Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
- mevrouw [A] , werkzaam bij gemeente Utrecht als [functie 1]
,
1.Het procesverloop
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 21,
2.Waar gaat de zaak over?
In vervolg op de behandeling van het bestemmingsplan [project] in de commissie Stad en Ruimte op 29 september 2016 en het daaropvolgende overleg d.d. 07 oktober 2016 waar inhoudelijk gesproken is met u over mogelijke aanpassingen van het bouwplan [project] , willen wij u in dit schrijven de volgende zaken bevestigen.
Dag [C (voornaam)] , wil je even contact opnemen over jullie brief aan Raadscommissie.
(…).De overeenkomst met de belegger heb ik op dit moment niet voorhanden, maar ik meen dat in deze overeenkomst geen bepalingen/garanties zijn opgenomen omtrent de indexatie van de huurprijzen door de belegger. Dit is een aangelegenheid van de belegger. Een garantie afgeven m.b.t. de index voor de komende 10 jaar is dan ook niet aan [gedaagde] , maar aan de belegger, Indien gewenst dienen wij dit met de belegger aan tafel te bespreken. (…)”.
informatie over de huurprijzen, het wettelijk kader en de mogelijke ontwikkeling daarvan" te verstrekken aan de gemeenteraad.
Terugkomend op de commissievergadering van gisteren.
Onderwerp: Aanvullende afspraken [project] , [plaats]
Ontwikkelaar [gedaagde] van het woningbouwproject [adres] / [project] heeft een brief gestuurd (6 december 2016) met daarin aanvullende toezeggingen naar aanleiding van de bespreking van het bestemmingsplan in uw vergadering van de commissie Stad en Ruimte van 17 november jl.
3.Mondeling vonnis
ofsprake is van een juridisch bindende toezegging, dat wil zeggen een eenzijdige rechtshandeling van [gedaagde] richting de gemeente Utrecht. Dan kijk ik – voor de juristen onder ons – naar de wilsvertrouwensleer zoals die is neergelegd in artikel 3:33 en 3:35 Burgerlijk Wetboek (BW).
aanvullende afspraken [project]”. Dan wordt er gesproken over alternatieven voor het gebouwd parkeren en het inrichten van het groen, waarna in de derde alinea staat: “
Enkele aanvullende toezeggingen (…) treft u in het vervolg van dit schrijven aan”. Meteen daarna komt dan de informatie over de huurprijzen, waarbij zonder enig voorbehoud wordt aangegeven hoe hoog de huurprijzen en indexatie zullen zijn. Zo wordt in de brief aangegeven dat de appartementen “
worden” aangeboden tegen de daarin genoemde huurprijs en dat de indexatie “
zal geschieden” conform de CPI. Daar – op die plek – wordt dus niet genoemd dat [gedaagde] niet over die huurprijzen gaat en daarover dus geen garanties kan geven.
De overeenkomst met de belegger heb ik op dit moment niet voorhanden, maar ik meen dat in deze overeenkomst geen bepalingen/garanties zijn opgenomen omtrent de indexatie van de huurprijzen door de belegger. Dit is een aangelegenheid van de belegger. Een garantie afgeven m.b.t. de index voor de komende 10 jaar is dan ook niet aan [gedaagde] , maar aan de belegger, Indien gewenst dienen wij dit met de belegger aan tafel te bespreken. (…)”.
Tot slot de huurprijzen, op jouw verzoek heb ik de belegger gevraagd wat de huurprijzen zijn en op welke wijze zij voornemens zijn deze te indexeren. De indexatie van de huursommen is zoals ik al aangaf conform het CPI, de huurprijzen zijn zoals hieronder aangegeven”.Daarna volgt een opsomming van de huurprijzen zoals ook is opgenomen in brief van 6 december 2016.
6 december 2016 (de datum van de brief) is gewijzigd. In die zin dat [gedaagde] inmiddels wel met de belegger aan tafel was gaan zitten om afspraken te maken over de te hanteren huurprijzen, en daarmee het gerechtvaardigd vertrouwen had gewekt bij de gemeente Utrecht dat de doorgegeven huurprijzen en indexatie (alsnog) gegarandeerd werden.