Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Hoe is de procedure verlopen?
2.Waar gaat deze zaak over?
- een (tijdelijke) verlaging van de huurprijs;
- de betaling van € 450,42: de kosten die hij heeft gemaakt voor het laten uitvoeren van een lekdetectie onderzoek;
- de veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten met wettelijke rente.
vernietiging van de Uitspraak van de Huurcommissie en opnieuw rechtdoen’.Ook in brief van 10 mei 2022 van [gemachtigde] aan de rechtbank staat dat [eiser] van mening blijft dat hij recht heeft op huurprijsvermindering. De kantonrechter kan de uitspraak van de huurcommissie niet vernietigen. Maar uit artikel 7:262 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) volgt dat de kantonrechter wel tot een ander oordeel kan komen, en dat daarmee de beslissing van de huurcommissie opzij kan worden gezet.
3.Hoe oordeelt de kantonrechter?
Besluit huurprijzen woonruimteen het daarop gebaseerde
Gebrekenboektot huurprijsvermindering moeten leiden. Dat gaat om het overlopen van de luifel (Gebrekenboek: CK5) en het binnendringen van hemelwater doordat de drempel van de voordeur door houtrot is aangetast (Gebrekenboek: CD8). Dat is in feite één gebrek. Het overlopen van een luifel valt namelijk alleen binnen het bereik van het Gebrekenboek als de daardoor ontstane overlast de bewoonbaarheid aantast. Die aantasting zit alleen in de verrotte drempel en het als gevolg daarvan binnenlopende hemelwater. Dat water komt namelijk van de (overlopende) luifel boven de voordeur. Dat is dus hetzelfde gebrek. De kantonrechter begrijpt dat [eiser] ook vindt dat het ontbreken van de deur van de badkamer (Gebrekenboek: A2) en de lekkage op zolder (die vocht- en schimmelplekken in de badkamer tot gevolg heeft) redenen zijn om de huurprijs te verminderen. [eiser] beroept zich in verschillende producties namelijk op de uitspraak van de huurcommissie van 28 mei 2015, waarin die beide mankementen (in combinatie met nog twee punten) als een gebrek in categorie C zijn aangemerkt.
op verlangen van de huurder’te verhelpen. Gelet op het verweer van [gedaagde] , is de vraag is of [eiser] na zijn kennisgeving aan [gedaagde] wel (de hele tijd) herstel heeft verlangd van de gebreken.
‘U had reeds toestemming om bepaalde werkzaamheden uit te voeren. Andere werkzaamheden binnen de woning moesten en moeten nog steeds wachten vanwege de situatie ro[n]d Covid19.’Voor welke werkzaamheden behalve de douchedeur [eiser] al toestemming had gegeven, valt niet goed op te maken uit het dossier. Tijdens de mondelinge behandeling is door [gedaagde] bovendien gezegd dat zij voor de reparatie van het dak (en dakplaten) en de drempel de woning moet kunnen betreden. Na het toesturen van het lekdetectierapport op 31 mei 2021 aan [onderneming 1] komt de bal echter daar te liggen. [eiser] bericht [onderneming 1] dan duidelijk dat zij mogen beginnen met de herstelwerkzaamheden aan de luifel. Dat geldt ook voor herstel van de gevolgschade van de lekkage. Door partijen wordt ook 1 juli 2021 als startdatum voor de werkzaamheden genoemd. Daarna blijft het echter stil, totdat [gedaagde] door [eiser] wordt gedagvaard in december 2021. Dat er na 1 juli 2021 niets is gebeurd, komt dan ook voor rekening van [gedaagde] . Dat geldt ook voor de periode na dagvaarding. [gedaagde] heeft tijdens de mondelinge behandeling alleen gesteld dat zij denkt dat zij lopende deze procedure geen medewerking van [eiser] krijgt. Of dat ook werkelijk zo is, heeft [gedaagde] niet onderbouwd.
‘U kunt echter ook de moeite nemen de foto’s nog eens te bekijken en zelf even schriftelijk aangegeven dat u het eens bent met de huurder om onnodige tijd en kosten te besparen.’[gedaagde] (of [onderneming 1] ) heeft niet gereageerd op de brief. Omdat [gedaagde] ook niet (langer) betwist dat sprake is van een gat in het dak, zoals uit het lekdetectierapport blijkt, komen de kosten voor haar rekening. De kosten zijn gemaakt ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid.
- € 127,24 kosten dagvaarding
- € 85,00 griffierecht
- € 75,00salaris gemachtigde
- € 287,24 totaal