ECLI:NL:RBMNE:2022:1757

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
4 mei 2022
Publicatiedatum
3 mei 2022
Zaaknummer
9528652
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit bij de aankoop van een gebruikte auto met defecte airconditioning

In deze zaak heeft eiser, een consument, een gebruikte auto gekocht van gedaagde, een verkoper. De auto, een rode Honda Civic type R uit 2007, werd voor € 9.250 aangeschaft. Na de aankoop heeft eiser gebreken aan de auto geconstateerd, waaronder een defecte airconditioning. Eiser heeft de auto laten keuren en repareren, maar de airconditioning bleek na enkele maanden weer defect. Eiser vorderde schadevergoeding van gedaagde op basis van non-conformiteit, stellende dat de auto niet voldeed aan de verwachtingen die hij op basis van de koopovereenkomst mocht hebben.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd dat de aircopomp daadwerkelijk defect was en dat gedaagde niet had gegarandeerd dat de airconditioning anderhalf jaar probleemloos zou functioneren. De rechter concludeerde dat de auto, gezien de ouderdom en het aantal gereden kilometers, in een staat verkeerde die de koper mocht verwachten. De vordering van eiser werd afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die op € 374 werden begroot. Dit vonnis is uitgesproken op 4 mei 2022 door kantonrechter H.A.M. Pinckaers.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 9528652 UC EXPL 21-7861 QR/46974
Vonnis van 4 mei 2022
inzake
[eiser],
wonende te [woonplaats 1] ,
verder ook te noemen [eiser] ,
eisende partij,
gemachtigde: mr. B. Özkaya,
tegen:
[gedaagde] h.o.d.n. [handelsnaam],
wonende te [woonplaats 2] ,
verder ook te noemen [gedaagde] ,
gedaagde partij,
gemachtigde: de heer Y. van Weelden (Novum Legal)

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 2 november 2021;
  • de conclusie van antwoord;
  • de brieven van de griffier waarmee partijen zijn opgeroepen voor de mondelinge behandeling.
1.2.
Op 8 april 2022 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Daarbij waren aanwezig:
  • de heer [eiser] , bijgestaan door zijn gemachtigde mr. B. Özkaya;
  • de heer [gedaagde] , bijgestaan door zijn gemachtigde Y. van Weelden.
1.3.
Tijdens de zitting zijn de standpunten door of namens partijen toegelicht en is antwoord gegeven op vragen. Daarvan heeft de griffier aantekening gehouden. De pleitaantekeningen van de gemachtigde van [eiser] zijn bij de stukken gevoegd.
1.4.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Waar gaat het geschil over?

