ECLI:NL:RBMNE:2022:2273

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 juni 2022
Publicatiedatum
14 juni 2022
Zaaknummer
16/126714-20 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in jeugdstrafzaak wegens onvoldoende bewijs van straatroven

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 14 juni 2022 uitspraak gedaan in een jeugdstrafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van twee straatroven op 8 februari 2020 in Almere. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, omdat het dossier onvoldoende concrete aanwijzingen bood dat de verdachte een van de daders was. Tijdens de zittingen op 28 september 2021, 1 maart 2022 en 31 mei 2022 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging gehoord. De officier van justitie had gevorderd om de verdachte vrij te spreken van het tweede feit, maar achtte de afpersing in het eerste feit wettig en overtuigend bewezen. De verdediging pleitte voor vrijspraak van beide feiten, onder andere omdat de verdachte niet voldeed aan het signalement dat door de aangevers was gegeven.

De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de aangevers niet voldoende steun boden voor een bewezenverklaring. Aangever 1 had verklaard dat hij door twee personen was beroofd, maar kon de daders niet goed zien. Aangever 2 had verklaard dat hij door twee jongens was benaderd, maar ook zijn verklaring was niet specifiek genoeg. De rechtbank concludeerde dat de betrokkenheid van de verdachte niet kon worden vastgesteld op basis van de beschikbare bewijsmiddelen. Bovendien was er een schending van het ondervragingsrecht van de verdediging, omdat aangever 2 niet als getuige kon worden gehoord. Dit leidde tot de conclusie dat de verdachte van beide feiten moest worden vrijgesproken.

Daarnaast werd de benadeelde partij, vertegenwoordigd door de wettelijk vertegenwoordiger van aangever 1, niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot schadevergoeding, omdat de verdachte van het onder 1 tenlastegelegde werd vrijgesproken. De rechtbank heeft de kosten van de benadeelde partij voor zover deze betrekking hebben op de vordering, tot op heden begroot op nihil. De rechtbank heeft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven en de zaak afgesloten met de beslissing dat de vordering van de benadeelde partij kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16/126714-20 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 14 juni 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [2005] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] te [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 28 september 2021, 1 maart 2022 en 31 mei 2022.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. C.J. Booij en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. P.A.J. van Putten, advocaat te Almere, alsmede [A] van Slachtofferhulp Nederland namens de benadeelde partij [aangever 1] naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:
op 8 februari 2020 in Almere, samen met een of meer anderen, [aangever 1] , door (bedreiging met) geweld heeft gedwongen tot afgifte van onder meer een iPhone XR, een JBL koptelefoon, huissleutels, fietssleutels, een ID-kaart en een geldbedrag, toebehorende aan die [aangever 1] ,
en/of
op 8 februari 2020 in Almere, samen met een of meer anderen, met (bedreiging met) geweld een iPhone XR, een JBL koptelefoon, huissleutels, fietssleutels, een ID-kaart en een geldbedrag van [aangever 1] heeft gestolen;
feit 2
op 8 februari 2020 in Almere, samen met een of meer anderen, geprobeerd heeft om met (bedreiging met) geweld [aangever 2] te dwingen tot afgifte van een of meer goederen en een geldbedrag,
en/of
op 8 februari 2020 in Almere, samen met een of meer anderen, geprobeerd heeft om met (bedreiging met) geweld een of meer goederen en een geldbedrag van [aangever 2] te stelen.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.VRIJSPRAAK

