Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 8 die op 4 oktober 2021 aan [gedaagde] is betekend;
- de conclusie van antwoord;
- de producties 9 tot en met 14 van de zijde van [eiseres] .
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Betalingsachterstand en contractuele boete
1.496,00(2 punten x tarief € 748,00)
5.De beslissing
- € 46.950,99 aan huurachterstand tot en met september 2021;
- € 5.400,00 aan contractuele boete;
- € 1.348,19 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- € 5.540,69 per maand aan huur vanaf oktober 2021 tot en met mei 2022, vermeerderd met de contractuele boete van € 300,00 per maand over de maanden oktober 2021 tot en met april 2022;
- € 300,00 aan contractuele boete voor de maand mei 2022 indien en voor zover hij die huur niet (tijdig) heeft betaald;
- € 5.540,69 per maand aan gebruiksvergoeding vanaf juni 2022 tot en met de datum van ontruiming, waarbij een gedeelte van de maand voor een gehele maand moet worden gerekend;
- € 5.540,69 per maand aan schadevergoeding over een periode van drie maanden, met ingang van de maand, volgend op de maand waarin [gedaagde] het gehuurde heeft ontruimd;