ECLI:NL:RBMNE:2022:2062

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
19 april 2022
Publicatiedatum
31 mei 2022
Zaaknummer
9673408 \ UT VERZ 22-1479
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot aanwijzing van gezamenlijke vereffenaars in nalatenschap zonder testament

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 19 april 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot aanwijzing van gezamenlijke vereffenaars in de nalatenschap van een erflater die zonder testament is overleden. De verzoeker, mr. J.A. Kool, notaris, heeft het verzoek ingediend namens een deel van de erfgenamen. De erflater, geboren in 1941 en overleden in 2019, had geen nakomelingen en was niet gehuwd. Hierdoor geldt het versterferfrecht, wat resulteert in een groot aantal erfgenamen, waarvan er 45 zijn geïdentificeerd.

Tijdens de mondelinge behandeling op 10 maart 2022 is het verzoek besproken. De kantonrechter heeft vastgesteld dat 28 erfgenamen de nalatenschap beneficiair hebben aanvaard, maar dat er ook erfgenamen zijn die geen volmacht hebben afgegeven. De verzoeker vroeg de kantonrechter om te bepalen dat de dertig erfgenamen gezamenlijk als vereffenaars kunnen optreden. De kantonrechter overwoog echter dat de wet, en met name artikel 4:198 BW, vereist dat erfgenamen hun bevoegdheden gezamenlijk uitoefenen, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn die afwijking rechtvaardigen.

De kantonrechter concludeerde dat de situatie niet voldeed aan de voorwaarden voor een afwijking van dit uitgangspunt. Het verzoek werd afgewezen, omdat het niet de bedoeling van de wet is om een professionele partij, zoals een notaris, de gehele vereffening te laten uitvoeren zonder toezicht van de overige erfgenamen. De kantonrechter wees op de mogelijkheid om een professionele vereffenaar te benoemen op basis van artikel 4:203 lid 1 BW, wat een meer geschikte oplossing zou zijn in deze complexe situatie. De beslissing werd openbaar uitgesproken, en er werd een termijn van drie maanden gesteld voor het instellen van hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 9673408 \ UT VERZ 22-1479
Beschikking d.d. 19 april 2022
Inzake het verzoek van
Mr. J.A. Kool, werkzaam als notaris bij [.] ,
Correspondentieadres: Postbus [postbusnummer]
[postcode] [vestigingsplaats]
verder te noemen: verzoeker.
Verzoeker heeft het verzoek gedaan in haar hoedanigheid van gemachtigde van een deel van de erfgenamen in de nalatenschap van:
[A] ,geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1941, overleden te [plaatsnaam 1] op [overlijdensdatum] 2019, laatst gewoond hebbende te [plaatsnaam 2] , hierna te noemen: erflater.

1.De procedure

1.1.
De kantonrechter heeft kennis genomen van het verzoekschrift van 2 februari 2022, ingekomen ter griffie op 3 februari 2022. Vervolgens is er een mondelinge behandeling bepaald, waarvoor verzoeker is opgeroepen.
1.2.
Het verzoek is behandeld via een teams-zitting op 10 maart 2022. Namens verzoeker is kandidaat notaris mr. [B] ter zitting verschenen en gehoord. Van het verhandelde ter zitting zijn aantekeningen bijgehouden.

2.De feiten

2.1.
Erflater was ten tijde van zijn overlijden niet gehuwd of was geen geregistreerd partnerschap aangegaan en heeft geen nakomelingen achtergelaten.
2.2.
Uit het uittreksel CTR blijkt dat erflater geen testament heeft opgemaakt. Verzoekster is door de voormalig beschermingsbewindvoerder van erflater ingeschakeld bij het in kaart brengen van de erfgenamen, ten behoeve van het kunnen afleggen van eindrekening en verantwoording door de bewindvoerder aan de erfgenamen. Doordat erflater geen testament heeft opgemaakt, geldt het versterferfrecht en vererft zijn nalatenschap via de nakomelingen van de grootouders. Daardoor is sprake van een groot aantal erfgenamen.
2.3.
Verzoeker heeft zowel een concept verklaring van erfrecht overgelegd, waarop 37 erfgenamen zijn vermeld, alsmede een erfgenamenoverzicht, waarop 45 erfgenamen staan vermeld, ook degenen van wie verzoeker nog niet over adresgegevens of bewijsstukken beschikt. Het erfgenamenoverzicht is aangepast aan de laatste ontwikkelingen, inhoudend dat daarop ook een tweetal verwerpingen staan vermeld. Daardoor is sprake van plaatsvervulling door een aantal andere erfgenamen. Blijkens het erfgenamenoverzicht zijn er aan de kant van de grootouders van vaderszijde zestien erfgenamen, waarvan van drie van hen niet bekend is of ze nog in leven zijn, en geen adresgegevens bekend zijn. Aan de kant van de grootouders van moederszijde zijn er negenentwintig erfgenamen, waarvan van drie van hen verzoeker nog niet over volledige bewijsstukken beschikt.
2.4.
Blijkens het uittreksel uit het boedelregister ten tijde van de mondelinge behandeling hebben 28 erfgenamen de nalatenschap beneficiair aanvaard.
2.4.
Verzoeker heeft van dertig erfgenamen (negen aan de kant van grootouders vaderszijde en éénentwintig aan de kant van grootouders moederszijde), een algemene boedelvolmacht verkregen om de nalatenschap af te wikkelen.

