ECLI:NL:RBMNE:2022:2937

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
21 juli 2022
Publicatiedatum
21 juli 2022
Zaaknummer
9945779 UV EXPL 22-128 aw/1370
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruimingsvordering in kort geding wegens illegale prostitutie in sociale huurwoning

In deze zaak heeft de Stichting Rhenam Wonen een kort geding aangespannen tegen de huurders [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] met als doel de ontruiming van hun sociale huurwoning. Rhenam Wonen stelt dat de huurders de woning in strijd met de huurovereenkomst gebruiken door illegale prostitutie te bedrijven, wat zou leiden tot overlast voor omwonenden. De procedure begon met een dagvaarding op 29 juni 2022, gevolgd door een mondelinge behandeling op 7 juli 2022. De huurders hebben betwist dat de prostitutie in de woning plaatsvond en hebben aangevoerd dat zij een escortbedrijf hebben gehad, waarbij de activiteiten elders plaatsvonden. De kantonrechter heeft op 21 juli 2022 vonnis gewezen en de vordering van Rhenam Wonen afgewezen. De rechter oordeelde dat de gestelde overlast en het gebruik van de woning als seksinrichting onvoldoende aannemelijk waren gemaakt. De kantonrechter concludeerde dat Rhenam Wonen niet kon volstaan met de stelling dat alleen al de overlast door prostitutie tot ontruiming zou moeten leiden. De vordering tot ontruiming werd afgewezen en Rhenam Wonen werd veroordeeld in de proceskosten van de huurders, die in persoon procedeerden.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 9945779 UV EXPL 22-128 aw/1370
Kort geding vonnis van 21 juli 2022
inzake
de stichting
Stichting Rhenam Wonen,
gevestigd te Ede,
verder ook te noemen: Rhenam Wonen,
eisende partij,
gemachtigde: mr. C.A. Hage,
tegen:

1.[gedaagde sub 1] ,

2.
[gedaagde sub 2]
beiden wonende te [woonplaats] ,
verder samen ook te noemen: [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] ,
gedaagde partijen,
procederende in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met 3 producties, die blijkens het exploot door de deurwaarder aan [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] is betekend op 29 juni 2022,
  • de ongenummerde productie van Rhenam Wonen, te weten een niet-geanonimiseerde brief van de gemeente [gemeente] aan [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] . gedateerd 16 mei 2022 met als onderwerp: waarschuwing prostitutie zonder vergunning, waarvan de geanonimiseerde versie als productie 2 bij de dagvaarding is gevoegd,
  • de nagezonden productie 4 van Rhenam Wonen,
  • de mondelinge behandeling, gehouden op 7 juli 2022. Namens Rhenam Wonen zijn verschenen mevrouw [A] , wijkconsulent, en mr. C.A. Hage, gemachtigde. De heer [gedaagde sub 1] en mevrouw [gedaagde sub 2] zijn in persoon verschenen. Aan het slot van de zitting heeft de kantonrechter meegedeeld dat op 21 juli 2022 vonnis zal worden gewezen.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] huren van Rhenam Wonen de woning gelegen op het adres [adres] in [woonplaats] (hierna: het gehuurde, of: de woning). Het betreft een sociale huurwoning gelegen op de begane grond van een appartementencomplex.
2.2.
In de algemene voorwaarden bij de huurovereenkomst is – voor zover hier van belang – het volgende opgenomen:
“Artikel 6.1.
Huurder zal de woning als goed huurder overeenkomstig de daaraan gegeven bestemming van woonruimte gebruiken. Huurder zal de gemeenschappelijke ruimten overeenkomstig hun bestemming gebruiken.
(…)
Artikel 6.3.
Huurder zal ervoor zorgdragen dat aan omwonenden geen overlast of hinder wordt veroorzaakt door hemzelf, door huisgenoten, door dieren waarvoor hij aansprakelijk is, dan wel door personen die zich met zijn goedvinden in of rond de woning bevinden.”
2.3.
[gedaagde sub 1] heeft zijn eenmanszaak onder de naam [eenmanszaak 1] op 21 juni 2021 laten inschrijven in het Handelsregister. De bedrijfsomschrijving is: persoonlijke dienstverlening. De eenmanszaak is op 25 november 2021 uitgeschreven. [gedaagde sub 2] heeft haar eenmanszaak onder de naam [eenmanszaak 2] op 21 juni 2021 laten inschrijven in het Handelsregister, eveneens met als bedrijfsomschrijving: persoonlijke dienstverlening. Zij heeft haar eenmanszaak op 2 december 2021 laten uitschrijven.
2.4.
De gemeente [gemeente] heeft meldingen ontvangen over prostitutie en nachtelijke geluidsoverlast op het adres van het gehuurde. Naar aanleiding daarvan heeft de toezichthouder van de gemeente [gemeente] onderzoek gedaan naar mogelijke illegale prostitutie in of vanuit de woning, waarbij zij op 4 oktober 2021 ook in de woning een controle heeft uitgevoerd. Op grond van de bevindingen van de toezichthouder heeft de gemeente [gemeente] geconcludeerd dat [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] in de woning een illegaal seksbedrijf exploiteerden. Bij brief aan [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] van 16 mei 2022 heeft de gemeente [gemeente] hen op de hoogte gesteld van de bevindingen van de toezichthouder en hen gewaarschuwd dat zij in de toekomst geen seksbedrijf mogen uitoefenen zonder de daarvoor benodigde vergunning.
2.5.
De gemeente [gemeente] heeft Rhenam Wonen op de hoogte gebracht van het lopende onderzoek naar illegale prostitutie op het adres van het gehuurde en van het resultaat van dat onderzoek. Bij brief van 24 mei 2022 heeft de gemachtigde van Rhenam Wonen aan [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] geschreven dat Rhenam Wonen voornemens is de rechter te vragen de huurovereenkomst te ontbinden wegens het door de gemeente [gemeente] geconstateerde gebruik van de woning als seksinrichting en de daarmee verband houdende (kans op) overlast. In die brief geeft Rhenam Wonen hen de gelegenheid om de huurovereenkomst binnen een week zelf op te zeggen, om een procedure te voorkomen. [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hebben de huurovereenkomst daarna niet opgezegd.

