Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 juli 2022 in de zaak tussen
[eiser] , te [plaats] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
- het bouwen van een dakopbouw (derde bouwlaag);
- het bouwen van een terras op de aanbouw.
a. indien de activiteit in strijd is met het bestemmingsplan:
1° met toepassing van de in het bestemmingsplan opgenomen regels inzake afwijking;
2° in de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen, of
3° in overige gevallen, indien de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat.
Op grond van artikel 7.3.2., onder b, van de planvoorschriften mag het aantal bouwlagen niet meer bedragen dan op de plankaart is aangegeven. Op de plankaart is aangegeven dat de woning niet hoger mag zijn dan twee bouwlagen.
Op grond van artikel 7.3.2., onder c, van de planvoorschriften volgt dat de afdekking van een hoofdgebouw zoals deze bestaat op het moment van de ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan niet mag worden gewijzigd.
- het bouwen van een dakopbouw (derde bouwlaag) met een recht opgetrokken achtergevel,
- met op de derde bouwlaag een dakterras
- en op de tweede bouwlaag van de aanbouw een terras
en is daarmee in strijd met het bestemmingsplan.
1. geen afbreuk mag worden gedaan aan het stedenbouwkundige beeld van de betreffende straat of gebied, waar onder in ieder geval eenduidigheid in bebouwingshoogte wordt verstaan;
2. er geen onevenredige nadelige effecten mogen ontstaan voor de gebruiksmogelijkheden, de privacy en de bezonning voor aangelegen percelen.
In artikel 7.4.1., onder b, is (voor zover relevant in deze zaak) bepaald dat de onder a bedoelde extra bouwlaag mag worden afgedekt met een kap of bijzondere bouwlaag, indien naast de onder a. onder 1 en 2 genoemde voorwaarden, tevens wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
4. elders in de straat zijn reeds hoofdgebouwen van vergelijkbare hoogte afgedekt met een kap of bijzondere bouwlaag en
5. een kap aan de voorzijde van het hoofdgebouw of de denkbeeldige lijn tussen de bovenkant van de voorgevel en de bovenkant van het terugliggende deel van een bijzondere bouwlaag heeft een helling van maximaal 60°.
het gebied. De motivering die het college heeft gegeven ziet volgens eiser op de straat, hetgeen hetzelfde is als in de eerdere procedure die door de rechtbank is verworpen. In het nieuwe bestreden besluit gaat het college niet in op het feit dat in andere bouwblokken in de omgeving een rechte achtergevel wel is toegestaan, terwijl hetzelfde stedenbouwkundige regime van toepassing is. Volgens eiser heeft het college daarom onvoldoende gemotiveerd dat de dakopbouw afbreuk doet aan het stedenbouwkundige beeld van de betreffende straat of gebied. Eiser vindt dat de dakopbouw met de recht opgetrokken achtergevel wel voldoet aan artikel 7.4.1., onder a, onder 1, van de planvoorschriften.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het nieuwe bestreden besluit voor zover daarbij niet is gemotiveerd waarom