Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
2.De beoordeling van het geschil in de hoofdzaak
personal assistantvan de heer [A] (hierna te noemen: [A] ), de directeur van [partij I] . Dat beding verplicht [partij II] om, ook nadat het dienstverband is geëindigd, ‘tegenover derden (-) strikte geheimhouding (te) betrachten omtrent alles wat bij de uitoefening van (haar) functie te (harer) kennis komt in verband met de zaken en belangen van werkgever’. In het bedrijfsreglement van [partij I] van februari 2019 is de geheimhoudingplicht van het personeel aldus omschreven ‘dat kennis van en omtrent activiteiten die door de werkgever worden uitgeoefend’, daaronder begrepen ‘de cliëntenkring, de organisatie, de bedrijfsomstandigheden, technieken, middelen, toegepaste apparatuur en werkmethoden en eventueel zaken omtrent de werkgever zelf’ en ‘alle aspecten die betrekking hebben op cliënten en zakelijke contacten van de werkgever’, niet aan ‘derden’ mag worden overgedragen.
;