ECLI:NL:RBMNE:2022:2893

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 juli 2022
Publicatiedatum
19 juli 2022
Zaaknummer
22/135
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om vergoeding van proceskosten in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 14 juli 2022, gaat het om een verzoek van de verzoeker om vergoeding van zijn proceskosten. De verzoeker had in beroep gegaan tegen een besluit van de verweerder, de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, dat op 3 januari 2022 was genomen. Op 18 maart 2022 heeft de verweerder medegedeeld dat hij terugkomt op het besluit en dit wijzigt, waardoor de verzoeker zijn beroep heeft ingetrokken. De verzoeker heeft vervolgens een vergoeding voor zijn proceskosten aangevraagd, aangezien de verweerder niet op dit verzoek heeft gereageerd.

De rechtbank overweegt dat op basis van artikel 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) een partij de proceskosten van de tegenpartij kan laten betalen. De rechtbank heeft de proceskosten van de verzoeker vastgesteld op € 759,-, wat is gebaseerd op 1 punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde per punt van € 759,- en een wegingsfactor van 1. Daarnaast moet de verweerder ook het griffierecht van € 50,- aan de verzoeker betalen, conform artikel 8:41 Awb.

De rechtbank heeft in haar beslissing de verweerder veroordeeld tot betaling van € 759,- aan proceskosten aan de verzoeker. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken en is gedaan door mr. S.C.A. van Kuijeren, rechter, in aanwezigheid van O. Asafiati, griffier. De beslissing is op 14 juli 2022 in het openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de partijen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/135

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 juli 2022 in de zaak tussen

[verzoeker] , te [woonplaats] , verzoeker,

(gemachtigde: mr. L.E. Roberts-Hafkamp),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het verzoek van verzoeker om vergoeding van zijn proceskosten.
Verweerder heeft niet gereageerd op dit verzoek.

Overwegingen

1. Verweerder heeft op 3 januari 2022 een besluit genomen. Verzoeker is hiertegen in beroep gegaan. Op 18 maart 2022 heeft verweerder medegedeeld dat hij terugkomt op het besluit van 3 januari 2022 en dat hij dit besluit wijzigt. Verweerder heeft dus gedaan wat verzoeker wilde. Verzoeker heeft daarna het beroep ingetrokken en een vergoeding gevraagd voor zijn proceskosten.
2. De rechtbank kan een partij de proceskosten van de tegenpartij laten betalen (artikel 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb)).
3. De rechtbank stelt de proceskosten van verzoeker die verweerder moet betalen vast op
€ 759,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde per punt van € 759,- en een wegingsfactor 1).
4. Verweerder moet ook het griffierecht van €50,- aan verzoeker betalen (artikel 8:41 Awb).

Beslissing

De rechtbank veroordeelt verweerder tot betaling van € 759,- aan proceskosten. Verweerder moet dit bedrag betalen aan verzoeker.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.C.A. van Kuijeren, rechter, in aanwezigheid van
O. Asafiati, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 14 juli 2022.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.