Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Is de verkeerde partij gedagvaard?
248,00(2 punten x tarief € 124,00)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 4 mei 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, aangeduid als [eiseres] B.V., en een gedaagde die voorheen handelde onder de naam [handelsnaam 2]. De eiseres vorderde betaling van een bedrag van € 1.064,82, bestaande uit een hoofdsom van € 550,-, contractuele rente en buitengerechtelijke incassokosten, omdat de gedaagde zijn betalingsverplichtingen uit een advertentieovereenkomst niet was nagekomen. De gedaagde had op 13 maart 2017 een advertentieovereenkomst gesloten voor de duur van één jaar, maar had de verschuldigde bedragen niet betaald, ondanks aanmaningen van de eiseres.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde de juiste partij was die gedagvaard diende te worden en dat hij niet kon stellen dat de advertentieovereenkomst door een andere entiteit was overgenomen zonder bewijs van instemming van de eiseres. De rechter oordeelde dat de eiseres niet tekort was geschoten in haar verplichtingen uit de advertentieovereenkomst, aangezien zij enkel verplicht was om ruimte te bieden voor het plaatsen van de advertentie en geen bemiddelingsovereenkomst was overeengekomen. De gedaagde had geen recht op vermindering van de verschuldigde bedragen, omdat de eiseres haar verplichtingen was nagekomen.
Daarnaast werd het verweer van de gedaagde dat er sprake was van oneerlijke handelspraktijken verworpen, omdat hij de overeenkomst in de uitoefening van zijn beroep had gesloten en niet als consument. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, inclusief rente en kosten, en heeft de proceskosten aan de zijde van de eiseres toegewezen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.