2.1.
[eiser] heeft op 15 februari 2020 een gebruikte auto, een rode Honda Civic type R (hierna de auto), gekocht van [gedaagde] voor een bedrag van € 9.250. Het bouwjaar van de auto is 2007. Ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst had de auto 153.383 kilometer gelopen.
2.2.
[eiser] heeft de auto op 21 februari 2020 geleverd gekregen. Op 6 augustus 2020 heeft [eiser] de auto laten keuren door zijn vaste garage, [onderneming] B.V. (hierna [onderneming] ), omdat [eiser] gebreken had geconstateerd.
2.3.
[eiser] heeft de auto in december 2020 onder zich gehad voor reparatie. Op het moment dat [eiser] de auto weer ophaalde, op 11 december 2020, deed de airconditioning het weer. Dit is naderhand ook geconstateerd bij een nadere inspectie door [onderneming] .
2.4.
Op 2 juli 2021 constateerde [eiser] dat de airconditioning in de auto weer kapot was. [eiser] heeft een pro-forma nota laten opmaken door [onderneming] voor het vervangen van de aircopomp. De kosten van vervanging van de aircopomp bedragen volgens deze nota € 1.156,06.
2.5.
Bij de laatste APK-keuring door [onderneming] is gebleken dat de multi-V-riem, de ruitenwissers en het raammechanisme van het portier aan de passagierszijde van de auto defect zijn. [eiser] heeft een offerte laten opmaken om het voorgaande te repareren voor een bedrag van € 227,60.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert:
  • [gedaagde] te veroordelen om aan hem een bedrag van € 1.383,66 te betalen aan kosten voor herstel van de gebreken, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 juli 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
  • [gedaagde] te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke kosten van € 207,55;
  • [gedaagde] te veroordelen tot betaling van de kosten van de procedure en de nakosten.
3.2.
[eiser] heeft het volgende aan zijn vordering ten grondslag gelegd. [eiser] is van mening dat de auto non-conform was. Van een occasion met een aanschafprijs van € 9.250 mag worden verwacht dat deze beschikt over een deugdelijk werkende airconditioning. [eiser] heeft [gedaagde] nog in de gelegenheid gesteld om de gebreken aan zijn auto te herstellen, ondanks dat hij eigenlijk geen vertrouwen meer had in de diensten en kundigheid van [gedaagde] . Achteraf is gebleken dat – ondanks dat [gedaagde] aangegeven had dat de gebreken waren hersteld – dat de gebreken niet deugdelijk zijn verholpen. Gelet hierop heeft [eiser] recht op een schadevergoeding.
3.3.
[gedaagde] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering. [gedaagde] voert aan dat de airconditioning en de spiegel in december 2020 zijn gerepareerd. Anders dan [eiser] stelt is nooit afgesproken dat de aircopomp vervangen zou worden. Het probleem was ook gelegen in een kapotte zekering van de airconditioning en niet in de aircopomp. [gedaagde] stelt bovendien dat partijen in december 2020 hebben afgesproken dat hij een laatste keer de auto zou repareren tegen finale kwijting. Hierbij heeft [gedaagde] ook nog € 200 aan [eiser] overgemaakt uit coulance.
4. De beoordeling
Airconditioning
4.1.
Tussen partijen is niet in geschil dat de aankoop van de auto door [eiser] een consumentenkoop in de zin van artikel 7:5 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) betreft. Partijen twisten echter over de vraag of de auto, na de gedane reparatie door [gedaagde] op 10 december 2020 aan de airconditioning van de auto, beantwoordde aan hetgeen [eiser] op grond van de koop mocht verwachten.
4.2.
Op grond van artikel 7:17 lid 1 BW moet een afgeleverde zaak aan de overeenkomst beantwoorden. Gelet op het tweede lid van dit artikel beantwoordt een zaak niet aan de overeenkomst indien zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten (en daarmee non-conform is). De koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik van de zaak nodig zijn en waarvan de koper de aanwezigheid niet hoefde te betwijfelen.
4.3.
Bij de koop van een tweedehandsauto die bestemd is om aan het verkeer deel te nemen, wordt volgens vaste rechtspraak aangenomen dat de auto niet aan de overeenkomst beantwoordt als het gebruik van de auto een gevaar voor de verkeersveiligheid oplevert door een gebrek, dat niet eenvoudig door de koper is te ontdekken. De stelplicht en bewijslast van de non-conformiteit van de auto rusten op [eiser] als eisende partij.
4.4.
Van belang is dat tussen partijen niet in geschil is dat de auto vóór de reparatie door [gedaagde] in december 2020 niet helemaal voldeed. [gedaagde] heeft de airconditioning toen namelijk kosteloos gerepareerd. De stelling van [eiser] dat [gedaagde] toegezegd zou hebben om de aircopomp te vervangen kan echter niet als juist worden aanvaard. Uit de overgelegde whatsapp-conversatie tussen partijen (van juli en augustus van 2020) blijkt weliswaar dat is gesproken over het eventueel vervangen van de aircopomp door [gedaagde] , maar dit is nog vóór de reparatie in december 2020. [gedaagde] heeft tijdens de zitting toegelicht dat niet de aircopomp maar een zekering van de airconditioning defect was en dat het gebrek aan de airconditioning na vervanging hiervan verholpen was. [eiser] heeft de airconditioning direct na de reparatie getest en de auto ook voor een check naar [onderneming] gebracht. Zowel [eiser] als [onderneming] kwamen tot de constatering dat de airconditioning weer goed werkte. De stelling van [eiser] dat hij er pas in juli 2021 achter kwam dat de aircopomp versleten én gebrekkig was, kan dus op zichzelf niet tot non-conformiteit van de auto leiden. [gedaagde] heeft immers niet gegarandeerd dat de airconditioning het anderhalf jaar zonder problemen zou blijven doen.
4.5.
Ten overvloede overweegt de kantonrechter dat [eiser] onvoldoende heeft onderbouwd dat in juli 2021 de aircopomp echt defect was en vervangen moest worden. [eiser] heeft zijn stelling namelijk enkel onderbouwd door pro-forma nota’s van zijn vaste garage [onderneming] te overleggen. Hij heeft geen (technische) verklaring van [onderneming] over hoe en wat voor gebrek zij precies aan de aircopomp van de auto hebben gedetecteerd.
4.6.
Het bovenstaande leidt tot de conclusie dat [eiser] ’s beroep op non-conformiteit wegens een niet werkende airconditioning van de auto niet slaagt. Nu de kantonrechter tot deze conclusie komt hoeft niet beoordeeld te worden of [eiser] tijdig over het gebrek heeft geklaagd. De kantonrechter zal de gevorderde schadevergoeding afwijzen.
Multi-V-riem, ruitenwissers en het raammechanisme
4.7.
De kantonrechter is het niet met [eiser] eens dat de kosten van de reparaties aan de multi-V-riem, de ruitenwissers en het raammechanisme voor rekening van [gedaagde] dienen te komen. De kantonrechter zal deze vordering dan ook afwijzen.
4.8.
Bij een gebruikte auto is van belang dat de koper mag verwachten dat de auto in een staat is die bij de ouderdom, het aantal gereden kilometers en de onderhoudstoestand past. Daarmee is niet gegeven dat de koper geen rekening hoefde te houden met reparaties. [eiser] had bij de koop van een gebruikte auto rekening moeten houden met het gegeven dat een auto bij normaal gebruik aan slijtage onderhevig is en dat in het algemeen geldt dat de kans op gebreken groter wordt naarmate de auto ouder is. In dit geval was de auto ten tijde van de koop al 13 jaren oud. Daarnaast was al 153.383 kilometer met de auto gereden. In het licht van het voorgaande acht de kantonrechter de reparaties die voortvloeien uit de jaarlijkse APK-keuring aan de multi-V-riem, de ruitenwissers en het raammechanisme gebreken die voortvloeien uit een normaal gebruik van de auto en die dan ook voor rekening van [eiser] dienen te komen. Deze reparaties maken niet dat [gedaagde] iets anders heeft geleverd dan [eiser] mocht verwachten. [eiser] heeft dus geen recht op vergoeding van de kosten van deze reparaties.
Proceskosten
4.9.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op € 374 voor salaris gemachtigde (twee punten, tarief € 187).

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten van [gedaagde] begroot op € 374;
5.3.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. mr. H.A.M. Pinckaers, kantonrechter, in het bijzijn van de griffier en is in het openbaar uitgesproken op 4 mei 2022.