ECLI:NL:RBMNE:2022:2277
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- M.P. Glerum
- M.L. Bressers
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende zorgplicht en woonruimte
Op 9 juni 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak waarin verzoeker, die verblijft in een noodwoning, een voorlopige voorziening heeft verzocht. Verzoeker stelt dat Veilig Thuis Utrecht, onderdeel van Samen Veilig Midden-Nederland, hem heeft beloofd woonruimte te regelen, maar deze belofte niet nakomt. Hij verzoekt de voorzieningenrechter om Veilig Thuis op te dragen met spoed woonruimte en een veilige leefomgeving voor hem te regelen, zoals beschreven in artikel 22 van de Grondwet.
De voorzieningenrechter heeft verzoeker op 20 mei 2022 verzocht om een kopie van het besluit waartegen hij bezwaar maakt, maar verzoeker heeft hier niet aan voldaan. Tevens blijkt uit de ingediende stukken niet dat verzoeker een aanvraag heeft ingediend bij verweerder die gericht is op het nemen van een besluit dat volgens hem is uitgebleven. De voorzieningenrechter concludeert dat het verzoek niet voldoet aan de vereisten voor het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening, aangezien er geen bezwaar- of beroepsprocedure loopt tegen een besluit van een bestuursorgaan.
Daarom verklaart de voorzieningenrechter het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk. De uitspraak is gedaan zonder zitting, op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.