ECLI:NL:RBMNE:2022:2837

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
4 februari 2022
Publicatiedatum
18 juli 2022
Zaaknummer
21/3847
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kennelijk niet-ontvankelijk beroep wegens ontbreken beroepsgronden

Op 4 februari 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres had op 10 augustus 2021 beroep ingesteld tegen een beslissing op bezwaar van verweerder, die op 29 juni 2021 was genomen. De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat het beroepschrift niet voldeed aan de wettelijke eisen, zoals vastgelegd in artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit artikel vereist dat een appellant duidelijk aangeeft waarom hij het niet eens is met het besluit en dit ook toelicht met beroepsgronden.

De rechtbank heeft eiseres op 23 december 2021 een aangetekende brief gestuurd, waarin zij werd verzocht om binnen vier weken haar beroepsgronden in te dienen. Eiseres heeft echter niet tijdig gereageerd op deze oproep. Gezien het ontbreken van de noodzakelijke beroepsgronden heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals bedoeld in artikel 8:54 van de Awb. Hierdoor kon de rechtbank de zaak niet inhoudelijk behandelen.

De rechtbank heeft besloten dat er geen proceskostenvergoeding zal plaatsvinden. De uitspraak is gedaan door rechter S.C.A. van Kuijeren, in aanwezigheid van griffier P.W. Hogenbirk, en is op dezelfde dag openbaar gemaakt. Partijen zijn geïnformeerd over hun recht om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met deze uitspraak, binnen een termijn van zes weken na verzending.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/3414

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 februari 2022 in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres,

(gemachtigde: mr. M. Görsültürk),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiseres heeft ingediend op 10 augustus 2021 tegen de beslissing op bezwaar van verweerder van 29 juni 2021.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Het beroepschrift voldoet niet aan de wettelijke eisen, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet zeggen waarom zij het niet eens is met het besluit en dit ook uitleggen. Dat worden ‘beroepsgronden’ genoemd. Dit staat in artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Als dat niet gebeurt kan de rechtbank bepalen dat het beroep niet inhoudelijk wordt behandeld.
3. De rechtbank heeft eiseres op 23 december 2021 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat zij binnen vier weken moet aangeven waarom zij het niet eens is met het besluit.
4. Eiseres heeft niet (op tijd) gereageerd op deze brief.
5. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54, van de Awb). Het beroep zal daarom niet inhoudelijk worden behandeld.
6. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.C.A. van Kuijeren, rechter, in aanwezigheid van
P.W. Hogenbirk, griffier
.De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt 4 februari 2022 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.