ECLI:NL:RBMNE:2022:241
Rechtbank Midden-Nederland
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot afkoop pensioen op basis van de Pensioenwet
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 27 januari 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiseres en het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Detailhandel. De eiseres, die in persoon procedeerde, had verzocht om afkoop van haar pensioen, maar was niet verschenen tijdens de zitting op 13 januari 2022. Het Bedrijfstakpensioenfonds had de afkoopverzoeken van de eiseres eerder afgewezen, omdat deze niet voldeden aan de voorwaarden van de Pensioenwet. De eiseres had in haar brieven aangegeven dat zij geen toestemming had gegeven voor de toepassing van de Pensioenwet en had meerdere keren om afkoop verzocht.
De kantonrechter oordeelde dat de vordering van de eiseres niet kon worden toegewezen. De rechter stelde vast dat de eiseres pas recht heeft op uitkering van haar pensioen bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd en dat afkoop alleen mogelijk is als het pensioen onder de afkoopgrens ligt. Aangezien het Bedrijfstakpensioenfonds had gesteld dat het pensioen van de eiseres boven deze grens ligt, en de eiseres dit niet had ontkend, kon de vordering niet worden toegewezen. De kantonrechter wees ook de stelling van de eiseres af dat de Pensioenwet niet op haar van toepassing zou zijn, en benadrukte dat de wet door de democratisch gekozen vertegenwoordigers is vastgesteld en dat pensioenuitvoerders zich aan deze wet moeten houden.
De rechter besloot dat de eiseres de proceskosten van het Bedrijfstakpensioenfonds moest vergoeden, die op € 498,- werden begroot. De beslissing werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.