7.De beslissing
De rechtbank wijzigt de voorwaarden van de terbeschikkingstelling met voorwaarden in die zin dat deze komen te luiden dat:
1. betrokkene meewerkt aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in dat:
o betrokkene zich meldt op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
o betrokkene een of meer vingerafdrukken laat nemen en een geldig identiteitsbewijs laat zien. Dit is nodig om de identiteit van betrokkene vast te stellen;
o betrokkene zich houdt aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om betrokkene te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
o betrokkene de reclassering helpt aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
o betrokkene meewerkt aan huisbezoeken;
o betrokkene de reclassering inzicht geeft in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
o betrokkene zich niet vestigt op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
o betrokkene meewerkt aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met betrokkene, als dat van belang is voor het toezicht;
2. betrokkene meewerkt aan een time-out in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling als de reclassering dat nodig vindt. Deze time-out duurt maximaal 7 weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal 7 weken, tot maximaal 14 weken per jaar;
3. indien betrokkene tijdens de tbs met voorwaarden of voorwaardelijke beëindiging een (incidenteel) bezoek wil brengen aan het buitenland, de reclassering beslist hoe en op welke wijze dit zich verhoudt tot de geldende voorwaarde(n);
4. betrokkene zich laat opnemen en zal verblijven in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing, teneinde zich klinisch te laten behandelen voor zowel zijn verslavings- als persoonlijkheidsproblematiek. De opname duurt zolang de verslavingsreclassering dat in samenspraak met de zorginstelling nodig vindt. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de verslavingsreclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt betrokkene mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
5. betrokkene, indien dit in de toekomst geïndiceerd zou blijken, zal verblijven in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt voor zolang de reclassering dat nodig vindt. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
6. betrokkene zich aansluitend op de klinische behandeling ambulant laat behandelen door Fivoor Forensisch FACT of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
7. betrokkene zijn dagbesteding zal vormgeven in overleg met zijn behandelaars en de reclassering en zich zal houden aan de afspraken in het kader hiervan. Hij zal niet veranderen van dagbesteding zonder toestemming van de reclassering;
8. betrokkene openheid dient te geven over zijn vrijetijdsbesteding, sociale netwerk, (seksuele) relaties en sociale mediagebruik;
9. betrokkene meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Betrokkene geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
10. betrokkene geen (hard)drugs gebruikt en meewerkt aan controle op dit verbod, zolang de reclassering dat nodig acht. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd.
11. betrokkene geen alcohol gebruikt en meewerkt aan controle op dit alcoholverbod, zolang de reclassering dat nodig acht. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd. Mogelijke controlemiddelen zijn urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest);
12. betrokkene op geen enkele wijze – direct of indirect – contact heeft of zoekt met [slachtoffer 2] , geboren op [1979] te [geboorteplaats] , zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
13. betrokkene op geen enkele wijze – direct of indirect – contact heeft of zoekt met [slachtoffer 1] , geboren op [1979] te [geboorteplaats] , zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
14. betrokkene zich niet binnen een straal van 150 meter rond de [adres 1] te [plaats 1] bevindt, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt.
15. betrokkene zich niet binnen een straal van 150 meter rond de [adres 2] , [plaats 2] bevindt, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt.
Deze beslissing is genomen door mr. A.W.M. van Hoof, voorzitter, mrs. N. van Esch en J. Wiersma, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.T. Feenstra als griffier, en in het openbaar uitgesproken op 24 januari 2022.
Mrs. Van Esch en Feenstra zijn buiten staat deze beslissing mee te ondertekenen.