ECLI:NL:RBMNE:2022:2210
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit heffingsambtenaar niet-ontvankelijk verklaard wegens onvoldoende beroepsgronden
In deze zaak heeft eiser op 17 september 2021 beroep ingesteld tegen een besluit van de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht, dat op 7 augustus 2021 was genomen. De rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, heeft op 3 mei 2022 uitspraak gedaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroepschrift niet voldoet aan de wettelijke eisen zoals gesteld in artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiser heeft weliswaar beroepsgronden ingediend, maar deze gronden raken niet aan de rechtsmatigheid van het bestreden besluit. Hierdoor blijft onduidelijk waarom eiser het niet eens is met het besluit van de heffingsambtenaar.
De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig is. De rechtbank kan het beroep niet inhoudelijk behandelen, aangezien de beroepsgronden niet voldoen aan de vereisten. Eiser wordt aangeraden om contact op te nemen met het juridisch loket voor hulp bij het indienen van een correct beroepschrift.
De rechtbank heeft het beroep kennelijk ongegrond verklaard en eiser krijgt geen gelijk, wat betekent dat er ook geen proceskostenvergoeding wordt toegekend. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 3 mei 2022 door mr. S.C.A. van Kuijeren, in aanwezigheid van griffier O. Asafiati. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met deze uitspraak.