Uitspraak
1.De procedure
2.Waar gaat het over?
3.De beoordeling
Artikel 15 verkoop vakantieverblijf.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft eiser, eigenaar van een stacaravan, gedaagde, een B.V., aangeklaagd omdat gedaagde niet heeft meegewerkt aan de overname van de huurovereenkomst van de standplaats van de stacaravan. De huurovereenkomst was mondeling gesloten in 2009 en de algemene voorwaarden werden in 2014 ondertekend. Eiser heeft gedaagde op 9 september 2021 gedagvaard, waarna een mondelinge behandeling plaatsvond op 11 april 2022. Eiser vorderde schadevergoeding van € 7.926,15, omdat hij meende dat de verkoop van zijn stacaravan door de opstelling van gedaagde niet door kon gaan. Gedaagde had geweigerd om de standplaats over te zetten naar de kopers van de stacaravan, omdat de stacaravan slecht onderhouden en te oud was.
De kantonrechter heeft de vorderingen van eiser afgewezen. De rechter oordeelde dat de grondslag voor de vordering tot schadevergoeding niet duidelijk was en dat eiser niet had onderbouwd waarom gedaagde willekeurig had gehandeld. De rechter benadrukte dat gedaagde de vrijheid heeft om te bepalen met wie zij een huurovereenkomst sluit, en dat de toestemming voor contractovername vereist is. Eiser had niet geprobeerd om in onderhandeling te treden met gedaagde over de contractovername, wat wel op zijn weg lag. De rechter concludeerde dat er geen grondslag was voor de gevorderde schadevergoeding en dat eiser in de proceskosten moest worden veroordeeld.
Het vonnis werd uitgesproken door kantonrechter D.C.P.M. Straver op 4 mei 2022, waarbij eiser in de proceskosten werd veroordeeld tot een bedrag van € 622,00.