ECLI:NL:RBMNE:2022:1370
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing urgentieaanvraag woning op basis van Huisvestingsverordening en hardheidsclausule
In deze zaak heeft eiseres, na haar scheiding op 25 november 2020, een aanvraag ingediend voor urgentie bij Het Vierde Huis om een woning te verkrijgen. Het college van burgemeester en wethouders van Almere heeft deze aanvraag afgewezen, omdat eiseres niet voldeed aan de voorwaarden van de Huisvestingsverordening Almere 2019. Eiseres heeft bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard op 15 november 2021. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld tegen dit besluit.
Tijdens de zitting op 16 maart 2022 is de zaak behandeld. Eiseres heeft een brief overgelegd van haar geestelijke gezondheidszorg, waarin haar psychische klachten worden besproken. Het college heeft deze brief buiten beschouwing gelaten, wat de rechtbank onterecht vond. De rechtbank oordeelde dat de brief wel degelijk relevant was voor de beoordeling van het beroep, maar dat het college terecht had vastgesteld dat eiseres niet aan de voorwaarden voldeed. Eiseres had niet voldoende gedaan om haar woonprobleem op te lossen, zoals het zoeken naar kamerbewoning.
De rechtbank heeft ook de toepassing van de hardheidsclausule beoordeeld. Eiseres stelde dat zij vanwege haar psychische problemen en de situatie van haar dochter recht had op een urgentieverklaring. De rechtbank erkende de moeilijke situatie van eiseres, maar oordeelde dat het college de hardheidsclausule terecht niet had toegepast. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een persoonlijke noodsituatie die een uitzondering rechtvaardigde op de regels van de Huisvestingsverordening. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.