ECLI:NL:RBMNE:2022:1433

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 april 2022
Publicatiedatum
14 april 2022
Zaaknummer
22_1199
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake ongeldigverklaring rijbewijs door niet verschijnen EMG-cursus

Op 14 april 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker en de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening naar aanleiding van de ongeldigverklaring van het rijbewijs van de verzoeker, die niet op de eerste cursusdag van de EMG-cursus (Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer) is verschenen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de verzoeker niet heeft meegewerkt aan de cursus, wat volgens de Wegenverkeerswet 1994 verplicht is. De verzoeker had een afspraak gemaakt voor de cursus, maar heeft de datum verkeerd genoteerd en is daardoor niet verschenen. Ondanks dat de verzoeker een bevestigingsbrief had ontvangen, heeft hij deze niet goed gelezen.

De voorzieningenrechter oordeelt dat het niet verschijnen op de eerste cursusdag terecht is aangemerkt als niet meewerken aan de cursus. De rechtbank heeft geoordeeld dat de belangen van de verkeersveiligheid zwaarder wegen dan het belang van de verzoeker om zijn rijbewijs te behouden tot de beslissing op bezwaar. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen redelijke kans van slagen was voor het bezwaar van de verzoeker. De uitspraak benadrukt het belang van het volgen van de cursus voor de verkeersveiligheid en de verantwoordelijkheid van de verzoeker om goed op de hoogte te zijn van de cursusdata.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/1199

uitspraak van de voorzieningenrechter van 14 april 2022 in de zaak tussen

[verzoeker] , uit [woonplaats] , verzoeker

(gemachtigde: mr. J. Zevenboom),
en
de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, verweerder
(gemachtigde: I. Metaal).

Procesverloop

In het besluit van 14 maart 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder het rijbewijs van verzoeker met ingang van 21 maart 2022 ongeldig verklaard omdat hij niet (volledig) heeft meegewerkt aan de cursus over verantwoord rijgedrag (EMG).
Verzoeker heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Hij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 31 maart 2022 met behulp van een beeldverbinding op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door B. Happe, als waarnemer van zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