3.De overwegingen van de kantonrechter

3.1.
Verzoeker vraagt op grond van artikel 4:198 te bepalen dat de dertig erfgenamen voor wie zij als gemachtigde dit verzoek doet, tezamen bevoegd worden als vereffenaar in de nalatenschap op te treden. Duidelijk is dat niet deze erfgenamen, maar namens hen verzoeker, in zijn hoedanigheid van notaris, op basis van een volmacht de vereffeningswerkzaamheden zal verrichten.
3.2.
Ter zitting is verzoeker voorgehouden dat de bedoeling in feite is dat de notaris als professionele partij overgaat tot algehele vereffening van de nalatenschap, echter zonder dat hij daartoe de toestemming heeft van een aanzienlijk deel van de erfgenamen, waarbij het niet alleen gaat om erfgenamen waarvan de adresgegevens onbekend zijn. Op de vraag van de kantonrechter, waarom er niet voor gekozen is op grond van artikel 4:203 lid 1 BW te vragen de notaris als professionele vereffenaar te benoemen, heeft mr. [B] geantwoord dat de erfgenamen waarvan de adresgegevens wel bekend zijn, maar die niet hebben gereageerd, ook geacht worden beneficiair te hebben aanvaard. De kantonrechter kan dit echter niet vaststellen, nu een onderbouwing van deze stelling ontbreekt. Voorts is toegelicht dat het onderhavige verzoek in vergelijkbare gevallen eerder is toegestaan.
3.3.
De kantonrechter overweegt als volgt. In artikel 4:198 BW is bepaald dat, tenzij de kantonrechter anders bepaalt, de erfgenamen hun bevoegdheden als vereffenaars van de beneficiair aanvaarde nalatenschap tezamen uitoefenen, doch kunnen daden van gewoon onderhoud en tot behoud van de goederen, en in het algemeen daden die geen uitstel kunnen lijden, door ieder van hen zo nodig zelfstandig worden verricht. Uitgangspunt is dus dat de erfgenamen gezamenlijk de nalatenschap vereffenen. Uit de wetsgeschiedenis en de literatuur blijkt niet in welke gevallen de kantonrechter kan bepalen dat wordt afgeweken van voormeld uitgangspunt. Naar het oordeel van de kantonrechter geeft de wijze van formulering van artikel 4:198 BW en de plaats van dit artikel in afdeling 4.6.3 BW aanleiding om aan te nemen dat er sprake is van een beperkte bevoegdheid om af te wijken van het uitgangspunt. Als de kantonrechter al afwijkt van dit uitgangspunt zal het, gezien de systematiek van de wet, moeten gaan om voorzieningen te kunnen treffen voor de nalatenschap als geheel, waarbij één of enkele vereffenaars niet in staat of beschikbaar is/zijn om de bevoegdheden gezamenlijk met de andere vereffenaars uit te oefenen. Het zal dan gaan om een zogenoemde lichte vereffening, waarbij de erfgenamen zelf vereffenen.
3.4.
In het onderhavige geval is de situatie echter anders. Voor zover bekend uit het erfgenamenoverzicht en de mededelingen van mr. [B] ter zitting, zijn er ten tijde van het verzoek vijfenveertig erfgenamen, waarvan drie onbekend en drie wel bekend, maar vanwege ontbrekende bewijsstukken, voor zover de rechtbank begrijpt, nog niet aangeschreven. Hieruit volgt dat er ten minste negen erfgenamen zijn, die wel bekend zijn, maar geen volmacht hebben afgegeven. Het onthouden van medewerking is in feite een weigering, hetgeen iets anders is dan niet in staat of beschikbaar zijn om de bevoegdheid van vereffenaar uit te oefenen.
Artikel 4:198 BW is er niet voor bedoeld om in verkapte vorm een professionele partij namens een deel van de erfgenamen de gehele vereffening te laten uitvoeren, hetgeen bij toewijzing het geval zou zijn. Gevolg daarvan is immers dat op de werkzaamheden die de notaris verricht geen toezicht wordt gehouden door de kantonrechter, terwijl de erfgenamen die geen volmacht hebben gegeven en overige erfgenamen die nog onvindbaar zijn, zo buiten de vereffening worden gehouden. Dit klemt bijvoorbeeld met betrekking tot de beloning. In de lichte vereffening, door de erfgenamen tezamen, bestaat voor de vereffenaars geen aanspraak op loon, terwijl de notaris die namens de dertig erfgenamen aan de slag gaat, wel betaald wenst te worden voor de door hem te verrichten werkzaamheden, waar de overige erfgenamen geen enkele inspraak in hebben. Deze overweging zou mogelijk anders zijn, als het bijvoorbeeld maar om één of twee erfgenamen zou gaan, die hun medewerking weigeren, zonder dat duidelijk wordt waarom.
Voor situaties als de onderhavige, waarbij het de erfgenamen als vereffenaars niet lukt om de nalatenschap gezamenlijk te vereffenen, heeft de wetgever de voorziening van artikel 4:203 lid 1 BW in de wet opgenomen. De rechtbank kan op grond van dat artikel verzocht worden om een professionele vereffenaar te benoemen. Een dergelijke procedure lijkt, ondanks de daaraan verbonden kosten in verhouding tot de omvang van de nalatenschap en de te verrichten vereffeningswerkzaamheden, een juiste weg in deze zaak. De kantonrechter zal het verzoek gelet op het voorgaande afwijzen.

4.Beslissing

De kantonrechter wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.M. Crouwel, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 19 april 2022, in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beslissing kan binnen drie maanden na de dag van de uitspraak hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem. Het beroepschrift kan uitsluitend door een advocaat worden ingediend..