ECLI:NL:RBMNE:2022:2788
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tegemoetkoming bij niet tijdig beslissen op bezwaar in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft verzoekster, een organisatie gevestigd in [plaats], de minister voor Natuur en Stikstof verzocht om handhavend op te treden tegen Lelystad Airport wegens het ontbreken van een natuurvergunning. Het verzoek werd door de minister afgewezen met een primair besluit op 17 december 2019. Verzoekster maakte bezwaar tegen deze afwijzing op 27 januari 2020 en stuurde op 31 augustus 2020 een ingebrekestelling wegens het niet tijdig beslissen op het bezwaar. Op 22 september 2020 heeft verzoekster beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op bezwaar. De minister heeft uiteindelijk op 29 september 2020 een beslissing op bezwaar genomen. Verzoekster trok haar beroep in op 22 maart 2022, met het verzoek om de minister te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank heeft de minister in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling, maar de minister heeft hierop niet gereageerd. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan. De rechtbank overweegt dat de veroordeling in proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb. De rechtbank concludeert dat er sprake is van tegemoetkomen, omdat de minister niet tijdig op het bezwaar heeft beslist. De rechtbank heeft het verzoek om proceskostenveroordeling als kennelijk gegrond toegewezen en de minister veroordeeld tot betaling van € 379,50 aan proceskosten aan verzoekster.
De uitspraak is gedaan door mr. S.C.A. van Kuijeren, rechter, in aanwezigheid van mr. S.C.J. van der Hoorn, griffier, en is uitgesproken in het openbaar op 15 juli 2022. Een afschrift van de uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen.