ECLI:NL:RBMNE:2022:1482
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Naheffingsaanslag parkeerbelasting en proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 21 april 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een inwoner van [plaats], en de heffingsambtenaar van de gemeente Hilversum. De zaak betreft een naheffingsaanslag parkeerbelasting die op 25 januari 2021 aan eiser is opgelegd, ter hoogte van € 68,20. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar dit bezwaar werd op 11 februari 2021 ongegrond verklaard door verweerder. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld, waarna de rechtbank op 20 juli 2021 de eerdere uitspraak op bezwaar heeft vernietigd en verweerder heeft opgedragen een nieuwe uitspraak te doen. Op 30 augustus 2021 heeft verweerder opnieuw het bezwaar van eiser ongegrond verklaard, wat heeft geleid tot het beroep van eiser bij de rechtbank.
De behandeling van de zaak vond plaats op een online zitting op 18 februari 2022, waar de gemachtigde van eiser aanwezig was en verweerder vertegenwoordigd werd door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting heeft verweerder de naheffingsaanslag vernietigd en aangegeven dat hij het betaalde griffierecht van € 49,- en de proceskosten zou vergoeden. Eiser heeft zijn beroep ingetrokken, maar verzocht om een uitspraak over de proceskostenvergoeding.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser zijn beroep heeft ingetrokken omdat verweerder hem tegemoet is gekomen. Op basis van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht heeft de rechtbank verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiser, die zijn vastgesteld op € 759,-. Deze kosten zijn berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij rekening is gehouden met de aard van de zaak en de verleende rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.