ECLI:NL:RBMNE:2022:2885

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
21 juli 2022
Publicatiedatum
19 juli 2022
Zaaknummer
UTR 21/749
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaar omgevingsvergunning voor woningbouw

In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 21 juli 2022 uitspraak gedaan in het beroep van eiser tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leusden. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een verleende omgevingsvergunning voor de bouw van 25 woningen, maar het college verklaarde dit bezwaar niet-ontvankelijk, omdat eiser volgens hen geen belanghebbende was. De rechtbank heeft in haar overwegingen uiteengezet dat volgens artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een belanghebbende iemand is die een rechtstreeks belang heeft bij het besluit. Dit betekent dat er sprake moet zijn van een objectief, persoonlijk, eigen, rechtstreeks en actueel belang. De rechtbank heeft vastgesteld dat de afstand tussen de woning van eiser en het bouwwerk ongeveer 200 meter bedraagt en dat eiser vanuit zijn perceel geen zicht heeft op het bouwwerk. Hierdoor heeft de omgevingsvergunning voor eiser geen gevolgen van enige betekenis. De rechtbank concludeert dat de overlast door bouwverkeer niet relevant is, omdat dit niet onder de omgevingsvergunning valt. Eiser is daarom niet als belanghebbende aan te merken en het bezwaar is terecht niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/749

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 juli 2022 in de zaak tussen

[eiser] , uit [woonplaats] , eiser

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leusden, verweerder.

Als derde-partij neemt aan het geding deel
[derde belanghebbende]te [vestigingsplaats]
(gemachtigde: mr. C. van Deutekom).

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiser tegen het besluit van verweerder van 20 januari 2021.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Verweerder heeft het bezwaar van eiser tegen een verleende omgevingsvergunning voor de bouw van 25 woningen niet-ontvankelijk verklaard. Volgens verweerder is eiser geen belanghebbende bij dat besluit. Eiser is het daarmee niet eens.
3. Op grond van artikel 1:2 van de Awb is een belanghebbende iemand die een rechtstreeks belang heeft bij het betreffende besluit. Volgens vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) betekent dit dat er sprake moet zijn van een objectief, persoonlijk, eigen, rechtstreeks en actueel belang bij het besluit, waarmee de betreffende persoon zich onderscheidt van anderen. Uitgangspunt daarbij is dat degene die rechtstreeks feitelijke gevolgen ondervindt van de activiteit die het besluit toestaat, in beginsel belanghebbende is bij het besluit. Daarbij geldt dat die gevolgen wel van enige betekenis moeten zijn. Gevolgen van enige betekenis ontbreken wanneer er weliswaar gevolgen zijn vast te stellen, maar die gevolgen voor de woon-, leef- of bedrijfssituatie van betrokkene dermate gering zijn, dat van een persoonlijk belang bij het besluit geen sprake is. Daarbij wordt acht geslagen op de afstand tot, het zicht op, de planologische uitstraling en de milieugevolgen (o.a. geur, geluid, licht, trilling, emissie, risico) van de activiteit die het besluit toestaat, waarbij die factoren zo nodig in onderlinge samenhang worden bezien. Ook aard, intensiteit en frequentie van de feitelijke gevolgen kunnen van belang zijn (zie de uitspraak van de ABRvS van 23 augustus 2017, ECLI:NL:RVS:2017:2271).
4. De rechtbank is van oordeel dat eiser geen belanghebbende is. De afstand tussen de woning van eiser en het bouwwerk is ongeveer 200 meter. Eiser heeft vanuit zijn perceel geen zicht op het bouwwerk. Deze afstand en het ontbreken van zicht maken dat de omgevingsvergunning voor eiser geen gevolgen van enige betekenis heeft. Dat volgens eiser overlast ontstaat door bouwverkeer, leidt niet tot een ander oordeel. Het bouwverkeer is namelijk niet een activiteit die mogelijk wordt gemaakt door de omgevingsvergunning; deze vergunning gaat immers over de bouw van 25 woningen. De omgevingsvergunning gaat niet over bouwverkeer. Daarom is het bouwverkeer geen gevolg van de omgevingsvergunning. Van een ander rechtstreeks betrokken belang van eiser bij de omgevingsvergunning is de rechtbank niet gebleken. Eiser is daarom geen belanghebbende als bedoeld in artikel 1:2 van de Awb bij de omgevingsvergunning. Verweerder heeft het bezwaar van eiser tegen die vergunning dan ook terecht niet-ontvankelijk verklaard.
5. Het beroep van eiser is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I. Helmich, rechter, in aanwezigheid van mr. M.S.D. de Weerd, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 21 juli 2022.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.