Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Hoe is de procedure verlopen?
2.Waar gaat de zaak over?
De Leveringsakte zal worden verleden op maandag 11 November 2019, of zoveel eerder of later als Koper en Verkoper eventueel nader zullen overeenkomen, ten overstaan van de Notaris. Verkoper werkt mee aan uitstel transport, echter tot uiterlijk 10 februari 2020, mits koper de verplichtingen uit dit koopcontract en de betalingen zoals opgenomen in art. 13 nauwgezet nakomt.’
3.Wat willen partijen?
4.De beoordeling
In conventie
Tekortkoming: niet volledig betalen van de waarborgsom / doen van deelbetalingen
Tot meerdere zekerheid voor de nakoming van zijn verplichtingen heeft Koper reeds een waarborgsom € 25.000 van voormelde totale koopprijs voldaan (…). Bij transport wordt de waarborgsom verrekend met de koopprijs, evenals latere deelbetalingen, die uiterlijk 13 september 2019 worden gedaan tot de 10% van € 610.000 is voldaan.’De vraag is hoe die laatste zin moet worden gelezen. Volgens [gedaagde] is een betaling van 10% van de koopsom op uiterlijk 13 september 2019 afgesproken. [eiser] weerspreekt dat.
in de maand augustus in overleg tussen koper en verkoper worden gedaan tot de 10% van de koopsom uiterlijk op 31 augustus is voldaan’. Op deze tekstsuggestie is niet meer schriftelijk gereageerd. Uiteindelijk is de datum aangepast (13 september in plaats van 31 augustus) en is de tekst bondiger geformuleerd. Hieruit spreekt evenwel de overtuiging dat partijen hebben beoogd af te spreken dat [eiser] nog voor de transportdatum nadere deelbetalingen zou doen. Ook uit de uitvoering van de overeenkomst volgt dat dat de bedoeling was. Zo betaalt de moeder van [eiser] op 31 december 2019 nog eens € 5.000, waarvan [gedaagde] stelt dat dat voor de openstaande waarborgsom was. [eiser] heeft dat niet – gemotiveerd – weersproken. Ook stemt [gedaagde] op 5 februari 2020 in met een uitstel van de levering van de woning tot 19 maart 2020 onder voorwaarde dat [eiser] alsnog de € 61.000 zal volstorten. Ook toen is niet weersproken dat dat bedrag verschuldigd was.
Tekortkoming: achterstand in de betaling van overeengekomen vergoedingen
Tekortkoming: onvoldoende medewerking aan de overdracht van de woning
koper draagt zorg voor klein en groot onderhoud en accepteert de staat van de opstal bij ondertekening van dit contract op 10 augustus 2019’.De handgeschreven afspraak op de laatste pagina van het contract, waar [eiser] zich op beroept, ondersteunt de stelling [eiser] evenmin. Op die pagina staat:
Zoals telefonisch besproken en in persoon met jouw zoon [B (voornaam)] , moet het pand zo snel mogelijk worden verkocht. Uit de diverse opstellingen blijkt dat ik jou een bedrag van € 575.000,00 verschuldigd ben bij verkoop van het huis. (…). Ik ben bereid daar € 600.000,00 van te maken. Ik verwacht dat jij hiermee akkoord gaat (…)’Dat kan hoogstens als tegenvoorstel worden gezien, nu er om een akkoord wordt gevraagd. Vaststaat dat [gedaagde] vervolgens niet heeft ingestemd met die (voorgestelde) € 600.000, zodat er geen nieuwe overeenkomst tussen partijen tot stand is gekomen.
- € 3.748,20 waarde-vermeerderende werkzaamheden aan de woning
- € 4.960,00 stormschade aan de kamer van [A]
- € 10.830,04 schade / niet-conform dak (in strijd met bouwtekeningen)
- € 14.760,05kosten dak boven keuken en badkamer
- € 34.298,29 totaal inclusief btw(nb. de optellingen zijn deels exclusief btw)
een juridische constructie dat, - wie wil -, kan blijven wonen (…)’en dat [eiser] dan ‘
even statenloos’is en dat er ‘
in ieder geval geen nieuw (tijdelijk) huurcontract (…)’komt. [eiser] heeft toen in ieder geval niet aangegeven dat hij dit anders ziet en dat hij er vanuit ging dat de huur werd voortgezet. [eiser] kan daarom geen aanspraak maken op huurbescherming en de vergoedingen die hij moet betalen voor het gebruik van de woning niet (evenredig) verminderen.
- € 9.103 gebruiksvergoeding
- € 7.441 nutsvoorzieningen (€ 8.529 - € 1.088 betaald door [A] )
- € 2.230 opstalverzekering
- € 1.772 heffingen en belastingen
- € 2.297 tv- en internet
- € 22.843 totaal
in conventieen
in reconventiewordt [eiser] veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde] . Die bedragen tot de datum van deze uitspraak:
- € 1.442,00 salaris advocaat in conventie: 2 punten (mondelinge behandeling en conclusie van antwoord) x tarief € 721
- € 309,00 griffierecht (in conventie)
- € 281,50 salaris advocaat in reconventie: 0,5 punt (voor vordering in reconventie) x tarief € 563