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte vrij te spreken van het onder 2 tenlastegelegde. De officier van justitie acht de onder 1 ten laste gelegde afpersing wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder 1 en 2 tenlastegelegde. Hij heeft daartoe het volgende aangevoerd:
  • Verdachte voldoet niet aan het door aangever [aangever 1] opgegeven signalement.
  • Er kan niet worden geconcludeerd dat de koptelefoon die bij verdachte en medeverdachte [medeverdachte] is aangetroffen de koptelefoon betreft die is weggenomen bij de straatroof. Ook zijn geen van de overige weggenomen goederen aangetroffen bij verdachte of de medeverdachte.
  • Er kan niet worden geconcludeerd dat aangever [aangever 2] direct getuige is geweest van de straatroof van aangever [aangever 1] . Zijn verklaring op dit punt is immers niet voldoende specifiek.
  • Ingevolge artikel 6 lid 3 aanhef en onder d Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM) heeft de verdediging aanspraak op een behoorlijke en effectieve mogelijkheid om getuigen in enig stadium van het geding te doen ondervragen. Nu niet valt te verwachten dat aangever [aangever 2] binnen afzienbare tijd kan worden gehoord, ontbreekt een behoorlijke en effectieve mogelijkheid tot ondervraging. Omdat een bewezenverklaring in beslissende mate op de verklaring van [aangever 2] moet worden gebaseerd, vanwege het ontbreken van voldoende steunbewijs, is sprake van een schending van het ondervragingsrecht. Hierdoor is verdachte in zijn belangen geschaad en dient compensatie van die schending te volgen in de vorm van uitsluiting van de verklaringen van [aangever 2] . De betrokkenheid van verdachte wordt overigens niet bevestigd dan wel ondersteund door de overige stukken in het dossier.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak feit 1 eerste en tweede alternatief en feit 2 eerste en tweede alternatief
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan en zal verdachte hiervan vrijspreken. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Aangever [aangever 1] heeft verklaard dat hij in de avond van 8 februari 2020 door twee personen is beroofd van onder meer zijn telefoon en zijn koptelefoon. Na de beroving is aangever naar zijn werk gelopen. Toen hij daar aankwam zag hij dat de politie twee jongens aan het fouilleren was. Nadat hij aan zijn manager had verteld wat er was gebeurd zijn zij samen naar de politie gerend. Op dat moment zagen zij twee jongens wegrennen. Aangever heeft verklaard dat hij zowel de jongens die gefouilleerd werden als de jongens die wegrenden niet goed heeft kunnen zien.
Aangever [aangever 2] heeft verklaard dat hij in de avond van 8 februari 2020 door twee jongens aan zijn jas getrokken werd en dat ze geld van hem wilden hebben. Hij kon zich aan hen onttrekken en zag kort daarna dat de jongens ook anderen probeerden te beroven. Niet is vast komen te staan dat aangever [aangever 1] een van die anderen is geweest.
Verdachte is in de avond van 8 februari 2020 kort na de beroving en de poging daartoe tweemaal staande gehouden door de politie. Bij de eerste staandehouding was verdachte samen met medeverdachte [medeverdachte] . Een van de goederen die onder hen is aangetroffen betreft een koptelefoon. Uit de inhoud van de stukken in het dossier volgt geen nadere omschrijving van deze koptelefoon. Er kan dan ook niet worden vastgesteld dat de bij verdachte aangetroffen koptelefoon de koptelefoon betreft die is weggenomen. Er zijn ook geen andere goederen bij verdachte en de medeverdachte aangetroffen waaruit volgt dat zij betrokken zijn geweest bij de beroving.
Beide aangevers hebben een beperkt signalement van de daders opgegeven. Verdachte voldoet aan een aantal van de genoemde kenmerken, maar voldoet niet aan een aantal specifieke kenmerken.. Zo heeft aangever verklaard dat de daders zwarte trainingsbroeken droegen terwijl op de foto die van verdachte is genomen tijdens zijn staandehouding te zien is dat verdachte een lichtkleurige broek droeg.
Voorts geldt dat de verdediging aangever [aangever 2] niet heeft kunnen horen als getuige. De rechtbank is van oordeel dat de verklaring van [aangever 2] doorslaggevend is voor een bewezenverklaring van het onder 2 tenlastegelegde aangezien die verklaring op het punt van de betrokkenheid van verdachte niet door andere bewijsmiddelen wordt ondersteund. Nu de verdediging geen gebruik heeft kunnen maken van haar ondervragingsrecht is de rechtbank van oordeel dat de verklaring van [aangever 2] niet kan worden gebezigd voor het bewijs ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde. Daarnaast is de rechtbank van oordeel, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, dat de verklaring van aangever [aangever 2] de verklaring van aangever [aangever 1] in onvoldoende mate ondersteunt. Uit de inhoud van de stukken in het dossier volgen verder geen andere aanwijzingen dat verdachte betrokken is geweest bij het tenlastegelegde. Het feit dat verdachte en de medeverdachte kort na de beroving en de poging daartoe in de omgeving staande zijn gehouden maakt dit niet anders.
De rechtbank komt dan ook tot de slotsom dat uit het dossier weliswaar blijkt dat aangever [aangever 1] is beroofd, en aangever [aangever 2] slachtoffer is geweest van een poging om hem te beroven, maar dat het dossier onvoldoende concrete aanwijzingen biedt waaruit blijkt dat verdachte een van de daders is geweest. Dit maakt dat de rechtbank verdachte zal vrijspreken van het onder 1 en 2 tenlastegelegde.

