ECLI:NL:RBMNE:2022:2164
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om proceskostenvergoeding na intrekking beroep tegen besluit Uwv
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 25 mei 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een verzoeker en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De verzoeker had op 1 maart 2021 bezwaar gemaakt tegen een besluit van het Uwv, dat op 14 januari 2022 werd gewijzigd. Na deze wijziging trok de verzoeker zijn beroep in en vroeg hij om een vergoeding voor de proceskosten die hij had gemaakt in de beroepsprocedure.
De rechtbank oordeelde dat zij voldoende informatie had om het verzoek te beoordelen zonder dat partijen voor een zitting hoefden te worden uitgenodigd. De rechtbank stelde vast dat het Uwv met het gewijzigde besluit van 14 januari 2022 volledig aan de verzoeker tegemoet was gekomen, wat betekende dat de verzoeker recht had op een Ziektewet-uitkering tot de maximum uitkeringsduur van 104 weken.
De rechtbank besliste dat het Uwv de proceskosten van de verzoeker moest vergoeden, vastgesteld op € 1.518,-. Dit bedrag was gebaseerd op de punten die de verzoeker had verdiend voor het indienen van het beroepschrift en zijn aanwezigheid bij de zitting. Daarnaast moest het Uwv het door de verzoeker betaalde griffierecht terugbetalen. De uitspraak werd gedaan door rechter R. in ’t Veld en griffier mr. L.M.A. Koeman, en werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.