ECLI:NL:RBMNE:2022:257

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
24 januari 2022
Publicatiedatum
27 januari 2022
Zaaknummer
16.193457.20
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van voorwaarden bij een tbs-maatregel

Op 24 januari 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende de wijziging van voorwaarden bij een tbs-maatregel. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de voorwaarden van de terbeschikkingstelling van de betrokkene te wijzigen, beoordeeld. De betrokkene, geboren in 1984, verblijft in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPA) en is ter beschikking gesteld vanwege ernstige misdrijven, waaronder belaging en bedreiging. De reclassering heeft aangegeven dat de huidige voorwaarden onvoldoende zijn om de risico's van de betrokkene te beheersen. Tijdens de zitting op 10 januari 2022 zijn verschillende partijen gehoord, waaronder de officier van justitie en de raadsman van de betrokkene. De reclassering heeft gepleit voor strengere voorwaarden, waaronder een verbod op alcohol en drugs, en meer openheid over het sociale netwerk van de betrokkene. De rechtbank heeft de noodzaak van wijziging van de voorwaarden erkend, maar niet alle voorgestelde voorwaarden noodzakelijk geacht. De rechtbank heeft besloten dat de betrokkene moet meewerken aan reclasseringstoezicht en dat hij zich moet houden aan bepaalde voorwaarden, zoals het niet gebruiken van alcohol en drugs, en het geven van openheid over zijn vrijetijdsbesteding. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat elektronische controle niet nodig is, gezien er geen aanwijzingen zijn dat de betrokkene de voorwaarden heeft overtreden. De beslissing is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft de voorwaarden van de tbs-maatregel aangepast in het belang van de veiligheid van anderen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16.193457.20 (vordering wijziging voorwaarden tbs)
Beslissing op grond van artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering van de meervoudige kamer voor strafzaken van 24 januari 2022
in de zaak van de officier van justitie tegen de ter beschikking gestelde:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum 1] 1984 te [geboorteplaats] ,
thans verblijvende in FPA [locatie 1] te [vestigingsplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene.

1.De stukken

De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
  • het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 18 juni 2021 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met voorwaarden vanwege, onder meer, belaging en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, meermalen gepleegd;
  • stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 7 juli 2021;
  • de vordering van de officier van justitie van 1 december 2021, die strekt tot wijziging van de voorwaarden van de tbs-maatregel met voorwaarden;
  • het voortgangsverslag tbs van 1 november 2021, opgemaakt door J. Post, reclasseringswerker;
  • het reclasseringsadvies van 19 november 2021, opgemaakt door J. Post, reclasseringswerker.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De behandeling van de zaak heeft op 10 januari 2022 ter terechtzitting plaatsgevonden. Daarbij zijn gehoord:
- de officier van justitie, mr. H.J. Lambers;
- de betrokkene, bijgestaan door zijn raadsman mr. M.J. Bouwman, advocaat te Zaandam;
- de deskundige J. Post, reclasseringswerker.
Bij de behandeling ter terechtzitting was tevens aanwezig mevrouw [slachtoffer 1] , één van de slachtoffers van het indexdelict.

