Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 maart 2022 in de zaak tussen
[eiser] , te [plaats] , eiser
De Alliantie, te Hilversum, gemachtigde: mr. K. Sluijs.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 1 maart 2022 uitspraak gedaan over de bevoegdheid van de burgemeester van Amersfoort om een woning te sluiten op basis van artikel 13b van de Opiumwet. De zaak betreft een beroep van eiser, die de woning huurt en beschuldigd wordt van drugshandel. De burgemeester besloot op 23 juni 2021 om de woning voor drie maanden te sluiten, nadat er op 6 mei 2021 een huiszoeking had plaatsgevonden waarbij een aanzienlijke hoeveelheid amfetamine en andere druggerelateerde voorwerpen werden aangetroffen. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze sluiting, maar de rechtbank oordeelt dat de burgemeester bevoegd was om de sluiting te effectueren en dat de noodzaak voor sluiting aanwezig was om het woon- en leefklimaat te beschermen.
De rechtbank overweegt dat de burgemeester op basis van de aangetroffen hoeveelheid drugs en de meldingen van drugshandel vanuit de woning, terecht heeft geconcludeerd dat er sprake was van een handelshoeveelheid. Eiser heeft niet overtuigend aangetoond dat de drugs voor eigen gebruik waren en de rechtbank wijst erop dat de burgemeester niet alleen op de hoeveelheid drugs, maar ook op andere omstandigheden, zoals de aangetroffen weegschalen en gripzakjes, heeft mogen afgaan. De rechtbank stelt vast dat de sluiting noodzakelijk was voor het herstel van de openbare orde en dat de burgemeester voldoende rekening heeft gehouden met de gevolgen van de sluiting voor eiser. De rechtbank wijst het beroep van eiser af en concludeert dat de sluiting niet onevenredig was.