Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.Waar gaat deze zaak over
3.De beoordeling
nietheeft gesloten en dat de gegevens waarvan [gedaagde] meent dat deze van [eiseres] zijn onjuist zijn. Immers, bij [eiseres] is geen ‘ [.......] ’ werkzaam en niemand met die naam is bij [eiseres] tekenbevoegd, de bedrijfsnaam ‘ [naam] ’ bestaat niet, [eiseres] is niet ingeschreven en gevestigd op het adres de [straat] [nummeraanduiding] in [vestigingsplaats 1] , de heer [A] is de rechtsgeldig vertegenwoordiger van [eiseres] en heeft op 19 november 2019 niets ondertekend, de handtekening op de overeenkomst is niet van [A] en de overeenkomst is van de kant van [eiseres] niet de bedoeling geweest. [gedaagde] heeft deze stellingname van [eiseres] betwist. Zij heeft aangevoerd dat inderdaad [A] op het moment van het sluiten van de overeenkomst rechtsgeldig vertegenwoordiger van [eiseres] was, maar dat dit niet betekent dat anderen niet rechtsgeldig namens [eiseres] konden optreden. Verder heeft zij aangevoerd dat tijdens de gesprekken van de kant van [eiseres] ook de naam [naam] is gebruikt en dat onderaan de website van [naam] de naam [eiseres] B.V. is vermeld. Het adres de [straat] [nummeraanduiding] in [vestigingsplaats 1] staat ook onderaan de website en is door [eiseres] aan [gedaagde] verstrekt. Bij haar conclusie van antwoord in reconventie heeft [eiseres] hierop gereageerd en aangevoerd dat op haar website weliswaar de naam [naam] wordt gebruikt, maar dat deze naam niet de benaming van [eiseres] is maar van de individuele franchisenemers. Bovendien betwist [eiseres] dat op het moment van ondertekening van de overeenkomst anderen dan [A] namens haar vertegenwoordigingsbevoegd waren. Ten slotte voert [eiseres] aan dat het adres de [straat] [nummeraanduiding] in [vestigingsplaats 1] weliswaar het adres is van één van haar locaties, maar dat zij op dit adres geen overeenkomsten als deze afsluit. [gedaagde] mocht er dan ook niet vanuit gaan dat zij met [eiseres] een overeenkomst sloot, aldus [eiseres] .
Ik heb je gebeld om het contract, opgesteld d.d.19 november 2019, bespreekbaar te maken. Reden is dat de verwachting die wij destijds hadden van het aantal deelnemende ondernemers, niet realistisch is geweest. […] Nu, een jaar later, moeten wij helaas constateren dat er maar twee deelnemende ondernemers zijn. […] Daarom mijn verzoek, de overeenkomst te laten vervallen en nieuw op te maken zonder dat daarin aantallen opgenomen worden.’ De kantonrechter leidt hieruit af dat de overeenkomst tussen partijen tot stand is gekomen en dat het verwachte aantal deelnemers aan het [online (spaar)systeem] , namelijk 23 franchisenemers van [eiseres] , niet realistisch is gebleken. Weliswaar heeft [eiseres] tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat [D] niet inhoudelijk bij de zaak betrokken is geweest en dat hij deze e-mail heeft verstuurd zonder achtergrondkennis, maar dit is onvoldoende om aan te nemen dat tussen partijen in werkelijkheid geen overeenkomst tot stand is gekomen. De kantonrechter verbindt aan deze stelling van [eiseres] daarom geen gevolgen.