3.Het standpunt van de reclassering

Het standpunt van de reclassering blijkt uit het onder 1 genoemde rapport. Dit houdt onder meer het volgende in.
Voorafgaand aan de inhoudelijke behandeling van de strafzaak is destijds geen maatregelenrapport opgesteld. Gelet op de inhoud van de rapportages van de psycholoog Vermeulen en psychiater Den Boer in februari 2021 en de ruis in de eerste maanden van de tbs-maatregel, volstaan de huidige voorwaarden van de tbs-maatregel niet om de risico’s voldoende in te perken.
Sinds 2 juli 2021 verblijft betrokkene bij FPA [locatie 1] in [vestigingsplaats] . Dit betreft beveiligingsniveau 2, terwijl door de psychiater FVK [locatie 2] met beveiligingsniveau 3 was genoemd. Op 9 juli 2021 wordt een melding ontvangen van het slachtofferloket dat betrokkene een foto met daaronder een tekst heeft geplaatst. De foto zou zijn genomen door één van de slachtoffers. Op 13 augustus 2021 heeft betrokkene een officiële waarschuwing gehad wegens grensoverschrijdend gedrag richting zijn begeleiding en het afdekken van de brandmelder met een sok. Op 23 augustus 2021 wordt het bericht ontvangen dat een van de slachtoffers wegens bedreiging en overtreding van het contactverbod aangifte heeft gedaan tegen betrokkene.
De reclassering kan onvoldoende toezicht houden op betrokkene. Het is van belang dat de reclassering inzicht heeft in het netwerk en relaties van betrokkene. Ook is het gebruik van sociale media een belangrijk onderwerp van gesprek. Betrokkene is veel actief geweest op sociale media. Daarnaast is het belangrijk dat de mogelijkheid van het inzetten van een time-out bestaat. De reclassering wil voorts dat er een verbod wordt opgelegd voor alle drugs en alcohol zodat de behandeling niet doorkruist kan worden. Ook zijn er meerdere voorwaarden nodig voor het traject na een klinische behandeling die nog niet of onvoldoende in de huidige voorwaarden beschreven worden, zoals een (beschermde) woonplek, meewerken aan ambulante behandeling, dagbesteding en het geven van openheid over vrijetijdsbesteding.
Uit het voortgangsverslag tbs van 1 november 2021 blijkt dat er eind augustus 2021 een kentering te zien is en dat er in september 2021 meer positieve geluiden vanuit FPA [locatie 1] komen. Betrokkene lijkt meer zijn plek te hebben gevonden in de kliniek en er lijkt contactgroei te zijn met de kliniek en de reclassering.
De deskundige voornoemd heeft ter zitting het advies van de reclassering toegelicht en daarbij aangegeven dat het onduidelijk is hoe lang de behandeling in de FPA nog nodig is. In november werd door de hoofdbehandelaar aangegeven dat nog ongeveer 9 maanden behandeling nodig zijn, terwijl eind december is aangegeven dat betrokkene mogelijk in februari of maart 2022 klaar is met zijn behandeling in de FPA. Door de inrichting is een woonprofiel droog+ geadviseerd. Dit betekent dat er op het complex van beschermd wonen geen alcohol aanwezig mag zijn. De wachttijden voor de woonvoorzieningen droog en droog+ zijn echter lang, tussen de 6 en 9 maanden. Door de werkeenheid Indicatiestelling Forensische Zorg (IFZ) wordt bepaald welke woonvorm het meest passend is voor betrokkene. De elektronische monitoring is nodig om het locatieverbod te kunnen controleren en snel te kunnen reageren als het verbod wordt overtreden. De reclassering heeft geen aanwijzingen dat betrokkene op de verboden plaatsen is geweest noch dat hij daar niet is geweest.
Naast de reeds voorgestelde wijzigingen heeft de reclassering ook verzocht om aan de voorwaarde van het alcohol- en drugsverbod toe te voegen: ‘zolang de reclassering dat nodig acht’.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat de voorwaarden worden gewijzigd zoals door de reclassering is voorgesteld. Met de huidige voorwaarden kan de reclassering het recidiverisico onvoldoende inperken. De wijziging van de voorwaarden is daarom nodig in het belang van de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen. Bij het indexdelict heeft alcohol nadrukkelijk een rol gespeeld. Onlangs heeft betrokkene positief gescoord op een urinecontrole. Ook is er sprake van een nieuwe relatie. De voorwaarden dat betrokkene openheid moet geven over zijn vrijetijdsbesteding, sociale netwerk en (seksuele) relaties zijn van belang gelet op het indexdelict. Deze voorwaarden geven duidelijkheid voor betrokkene waar hij over moet spreken. De elektronische controle is een objectieve manier om te beoordelen of betrokkene zich aan de voorwaarden houdt.

