ECLI:NL:RBMNE:2022:2539
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing compensatie transitievergoeding wegens beëindiging arbeidsovereenkomst niet door langdurige arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 17 juni 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de afwijzing van een aanvraag om compensatie van de transitievergoeding. Eiseres had een arbeidsovereenkomst met een werkneemster die op 21 oktober 2013 ziek uitviel. Na een vaststellingsovereenkomst, gesloten op 22 februari 2016, werd de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden beëindigd per 1 maart 2016. Eiseres verzocht het Uwv om compensatie van de transitievergoeding, maar het Uwv weigerde dit, omdat volgens hen de arbeidsovereenkomst niet was beëindigd wegens langdurige arbeidsongeschiktheid, maar vanwege een verschil van inzicht over de functie-invulling.
De rechtbank oordeelde dat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat de beëindiging van de arbeidsovereenkomst was geschied wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. De vaststellingsovereenkomst vermeldde expliciet dat de beëindiging plaatsvond vanwege een verschil van inzicht. Eiseres had geen bewijsstukken overgelegd die de claim van langdurige arbeidsongeschiktheid als reden voor beëindiging onderbouwden. De rechtbank concludeerde dat de voorwaarden voor compensatie niet waren vervuld, en verklaarde het beroep van eiseres ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van de inhoud van de vaststellingsovereenkomst en de noodzaak voor werkgevers om aan te tonen dat aan de voorwaarden voor compensatie is voldaan.