In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 20 mei 2022, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen het niet tijdig beslissen door de Belastingdienst Toeslagen op haar verzoek tot herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. Eiseres had haar verzoek op 17 december 2020 ingediend, maar de Belastingdienst heeft pas na een ingebrekestelling op 20 maart 2022 gereageerd. De rechtbank constateert dat de beslistermijn van zes maanden, die eenmaal met maximaal zes maanden kon worden verlengd, is overschreden. Eiseres heeft recht op een dwangsom omdat de Belastingdienst niet tijdig heeft beslist. De rechtbank stelt de dwangsom vast op € 1.442,- voor de periode van 7 april 2022 tot 19 mei 2022. Daarnaast wordt de Belastingdienst opgedragen om binnen zes weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is en dat eiseres recht heeft op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 379,50. De Belastingdienst moet ook het griffierecht aan eiseres vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de griffier heeft de beslissing vastgelegd.