5.Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft aangegeven dat betrokkene bereid is zich aan de voorwaarden te houden, maar dat niet alle voorgestelde voorwaarden opgelegd moeten worden.
De voorwaarde dat betrokkene zich niet schuldig mag maken aan een strafbaar feit is overbodig.
Ten aanzien van het beschermd wonen en maatschappelijke opvang moet de reclassering ook kijken naar de wachtlijsten en daarom niet alleen de mogelijkheden voor een opname in een droog of droog+-instelling onderzoeken. Een alcoholverbod is immers al als afzonderlijke voorwaarde opgenomen.
De raadsman heeft verder verzocht om de voorwaarden waarbij betrokkene openheid moet geven over zijn vrijetijdsbesteding, sociale netwerk en (seksuele) relaties niet op te nemen. De voorwaarden zijn te onbepaald geformuleerd en er kan een conflict ontstaan over de mate van openheid die gegeven wordt.
Ook ten aanzien van de elektronische controle is verzocht deze niet op te nemen. Het is een ingrijpend middel en er zijn geen aanwijzingen dat betrokkene de contactverboden overtreedt. Elektronische controle is een te grote schending van de privacy van betrokkene. Datzelfde geldt voor het geven van inzage in zijn computers en digitale gegevensdragers. Bij aanwijzingen van strafbare feiten kunnen opsporingshandelingen worden ingezet. Het in die voorwaarde genoemde contactverbod wordt al ondervangen door het als aparte voorwaarde opgenomen contactverbod. De raadsman heeft verzocht deze voorwaarde niet op te nemen.
Tegen de overige voorgenomen voorwaarden heeft de raadsman geen bezwaar gemaakt.

6.Het oordeel van de rechtbank

De reclassering heeft geadviseerd om de voorwaarden te wijzigen omdat zij met de huidige voorwaarden onvoldoende zicht hebben op betrokkene en zij de risico’s onvoldoende kunnen inperken.
Tegen het wijzigen van de meeste voorwaarden bestaat aan de kant van betrokkene geen bezwaar. De rechtbank is ook van oordeel dat wijziging van de voorwaarden nodig is in het belang van de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen, maar acht niet alle voorgestelde voorwaarden noodzakelijk en zal dat hieronder uiteenzetten.
De rechtbank ziet geen aanleiding om de voorwaarde dat betrokkene zich niet schuldig mag maken aan een strafbaar feit op te leggen. Vooropgesteld wordt dat betrokkene, net als iedere andere burger, geen strafbare feiten mag plegen. Op het moment dat dit echter als voorwaarde bij de tbs met voorwaarden zou worden opgenomen, dan zou het opnieuw plegen van een strafbaar feit betekenen dat de tbs met voorwaarden kan worden omgezet in een tbs met dwangverpleging. Dat acht de rechtbank op dit moment langs deze weg niet nodig.
Ten aanzien van de voorwaarden dat betrokkene openheid moet geven over zijn vrijetijdsbesteding, sociale netwerk en (seksuele) relaties oordeelt de rechtbank dat deze voorwaarden van belang zijn om duidelijkheid te creëren waarover door betrokkene (in ieder geval) gesproken moet worden met de reclassering. De rechtbank acht het echter niet opportuun dat de reclassering thans al contact op kan nemen met het sociale netwerk en (intieme) relaties van betrokkene, noch dat betrokkene mee moet werken aan relatietherapie. Indien er aanwijzingen ontstaan dat er problemen zijn met het sociale netwerk of (intieme) relaties, dan kan er op dat moment een verzoek worden gedaan om de voorwaarden te wijzigen.
Het toepassen van elektronische controle bij de locatieverboden is een zwaar middel waarbij de privacy van betrokkene ingeperkt wordt. Er zijn geen aanwijzingen dat betrokkene het afgelopen half jaar de locatieverboden heeft overtreden. De rechtbank ziet daarom geen aanleiding om elektronische controle toe te passen bij de locatieverboden.
Het verzoek tot inzage in de computers en digitale gegevensdragers van betrokkene is ingegeven om stalkinggerelateerde handelingen en het (aanzetten tot) contact met de slachtoffers op te sporen. De rechtbank is van oordeel dat door het opleggen van deze voorwaarden een te ver gaande bevoegdheid aan de reclassering en politie wordt gegeven. Een contactverbod is al in een andere voorwaarde opgenomen. Hieronder valt ook het digitaal contact zoeken of het aanzetten van een ander om contact te zoeken met de slachtoffers. Voor het opsporen van stalkinggerelateerde handelingen kan de politie gebruik maken van haar normale opsporingsbevoegdheden, indien er een verdenking is.
De rechtbank acht het echter wel van belang dat betrokkene openheid geeft aan de reclassering over zijn sociale mediagebruik. Daarom zal de rechtbank dit opnemen bij de voorwaarde over openheid over zijn vrijetijdsbesteding, sociale netwerk en (seksuele) relaties.