5.BENADEELDE PARTIJ

[wettelijk vertegenwoordiger] heeft zich als wettelijk vertegenwoordiger van
[aangever 1]als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 1.888,00. Dit bedrag bestaat uit € 1.038,00 materiële schade en € 850,00 immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 1 ten laste gelegde feit.
5.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot gehele toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
5.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat verdachte integraal dient te worden vrijgesproken. Subsidiair heeft de raadsman gesteld dat de benadeelde partij ten aanzien van de immateriële schade niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering omdat niet is vastgesteld dat er sprake is van nadelige psychische gevolgen als gevolg van het onder 1 tenlastegelegde. Meer subsidiair heeft de raadsman de rechtbank verzocht de toe te wijzen immateriële schade te beperken tot € 500,--. Ten aanzien van de materiële schade heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat de schadepost ‘totale abonnementskosten’ onvoldoende onderbouwd is. Voor dit deel dient de benadeelde partij dan ook niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering dan wel de vordering worden afgewezen. Voor het overige heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
5.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de benadeelde partij [aangever 1] niet-ontvankelijk verklaren in de vordering nu verdachte van het onder 1 tenlastegelegde zal worden vrijgesproken. Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard in de vordering, zal de benadeelde partij in de kosten van verdachte worden veroordeeld voor zover deze betrekking hebben op het verweer tegen de vordering. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.

6.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 1 en 2 tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Voorlopige hechtenis
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis;
Benadeelde partij
- verklaart [aangever 1] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.B. Eigeman, voorzitter, tevens kinderrechter,
mrs. H. den Haan en R.A. Hebly, rechters, in tegenwoordigheid van mr. I.S.A. Nahumury, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 14 juni 2022.
Mr. Eigeman is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 8 februari 2020 te Almere, in elk geval in Nederland op de openbare weg (aan/nabij) het Spoorbaanpad, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [aangever 1] heeft gedwongen tot afgifte van, onder meer, een Iphone XR en/of een JBL koptelefoon en/of huissleutels en/of fietssleutels en/of een ID-kaart en/of een geldbedrag van ongeveer 2,80 euro, in elk geval enig(e) goed(eren) en/of geldbedrag, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededaders
- ( hard) tegen de fiets van Voornoemde [aangever 1] heeft/hebben getrapt/geschopt en/of
- die [aangever 1] de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Loop achter mij aan" en/of "Kijk me niet aan, anders heb je nog meer problemen" , althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- die [aangever 1] heeft/hebben gefouilleerd en/of
- die [aangever 1] de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Geef al je spullen", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- die [aangever 1] heeft/hebben gevraagd naar zijn codes en/of zijn ICloud-gegevens en/of
- die [aangever 1] de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Als je naar de politie gaat weten we je te vinden" , althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking
en/of
hij op of omstreeks 8 februari 2020 te Almere, in elk geval in Nederland, op de openbare weg (aan/nabij) het Spoorbaanpad, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een Iphone XR en/of een JBL koptelefoon en/of huissleutels en/of fietssleutels en/of een ID-kaart en/of een geldbedrag van ongeveer 2,80 euro, in elk geval een geldbedrag, althans goederen van zijn/hun gading, in elk geval enig(e) goed(eren) en/of geldbedrag, die/dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [aangever 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [aangever 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- ( hard) tegen de fiets van die [aangever 1] te trappen/schoppen en/of
- voornoemde [aangever 1] de woorden toe te voegen: "Loop achter mij aan" en/of "Kijk me niet aan, anders heb je nog meer problemen" , althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- die [aangever 1] te fouilleren en/of
- die [aangever 1] de woorden toe te voegen: "Geef al je spullen", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- die [aangever 1] te vragen naar zijn codes en/of zijn ICloud-gegevens en/of
- die [aangever 1] de woorden toe te voegen: "Als je naar de politie gaat weten we je te vinden" , althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
2
Folkestone
hij op of omstreeks 8 februari 2020 te Almere, in elk geval in Nederland, op de openbare weg (aan/nabij) het Spoorbaanpad, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededaders voorgenomen misdrijf met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [aangever 2] te dwingen tot afgifte van, een of meer goed(eren) en/of een geldbedrag, toebehorende aan die [aangever 2] , tezamen met zijn mededader(s) en/of alleen
- aan de jas van voornoemde [aangever 2] heeft/hebben getrokken en/of
- ( daarbij) die [aangever 2] de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Wat heb je bij je?" en/of "Geef me je spullen", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- ( vervolgens) die [aangever 2] heeft/hebben gefouilleerd,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
en/of
hij op of omstreeks 8 februari 2020 te Almere, in elk geval in Nederland, op de openbare weg (aan/nabij) het Spoorbaanpad, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededaders voorgenomen misdrijf, een of meer goed(eren) en/of een geldbedrag, die geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [aangever 2] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen
voornoemde [aangever 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
- aan de jas van voornoemde [aangever 2] heeft/hebben getrokken en/of
- ( daarbij) die [aangever 2] de woorden heeft toegevoegd: "Wat heb je bij je?" en/of "Geef me je spullen", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- ( vervolgens) die [aangever 2] heeft/hebben gefouilleerd,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.