De voorzieningenrechter van de rechtbank kan op verzoek een voorlopige voorziening treffen, indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
Verzoeker voert aan dat hij zijn rijbewijs nodig heeft voor zijn werk en zijn inkomen. Hierin ziet de voorzieningenrechter voldoende reden om spoedeisend belang aan te nemen.
Verzoeker vraagt de voorzieningenrechter om het bestreden besluit te schorsen tot er op het bezwaar is beslist.
Het bestreden besluit
Bij besluit van 13 maart 2021 heeft verweerder besloten dat verzoeker een EMG-cursus (Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer) over verantwoord rijgedrag moet volgen. Verweerder heeft verzoeker er op gewezen dat de cursus niet vrijblijvend is en dat het rijbewijs ongeldig wordt verklaard als verzoeker niet meewerkt aan de cursus. Nu verzoeker niet op de eerste cursusdag is verschenen heeft hij volgens verweerder niet de vereiste medewerking aan de cursus verleend. Daarom heeft verweerder bij het bestreden besluit het rijbewijs ongeldig verklaard totdat verzoeker de opgelegde cursus heeft gevolgd.
Standpunt verzoeker
Verzoeker erkent dat hij niet op de eerste cursusdag is verschenen. Hij heeft telefonisch een afspraak gemaakt voor de cursus en heeft toen per abuis de eerste cursusdatum niet in zijn agenda genoteerd. De drie opvolgende dagen noteerde hij wel correct. Verzoeker erkent dat hij vervolgens een brief heeft gekregen met een bevestiging van de afgesproken cursusdagen. Deze brief heeft verzoeker echter niet meer aandachtig gelezen omdat hij dacht dat hij de data goed had genoteerd. Verzoeker wijst er op dat hij zowel de opleggingskosten als de cursuskosten heeft voldaan. Hij heeft direct na ontvangst van het bestreden besluit aan verweerder verzocht om alsnog deel te mogen nemen aan de cursus. De nieuwe factuur daarvoor heeft hij reeds ontvangen en betaald. Verzoeker vindt dat verweerder gezien de omstandigheden niet in redelijkheid heeft kunnen beslissen tot het ongeldig verklaren van zijn rijbewijs in verband met het onthouden van medewerking aan de cursus. Het niet aanwezig zijn bij de cursus is het gevolg van een onschuldige vergissing. Verzoeker verwijst in dit kader naar een uitspraak van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 2 februari 2022. [1] Het standpunt van verweerder
6. Verweerder stelt zich op het standpunt dat het niet verschijnen op de eerste cursusdag moet worden aangemerkt als het onthouden van medewerking aan de cursus. Verweerder heeft er alles aan gedaan om met verzoeker een afspraak te maken. Dat verzoeker de eerste cursusdatum na het telefonisch contact verkeerd heeft genoteerd dient voor zijn rekening en risico te komen, temeer nu de schriftelijke bevestiging van de cursusdata daarna ook nog aangetekend en niet aangetekend aan verzoeker en aan zijn gemachtigde zijn toegestuurd. Verweerder heeft ter onderbouwing van dit standpunt het track en trace overzicht van de verzending van deze brief overgelegd.
Het oordeel van de voorzieningenrechter
7. Op grond van artikel 132 van de Wegenverkeerswet 1994 is verzoeker verplicht om zijn medewerking te verlenen aan de EMG-cursus. Bij gebreke van de bedoelde medewerking besluit verweerder onverwijld tot ongeldigverklaring van het rijbewijs. Wat valt onder geen medewerking verlenen is nader uitgewerkt in artikel 14 in samenhang bezien met artikel 9 van de Regeling maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid 2011. Bij niet verschijnen gaat het er om of er ‘naar het oordeel van verweerder een geldige reden is gegeven voor de verhindering’.
8. De rechtbank is van oordeel dat verweerder het niet verschijnen op de eerste cursusdag in dit geval heeft mogen aanmerken als niet meewerken aan de EMG-cursus. Verweerder moest als gevolg daarvan het rijbewijs ongeldig verklaren.
9. Anders dan in de door verzoeker aangehaalde uitspraak van de voorzieningenrechter van deze rechtbank heeft verweerder in dit geval alles onderzocht wat binnen zijn mogelijkheden lag om te beoordelen of er sprake was van een onschuldige vergissing. Verweerder merkt in dit kader terecht op dat hij er alles aan heeft gedaan om een afspraak met verzoeker te maken. Nadat de cursusdagen telefonisch waren afgestemd heeft verweerder nog een (aangetekende) brief gedateerd 14 december 2021 gestuurd naar verzoeker en een kopie naar zijn gemachtigde waarin de data werden bevestigd. Verweerder heeft bewijsstukken overgelegd waaruit volgt dat de aangetekende brief door verzoeker is ontvangen. Dit wordt overigens ook erkend door verzoeker.
10. Dat verzoeker de data van de cursus tijdens het telefoongesprek verkeerd heeft genoteerd dient in dit geval voor zijn rekening en risico te blijven. Temeer nu tijdens de zitting is gebleken dat verzoeker de door verweerder verstuurde aangetekende brief met de bevestigde cursusdata niet (goed) heeft nagelezen. In die brief staat duidelijk vermeld dat de eerste cursusdag op 8 maart 2022 is. Ook staat er in de brief dat het rijbewijs van verzoeker ongeldig wordt verklaard als hij niet naar de cursus komt. Voor zover verzoeker ter zitting stelt dat hij de brieven niet goed heeft kunnen lezen door zijn dyslexie, is die stelling niet nader onderbouwd. Verzoeker had bovendien de hulp van iemand kunnen inroepen bij het lezen van de brief. De EMG-cursus dient een groot achterliggend belang; namelijk de verkeersveiligheid. Van verzoeker mag daarom worden verwacht dat hij het volgen van de cursus serieus neemt. Daaronder valt het goed lezen van de afspraakbrief en het (tijdig) aanwezig zijn op de afgesproken cursusdata. Omdat verzoeker dit heeft nagelaten mocht verweerder in dit geval het missen van de eerste cursusdag aanmerken als ‘
onvoldoende medewerking verlenen’aan de cursus. De voorzieningenrechter volgt verzoeker dan ook niet in zijn stelling dat het missen van de eerste cursusdag moet worden aangemerkt als een onschuldige vergissing.
11. Gezien het voorgaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat niet gezegd kan worden dat het bezwaar een redelijke kans van slagen heeft. De belangen van de betrokken partijen geven de voorzieningenrechter verder ook geen aanleiding voor het treffen van een voorlopige voorziening. Het door verweerder te beschermen belang is de verkeersveiligheid. Dat was in het geding en daarom is de cursus aan verzoeker opgelegd. Dat belang weegt naar het oordeel van de voorzieningenrechter zwaarder dan het belang van verzoeker om in de periode tot aan de beslissing op bezwaar weer een geldig rijbewijs te hebben. Dit omdat gelet op de reden van oplegging van de cursus ook eerst de cursus gevolgd moet worden om verzoeker verantwoord rijgedrag bij te brengen.
12.
Beslissing
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.B.L. Meijer, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 14 april 2022.
De griffier is verhinderd
de uitspraak te ondertekenen.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.