ECLI:NL:RBMNE:2022:2076
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar in bestuursrechtelijke zaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 3 mei 2022, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van 17 november 2021 behandeld. Eiser, vertegenwoordigd door mr. B.C.F. Kramer, heeft bezwaar gemaakt tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn bezwaar door verweerder, die stelde dat het bericht van 15 september 2021 geen besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Verweerder meent dat het bericht enkel informatief is en niet gericht op rechtsgevolg, waardoor er geen voor bezwaar vatbaar besluit is.
De rechtbank overweegt dat de kernvraag is of het bericht van 15 september 2021 een besluit is waartegen eiser bezwaar kan maken. Eiser stelt dat het bericht wel degelijk een besluit betreft, omdat het hem ten onrechte zou verplichten een bedrag van € 10.589,78 terug te betalen aan het Uwv, terwijl hem eerder was medegedeeld dat deze schuld na vijf jaar zou worden afgeschreven. Eiser betoogt ook dat het Uwv ten onrechte heeft afgezien van een hoorzitting.
De rechtbank concludeert dat de brief van 15 september 2021 geen besluit is in de zin van artikel 1:3 Awb, omdat er geen publiekrechtelijke rechtshandeling is die de rechten of verplichtingen van eiser wijzigt. De rechtbank oordeelt dat verweerder het bezwaar van eiser terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Eiser krijgt geen gelijk en er wordt geen proceskostenvergoeding toegekend. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de griffier was verhinderd deze te ondertekenen.