3.De vordering en het verweer

3.1.
Rhenam Wonen vordert dat de kantonrechter [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, zal veroordelen om de woning binnen 14 dagen na betekening van het vonnis te ontruimen en te verlaten en met afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van Rhenam Wonen te stellen. Daarnaast vordert zij [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] te veroordelen om aan haar de huur vanaf 1 juli 2022 tot aan de ontruiming te betalen en de proceskosten.
3.2.
Rhenam Wonen legt aan haar vordering – samengevat – ten grondslag dat [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] tekort zijn geschoten in de nakoming van hun verplichtingen uit de huurovereenkomst door de woning in strijd met de overeengekomen bestemming te gebruiken als seksinrichting en door overlast te veroorzaken voor omwonenden. Rhenam Wonen stelt dat zij een spoedeisend belang heeft bij de gevorderde ontruiming in kort geding, vanwege de overlast en omdat zij de woning op korte termijn wil kunnen aanbieden aan andere woningzoekenden.
3.3.
[gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] voeren – samengevat – als verweer aan dat zij een escortbedrijf hebben gehad. De activiteiten vonden niet in de woning, maar elders plaats. Zij zijn in november vorig jaar gestopt met hun escortbedrijf vanwege het verlies van klanten door de uitbraak van de corona pandemie en de enorme impact die de inval van de gemeente [gemeente] in oktober vorig jaar op hen heeft gehad. Zij betwisten dat zij overlast voor omwonenden veroorzaken of hebben veroorzaakt. Zij stellen dat zij zelf ernstige overlast van andere huurders ervaren, waarvoor zij bij Rhenam Wonen geen gehoor vinden. Zij zijn daarom dringend op zoek naar andere woonruimte. Het is nog niet gelukt om andere woonruimte te vinden en als de gevorderde ontruiming wordt toegewezen, worden zij dakloos. Zij vragen de kantonrechter daarom de vordering van Rhenam Wonen af te wijzen.

