Uitspraak
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser,
Inleiding
Beslissing
Overwegingen
De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft dossierstudie verricht en heeft op 4 oktober 2021 een telefonisch spreekuur gehouden. Naar aanleiding van dat spreekuur heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep informatie opgevraagd bij de huisarts van eiser. De huisarts van eiser heeft hier bij brief van 21 november 2021 op gereageerd. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende gemotiveerd waarom een fysiek spreekuurcontact en het verrichten van lichamelijk onderzoek tijdens de bezwaarfase geen toegevoegde waarde heeft. Zij geeft hierover in de medische rapportage van 9 december 2021 aan dat zij de beschikking heeft over medische informatie vanuit de behandelend sector. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit de medische rapportage van 9 december 2021 dat de informatie van de huisarts in de heroverweging is betrokken. De stelling van eiser dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep meer informatie bij zijn huisarts had moeten opvragen volgt de rechtbank niet. Het is namelijk aan de verzekeringsarts bezwaar en beroep om te beoordelen of er voldoende medische gegevens zijn om de beperkingen vast te stellen. In dit geval heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep overwogen dat er voldoende medische informatie beschikbaar was. De rechtbank kan de verzekeringsarts bezwaar en beroep volgen. Er is ook niet gesteld of gebleken dat er medische klachten zijn gemist. Bovendien bleek niet uit de informatie van de huisarts dat eiser onder behandeling was van de neuroloog, zodat de verzekeringsarts bezwaar en beroep ook geen aanleiding heeft hoeven zien om bij de neuroloog nadere informatie in te winnen. Er staan verder geen tegenstrijdigheden in de rapportage en deze is voldoende begrijpelijk. De rapportage voldoet daarmee aan de drie voorwaarden. Dat betekent dat het Uwv zich bij het bestreden besluit op deze rapportage mocht baseren.
Met betrekking tot de door eiser gestelde toename van klachten en de brief van neuroloog [C] van 24 januari 2022 overweegt de rechtbank dat het in deze zaak gaat om de vraag of eiser ten tijde van de datum in geding, te weten 11 augustus 2021, zijn arbeid als verkoper/administratief medewerker kon uitvoeren. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft de rugklachten van eiser bij de beoordeling betrokken. Het is ook de specifieke deskundigheid van een verzekeringsarts om de klachten te vertalen in beperkingen bij het uitvoeren van werkzaamheden. Eiser heeft in beroep geen objectiveerbare medische informatie overgelegd, die aanleiding geeft tot twijfel aan de juistheid van de medische beoordeling.