom het werken met een portofoon zo belangrijk is in het kader van de veiligheid en dat er momenteel geen gelijkwaardige alternatieven zijn. Meer dan dat hoefde verweerder naar oordeel van de rechtbank niet te doen, ook niet op grond van internationale verdragen. Gelet op wat verweerder heeft gedaan, was het namelijk aan eiser om aannemelijk te maken dat er wél andere geschikte communicatiemiddelen zijn waarmee de veiligheid bij het hijsen op een gelijkwaardig niveau wordt gewaarborgd. De rechtbank vindt dat eiser daarin niet is geslaagd. Hij noemt weliswaar de spraak-taalvoorziening op zijn telefoon, maar daar heeft verweerder gemotiveerd tegenover gezet dat dit niet gelijk te stellen is met een portofoon, omdat er altijd een vertraging in de communicatie zit. De rechtbank vindt het daarnaast goed om te horen dat het bij de huidige werkgever van eiser zo is geregeld dat hij altijd in teamverband en met afstandsbediening lasten buiten zicht hijst, maar verweerder heeft gelijk dat daarmee niet gegarandeerd is dat dit bij elke werkgever van eiser zo zal zijn. Dat is wel belangrijk, omdat een geregistreerde kraanmachinist overal werkzaamheden (waarvoor de registratie nodig is) kan verrichten en dat moet altijd veilig gebeuren.
8. Kortom: de rechtbank vindt dat verweerder voldoende onderzoek heeft gedaan en zorgvuldig tot zijn besluit is gekomen. De internationale verplichtingen die op de overheid rusten, gaan niet zover dat verweerder hier nog meer had moeten doen, zonder dat eiser daar gelijkwaardige alternatieven tegenover heeft gezet.
9. Dat betekent dat de rechtbank vindt dat verweerder eiser heeft mogen weigeren te registreren als machinist autolaadkraan. De bezwaren van eiser zijn terecht ongegrond verklaard. De rechtbank verklaart het beroep van eiser daarom ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.A.M. Elzakkers, rechter, in aanwezigheid van J. Fagel, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 3 maart 2022.
De griffier is buiten staat deze
uitspraak te ondertekenen.
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Bijlage: regelgeving (voor zover relevant)
Arbeidsomstandighedenbesluit:
Afdeling 1B. Registratie
1.5j algemeen
1. Onze Minister draagt zorg voor de inrichting van de volgende registers:
[..]
h. het Register kraanmachinisten, bedoeld in artikel 7.32, eerste lid.
Afdeling 5. Aanvullende voorschriften voor bouwplaatsen
§ 1. Afstemming
Artikel 7.31. Schakelbepaling
Op een bouwplaats zijn naast de voorschriften van de afdelingen 1 tot en met 4 van dit hoofdstuk tevens de voorschriften van deze afdeling van toepassing.
§ 2. Arbeidsmiddelen op de bouwplaats
Artikel 7.32. Bedienen van torenkranen, mobiele kranen en funderingsmachines
Een torenkraan, mobiele kraan of funderingsmachine die behoort tot een bij ministeriële regeling omschreven categorie, mag slechts worden bediend door een persoon die is geregistreerd in het Register kraanmachinisten, bedoeld artikel 1.5j, eerste lid, onderdeel h, dan wel door een persoon van wie de beroepskwalificaties zijn gecontroleerd en toereikend akkoord bevonden overeenkomstig de artikelen 23, 27 en 28 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties.
Een bewijs van registratie en herregistratie in het Register kraanmachinisten dan wel een afschrift van een dergelijk bewijs is op de arbeidsplaats aanwezig.
Artikel 1.5ha is van overeenkomstige toepassing.
Arbeidsomstandighedenregeling:
Paragraaf 7.3. Registratie of herregistratie machinisten hijskranen en funderingsmachines
Artikel 7.6. Categorieën torenkranen, mobiele kranen en funderingsmachines
1. Een persoon is in het bezit van een bewijs van registratie of herregistratie in het Register kraanmachinist, bedoeld in artikel 7.32, eerste lid, van het besluit indien hij een torenkraan, mobiele kraan of funderingsmachine als omschreven in de onderdelen a tot en met c, bedient:
[..]
b. mobiele kraan: verrijdbare, niet aan een vaste baan gebonden hijskraan die geen torenkraan is en waarvan het maximumbedrijfslastmoment 10 tonmeter of meer bedraagt, met uitzondering van:
1°. een op een voertuig bevestigde laadkraan die uitsluitend ingericht is of althans uitsluitend wordt gebruikt voor het laden en lossen van de laadbak van het voertuig of een samenstel van voertuigen;
2°.een grondverzetmachine die ontgravingen maakt en direct daarop aansluitend leidingwerk in die ontgravingen legt of ten behoeve van het uitvoeren van grondverzetwerkzaamheden ondersteuningsschotten plaatst;
[..]
2. Met betrekking tot de registratie of herregistratie, bedoeld in het eerste lid, worden onderscheiden:
a. de registratie en herregistratie van vakbekwaamheid voor machinisten van vaste en mobiele torenkranen;
b. de registratie of herregistratie van vakbekwaamheid voor machinisten van mobiele kranen, onderverdeeld in de categorieën:
1°.mobiele kraan op banden of rupsen;
2°.grondverzetmachine met hijsfunctie;
3°.autolaadkraan;
4°.verreiker met hijsfunctie;
[..]
Artikel 7.7. Eisen voor registratie of herregistratie
Registratie of herregistratie in het Register kraanmachinisten, bedoeld in artikel 7.6, geschiedt indien de aanvrager voldoet aan de navolgende eisen:
[..]
d. indien het betreft registratie of herregistratie voor de bediening van een mobiele kraan, zijnde een autolaadkraan, van de categorie, bedoeld in artikel 7.6, tweede lid, onderdeel b, sub 3°, het schema voor de machinist autolaadkraan ‘Schema voor registratie van de Machinist Autolaadkraan in het Register Kraanmachinisten, W4-04’, dat is vastgesteld door de Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport op 6 november 2019, Staatscourant van 13 december 2019, nr. 66050, dan wel het schema voor de machinist mobiele kraan op banden en/of rupsen 2019 ‘Schema voor registratie van de Machinist Mobiele Kraan in het Register Kraanmachinisten, W4-01’, dat is vastgesteld door de Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport op 6 november 2019, Staatscourant van 13 december 2019, nr. 66050;
[..]
Bekendmaking van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 26 november 2019, 2019-0000167017, houdende publicatie van registratieschema's voor enkele typen kraanmachinisten die zijn vastgesteld door het bestuur van de Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport Register Administratie
Schema voor registratie van Machinist Autolaadkraan in het Register Kraanmachinisten, W4-04
Vastgesteld door het bestuur van de Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport Register Administratie op 6 november 2019.