4.De beoordeling

4.1.
Een vordering tot ontruiming van een woning wegens overlast is naar haar aard spoedeisend. Rhenam Wonen is ontvankelijk in haar vordering.
4.2.
In deze kort geding procedure wordt aan de kantonrechter gevraagd om een spoedmaatregel (voorlopige voorziening) te nemen. De kantonrechter moet beoordelen of het waarschijnlijk is dat in een bodemprocedure een beslissing zal worden genomen die in het voordeel zal zijn van de eisende partij, dat is Rhenam Wonen. Als dat voldoende waarschijnlijk is en Rhenam Wonen een voldoende spoedeisend belang bij de gevorderde maatregel heeft, kan de door de haar gevorderde maatregel, die vooruitloopt op de beslissing in de bodemprocedure, worden toegewezen.
4.3.
De kantonrechter is van oordeel dat de vordering tot ontruiming moet worden afgewezen, net als de nevenvorderingen. Het volgende is daarvoor redengevend.
4.3.1.
Rhenam Wonen legt aan haar vordering tot ontruiming onder andere ten grondslag dat [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] het gehuurde in strijd met de overeengekomen bestemming van woonruimte hebben gebruikt, namelijk als seksinrichting. Rhenam Wonen baseert zich daarbij op het onderzoek van de gemeente [gemeente] en de bevindingen die de toezichthouder van de gemeente [gemeente] in het kader van dat onderzoek heeft gedaan, blijkens de brief van de gemeente [gemeente] aan [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] gedateerd 16 mei 2022. Die bevindingen van de toezichthouder zijn op zichzelf echter onvoldoende om in deze kort geding procedure voldoende aannemelijk te achten dat [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] de woning als seksinrichting hebben gebruikt. [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] betwisten namelijk niet dat zij zich bezig hebben gehouden met prostitutie, maar zij stellen dat het ging om een escortbedrijf en dat de activiteiten niet in de woning, maar bij de klanten thuis of elders plaatsvonden. Hoegenaamd alle constateringen die de toezichthouder heeft gedaan tijdens het onderzoek, zoals de advertenties voor seksuele dienstverlening op internet platforms, de inschrijvingen van de eenmanszaken in persoonlijke dienstverlening bij de Kamer van Koophandel, de vondst van grote hoeveelheden condooms, glijmiddel en massageolie in de woning en de communicatie tussen [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] op hun beider telefoons over de seksuele dienstverlening en de klanten duiden weliswaar op prostitutie, maar kunnen niet leiden tot de conclusie dat die prostitutie
in de woningplaatsvond. De onbekende persoon die de toezichthouder bij observatie van de woning zou hebben zien vertrekken via de tuin bij de woning en die na het roken van een sigaret met zijn auto is weggereden, is een volstrekt onvoldoende onderbouwing van het standpunt van Rhenam Wonen dat de woning als seksinrichting is gebruikt. [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hebben er bovendien op gewezen dat het de toezichthouder blijkens de brief van de gemeente [gemeente] niet is gelukt om een afspraak te maken op het adres van de woning. Dat komt omdat zij nooit afspraken met klanten maken op hun privé adres. Zij hebben hun privé adres bij de registratie van hun bedrijven bij de Kamer van Koophandel ook welbewust afgeschermd, zo hebben zij ter zitting verklaard.
4.3.2.
Rhenam Wonen baseert haar ontruimingsvordering ook op de stelling dat [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] (geluids)overlast veroorzaken voor omwonenden, (naar de kantonrechter begrijpt) door zich bezig te houden met prostitutie in de woning. Het gaat volgens Rhenam Wonen om nachtelijk lawaai, zoals kreungeluiden en harde muziek. Ook vertoont [gedaagde sub 1] volgens Rhenam Wonen intimiderend gedrag richting andere bewoners. Rhenam Wonen heeft echter ook die gestelde overlast onvoldoende onderbouwd. Dat de melders van de overlast (tegenover [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] ) anoniem willen blijven, omdat zij bang zijn voor [gedaagde sub 1] , betekent nog niet dat Rhenam Wonen niet kan onderbouwen en toelichten hoe frequent de meldingen bij haar binnenkomen, hoeveel omwonenden meldingen doen, wat de inhoud van die meldingen is en wat zij naar aanleiding daarvan heeft ondernomen. Daarbij is van belang dat ter zitting is gebleken dat er meer problemen spelen tussen de bewoners van het complex en dat [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] ook zelf bij Rhenam Wonen hebben geklaagd over overlast en bedreiging door bepaalde bewoners. Zij voelen zich inmiddels zo slecht op hun gemak in het complex dat zij graag op korte termijn zouden verhuizen, zo hebben zij ter zitting verklaard. Mede omdat de gestelde prostitutie in de woning onvoldoende aannemelijk is geworden, kan Rhenam Wonen daarnaast niet volstaan met de stelling dat alleen al
de kansop overlast door prostitutie tot ontruiming van de woning in kort geding zou moeten leiden. Daar komt nog bij dat [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] stellen dat zij al in november vorig jaar gestopt zijn met hun escortbedrijf. Ook de gemeente [gemeente] gaat ervan uit dat zij hun bedrijfsvoering hebben gestaakt, blijkens haar brief van 16 mei 2022. Voor toewijzing van een ontruimingsvordering in kort geding wegens overlast is nodig dat de overlast zodanig ernstig is dat de uitkomst van een bodemprocedure niet kan worden afgewacht. Dat die situatie hier aan de orde is, blijkt nergens uit.
4.3.3.
De conclusie luidt dat de ontbindingsvordering zal worden afgewezen, net als de nevenvorderingen.
4.4.
Rhenam Wonen heeft ongelijk gekregen. Zij wordt daarom in de kosten veroordeeld. Dat betekent dat zij de eigen proceskosten draagt en de proceskosten van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] moet betalen. Die proceskosten van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] worden begroot op nihil omdat zij geen gemachtigde hebben, maar in persoon procederen.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt Rhenam Wonen tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] , tot de uitspraak van dit vonnis begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.H. Charbon, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 21 juli 2022.