In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 24 mei 2022 uitspraak gedaan in een beroep van eiseres tegen de ongegrondverklaring van haar bezwaar tegen een naheffingsaanslag parkeerbelastingen. De naheffingsaanslag was opgelegd omdat eiseres haar voertuig met kenteken [kenteken] had geparkeerd op een parkeerplaats in de gemeente Zeist op 17 september 2021. De rechtbank heeft vastgesteld dat de uitspraak op bezwaar is gedaan door een medewerker van ParkeerService U.A., maar dat deze medewerker niet bevoegd was om deze uitspraak te doen. Dit is gebaseerd op het ontbreken van een aanwijzingsbesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeist, waaruit zou moeten blijken wie als heffingsambtenaar is aangewezen. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat het mandaatbesluit niet op de juiste wijze bekend is gemaakt, waardoor de uitspraak op bezwaar niet rechtsgeldig was. De rechtbank heeft daarom het beroep van eiseres gegrond verklaard, de bestreden uitspraak op bezwaar vernietigd en verweerder opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar, rekening houdend met de uitspraak van de rechtbank. Tevens is bepaald dat verweerder het griffierecht aan eiseres moet vergoeden.