7.De beslissing

De rechtbank wijzigt de voorwaarden van de terbeschikkingstelling met voorwaarden in die zin dat deze komen te luiden dat:
1. betrokkene meewerkt aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in dat:
o betrokkene zich meldt op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
o betrokkene een of meer vingerafdrukken laat nemen en een geldig identiteitsbewijs laat zien. Dit is nodig om de identiteit van betrokkene vast te stellen;
o betrokkene zich houdt aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om betrokkene te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
o betrokkene de reclassering helpt aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
o betrokkene meewerkt aan huisbezoeken;
o betrokkene de reclassering inzicht geeft in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
o betrokkene zich niet vestigt op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
o betrokkene meewerkt aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met betrokkene, als dat van belang is voor het toezicht;
2. betrokkene meewerkt aan een time-out in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling als de reclassering dat nodig vindt. Deze time-out duurt maximaal 7 weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal 7 weken, tot maximaal 14 weken per jaar;
3. indien betrokkene tijdens de tbs met voorwaarden of voorwaardelijke beëindiging een (incidenteel) bezoek wil brengen aan het buitenland, de reclassering beslist hoe en op welke wijze dit zich verhoudt tot de geldende voorwaarde(n);
4. betrokkene zich laat opnemen en zal verblijven in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing, teneinde zich klinisch te laten behandelen voor zowel zijn verslavings- als persoonlijkheidsproblematiek. De opname duurt zolang de verslavingsreclassering dat in samenspraak met de zorginstelling nodig vindt. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de verslavingsreclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt betrokkene mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
5. betrokkene, indien dit in de toekomst geïndiceerd zou blijken, zal verblijven in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt voor zolang de reclassering dat nodig vindt. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
6. betrokkene zich aansluitend op de klinische behandeling ambulant laat behandelen door Fivoor Forensisch FACT of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
7. betrokkene zijn dagbesteding zal vormgeven in overleg met zijn behandelaars en de reclassering en zich zal houden aan de afspraken in het kader hiervan. Hij zal niet veranderen van dagbesteding zonder toestemming van de reclassering;
8. betrokkene openheid dient te geven over zijn vrijetijdsbesteding, sociale netwerk, (seksuele) relaties en sociale mediagebruik;
9. betrokkene meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Betrokkene geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
10. betrokkene geen (hard)drugs gebruikt en meewerkt aan controle op dit verbod, zolang de reclassering dat nodig acht. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd.
11. betrokkene geen alcohol gebruikt en meewerkt aan controle op dit alcoholverbod, zolang de reclassering dat nodig acht. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd. Mogelijke controlemiddelen zijn urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest);
12. betrokkene op geen enkele wijze – direct of indirect – contact heeft of zoekt met [slachtoffer 2] , geboren op [1979] te [geboorteplaats] , zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
13. betrokkene op geen enkele wijze – direct of indirect – contact heeft of zoekt met [slachtoffer 1] , geboren op [1979] te [geboorteplaats] , zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
14. betrokkene zich niet binnen een straal van 150 meter rond de [adres 1] te [plaats 1] bevindt, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt.
15. betrokkene zich niet binnen een straal van 150 meter rond de [adres 2] , [plaats 2] bevindt, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt.
Deze beslissing is genomen door mr. A.W.M. van Hoof, voorzitter, mrs. N. van Esch en J. Wiersma, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.T. Feenstra als griffier, en in het openbaar uitgesproken op 24 januari 2022.
Mrs. Van Esch en Feenstra zijn buiten staat deze beslissing mee te ondertekenen.