ECLI:NL:RBMNE:2022:2139
Rechtbank Midden-Nederland
- Beschikking
- A.M.M.E. Doekes
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het griffierecht in het kader van de WHOA en verzoek tot afkondiging van een afkoelingsperiode
In deze beschikking van de Rechtbank Midden-Nederland, uitgesproken op 10 mei 2022, is de procedure gestart door mevrouw J.M.A. Zandvoort, die bezwaar maakte tegen het opgelegde griffierecht voor haar cliënten, [bedrijf 1] B.V. en [bedrijf 2] B.V. De rechtbank heeft vastgesteld dat het griffierecht van € 2.704 tijdig is betaald en dat het verzoekschrift van 10 februari 2022, waarin om benoeming van een herstructureringsdeskundige en afkondiging van een afkoelingsperiode werd verzocht, correct is ingediend. De verzoeken van de bedrijven zijn echter op 24 februari 2022 ingetrokken, waarna zij op 1 maart 2022 in staat van faillissement zijn verklaard.
De rechtbank heeft de argumenten van de verzoeker, die stelde dat voor de afkondiging van de afkoelingsperiode geen griffierecht verschuldigd zou zijn, niet gevolgd. De rechtbank oordeelt dat het griffierecht verschuldigd is voor elk verzoek en per entiteit, ongeacht of de afkoelingsperiode het gevolg is van de benoeming van een herstructureringsdeskundige. De rechtbank concludeert dat het verzet van Zandvoort ongegrond is en verklaart dit in de beschikking.
De beslissing van de rechtbank is openbaar uitgesproken en benadrukt de noodzaak van het betalen van griffierechten in het kader van de procedures die onder de Wet griffierechten burgerlijke zaken vallen.