Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.Waar gaat het in deze zaak om?
3.De beoordeling
Goedemiddag [B (voornaam)] , Had net [A (voornaam)] aan de lijn en hij zij dat ik even met jou mocht bellen. Het gaat over deze posten van de apk keuringen en reparatie aan jullie auto. Groeten [C (voornaam)]”. Hierop heeft [B] het e-mailadres [e-mailadres 1] gestuurd. Daarna heeft [B] het volgende aangegeven: “
Hoi [C (voornaam)] , ik heb op dit email adres nog steeds niets ontvangen van jouw facturen. Probeer het eens op [e-mailadres 2] en een Cc naar [e-mailadres 3] En vriendelijk verzoek om [A (voornaam)] niet meer te benaderen over open staande posten want hij gaat dat niet (meer) over. Dank, [B]”, waarop [C] reageert met: “
Goedenavond [B (voornaam)] , Heb ze zojuist gestuurd. Het is mij duidelijk dat ik [A (voornaam)] hier niet meer over hoef te benaderen. Leek voor mij handig om te doen omdat hij mij gebeld had om de auto’s te keuren en ik niet weet hoe het bedrijf nu in elkaar zit. (…)”. Hier is van [B] geen antwoord op gekomen, terwijl hieruit blijkt dat er bij [eiseres] verwarring is ontstaan over het bedrijf en waar zij met haar facturen naartoe moet. Indien juist is dat de overeenkomst niet met [gedaagde] was gesloten, althans dat [gedaagde] zich niet gehouden achtte om de facturen te voldoen, dan lag het op de weg van [gedaagde] om hier duidelijkheid over te geven. Niet is gebleken dat dit is gebeurd. De e-mailadressen waar [eiseres] de facturen volgens [B] naartoe moet sturen wijzen er ook op dat het gaat om [gedaagde] en [onderneming 2] , en niet om [onderneming 1] B.V., waardoor bij [eiseres] het vertrouwen is gewekt dat de facturen inderdaad naar [gedaagde] moesten en deze die zou voldoen.
Hoi [C (voornaam)] , ik heb al eerder gezegd dat ik niet over de facturen ga. Daarvoor moet je bellen met administratie. Je hebt een [.] , stuurt een factuur naar [..] @ en dan wordt er na 4 weken betaald. Als er niet wordt betaald dan is de factuur fout (bel dan met degene die jou de opdracht heeft gegeven) of hij is niet aangekomen (oid). Ik ga er dus niet over, weet er niks van en doe er niks (meer) mee. Voor de jaarwisseling is vrijwel alles betaald wat juist en bekend was en nog niet overdue.”. [C] reageert hierop als volgt: “
Oke geen probleem, je had mij in December gebeld en gezegd dat ik niet met [A (voornaam)] over geld mocht praten, dus dat heb ik ook niet gedaan! Erg verwarrend dit. (…)”. [C] spreekt hier nogmaals zijn verwarring uit mede omdat [B] eerst aangaf dat [eiseres] niet met [A (voornaam)] ( [A] ) contact mocht hebben, terwijl in dit laatste bericht wordt aangegeven dat [eiseres] contact op moet nemen met degene die de opdracht heeft gegeven ( [A] ) wanneer de facturen niet worden betaald. Een nadere toelichting krijgt hij echter niet ( [B] schrijft terug:
“Je moet ook niet bellen met [A (voornaam)] maar met de administratie. Wat is daar nou verwarrend aan?”)
.Tijdens de mondelinge behandeling is namens [eiseres] ook aangegeven dat zij er op geen enkel moment aan gedacht heeft om de facturen naar [onderneming 1] B.V. te sturen. [A] was immers degene die de opdracht heeft gegeven en hij heeft gezegd dat de facturen naar [gedaagde] moesten.
Goedemorgen [D (voornaam)] , Kun je mij de brengen wat betreft de betalingen? (…)” heeft geschreven, wordt hierop gereageerd met “
Goedemorgen [C (voornaam)] , heb je voor mij jullie bankrekeningnummer zodat ik vanmiddag jullie kan betalen.”. Na deze toezegging dat er betaald zou worden, zijn de facturen niet betaald. Niet is gebleken dat er een uitleg is gekomen waarom de facturen niet betaald zijn. Ook met de heer [E] van [onderneming 2] heeft [C] contact gehad. [E] heeft via WhatsApp het volgende laten weten: “
(…) heb de directeur hierover gesproken en je mail doorgestuurd met facturen.overleg gehad met [A (voornaam)] . Heb met hem kortgesloten dat ik maandag hierop terugkom. Maandag wil ik van hem du i delijk hebben wat er mee gebeurd. (…)”. Ook hierna is geen duidelijkheid gekomen over wat er met de facturen van [eiseres] zou gebeuren.
(…) Aangezien wij 2 dezelfde brieven hebben ontvangen (eerst gericht aan [onderneming 1] BV en een dag later gericht aan [gedaagde] BV) is er wat verwarring ontstaan. Om duidelijk te krijgen wie/wat gelijk heeft, wil ik je het volgende vragen;
(…) Ik neem aan dat je het volgende bedoelt met de 2 brieven,
(…) Heb [F (voornaam)] app gestuurd dat ik ze ontvangen heb en er mee aan de slag ga. Afgesproken vrijdag terugkoppeling te geven. (…)”. Ook hier geldt weer dat er geen terugkoppeling is geweest, althans dat blijkt nergens uit.
622,00(2 punten x tarief € 311,00)