ECLI:NL:RBMNE:2022:294

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
1 februari 2022
Publicatiedatum
1 februari 2022
Zaaknummer
16.278134.21 en 16.159540.20 (vord. tul) (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor dwang, wraakporno en afdreiging met toepassing van het jeugdstrafrecht

Op 1 februari 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland in Lelystad uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, geboren in 2003, die zich schuldig heeft gemaakt aan dwang, wraakporno en afdreiging. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een jeugddetentie van 210 dagen, waarvan 96 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Daarnaast is er een vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd, inhoudende een contactverbod met de slachtoffers voor de duur van drie jaren. De zaak kwam aan het licht na aangiften van twee slachtoffers, die door de verdachte onder druk werden gezet om seksuele beelden te delen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, ondanks zijn verminderd toerekeningsvatbaarheid door een autismespectrumstoornis, strafbaar is en heeft de jeugdstrafrechtelijke maatregelen toegepast. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met eerdere veroordelingen van de verdachte en de impact van zijn daden op de slachtoffers. De vordering van de officier van justitie om de verdachte volgens het volwassenenstrafrecht te berechten werd afgewezen, en de rechtbank volgde het advies van deskundigen om het jeugdstrafrecht toe te passen. De rechtbank heeft de verdachte ook veroordeeld tot het vergoeden van proceskosten aan een benadeelde partij.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummers: 16.278134.21 en 16.159540.20 (vord. tul) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 1 februari 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [2003] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] te [woonplaats] ,
verblijvende in Forensisch Centrum Teylingereind te Sassenheim.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 18 januari 2022.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. C. Goedegebuure en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw, mr. F.L. Lischer, advocaat te Almere, alsmede de benadeelde partij [slachtoffer 1] en mevrouw S. Lionahr van de reclassering naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
1.
in de periode van 23 april 2021 tot en met 2 mei 2021 te Lelystad [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot afgifte van meerdere berichten door bedreiging met smaad, smaadschrift en/of openbaarmaking van een geheim.
Subsidiair is dit ten laste gelegd als dwang en meer subsidiair als een poging tot dwang.
2.
in de periode van 23 april 2021 tot en met 2 mei 2021 te Lelystad van een onbekend persoon en/of [slachtoffer 2] filmpjes en/of foto’s van seksuele aard openbaar heeft gemaakt;
3.
in de periode van 7 augustus 2021 tot en met 14 september 2021 [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot afgifte van één of meerdere (naakt)foto’s en/of filmpjes door bedreiging met smaad, smaadschrift en/of openbaarmaking van een geheim.
Subsidiair is dit ten laste gelegd als dwang, meer subsidiair als een poging tot dwang.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1 primair, 2 en 3 subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen. Zij heeft vrijspraak gevorderd voor het onder 3 primair ten laste gelegde.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van het onder 1 primair, subsidiair en meer subsidiair ten laste gelegde omdat uit de aangifte niet blijkt dat aangeefster op enige manier is bedreigd. Ook voor het onder 2 ten laste gelegde moet vrijspraak volgen, nu verdachte geen foto van seksuele aard van [slachtoffer 2] , maar van een andere onbekende persoon, openbaar heeft gemaakt en uit het dossier niet volgt dat dit nadelig is geweest voor deze persoon. Voor het onder 3 ten laste gelegde heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1] voor de feiten 1 en 2
[slachtoffer 2] heeft verklaard dat zij op 23 april 2021 een account had aangemaakt op de app Yubo, een soort datingsapp, waar zij verdachte ontmoette. Verdachte vertelde haar dat hij met een eerdere relatie zo klaar was dat hij haar had ‘exposed’, waarmee hij bedoelde dat hij haar naaktfoto’s had verspreid. Na een paar dagen, nadat aangeefster had aangegeven dat zij nog niet klaar was voor een relatie, werden de gesprekken grimmiger. Verdachte zei dat aangeefster zijn tijd verpestte en dat hij haar toekomst gaat verpesten. Verdachte heeft via Snapchat screenshots gemaakt van de foto’s die aangeefster van haar gezicht naar hem stuurde. Zij werd uiteindelijk benaderd door een onbekend persoon dat haar gegevens in een appgroep op Telegram waren gezet. Haar profiel van Instagram en Snapchat stonden erop en de foto’s van haarzelf die zij via Snapchat naar verdachte had gestuurd. Zij zag dat er ook een filmpje bij was geplaatst van een meisje dat zichzelf bevredigt. Zij is dat niet, want zij heeft nooit naaktfoto’s of filmpjes van zichzelf verstuurd. De tekst bij het bericht was: ‘ [slachtoffer 2] uit [woonplaats] , zit op school in [plaats] en hockeyt ook nog, deze vieze kk kebber ligt wekelijks met een andere boy in bed en vind dat nog leuk ook, maak de helemaal kapot deze kleine kanker hoer [telefoonnummer] ’. De Telegramgroep heeft 88.215 leden. Zij kreeg vervolgens een sms-bericht van verdachte waarin stond: ‘het staat echt overal, sorry dat het zo moet maar je blokkeert me, bye’. [2]
In de als bijlage bij de aangifte gevoegde screenshots van de chatgesprekken tussen aangeefster en verdachte staat:
[slachtoffer 2] : ik vind gwn raar als je nu mijn gegevens ook gaat delen. (…)
Verdachte: bdl je verpest tijd. (…)
Verdachte: verpest ik jouw toekomst. Dan moet het maar zo. [3]
(...)
Verdachte: ook nog blokken op snap. Je vraagt dr om. [4]
(…)
[slachtoffer 2] : snap jij mij?
Verdachte: snap ik jou? nee je hebt me geblokt dus kan niet he.
[slachtoffer 2] : dus je hebt mijn gegevens online gegooid. [5]
(…)
Verdachte: 5 min nog zo te zien.
[slachtoffer 2] : Als ik jou was zal ik het niet online gooien.
Verdachte: post is ook al klaar. Of wat vertel me ga je politie bellen?
[slachtoffer 2] : dan kan je echt problemen krijgen.
Verdachte: isgoed [slachtoffer 2] .
[slachtoffer 2] : je gaat nu foto’s posten.
Verdachte: doe maar dom.
[slachtoffer 2] : van een minderjarige. (…) daar ga je gezeik mee krijgen.
Verdachte: kan je je bek houden. [6]
(…)
Verdachte: t staat echt overal. sorry dat t zo moet, maar je blokt. [7]
Via WhatsApp heeft verdachte op 26 april (de rechtbank begrijpt: 2021) de volgende berichten naar aangeefster gestuurd:
dan ga je nu mn snap deblokkeren
of je zoekt een andere oplossing
of t het gaat erop
geef je nu 2 opties. [8]
Ter terechtzitting van 18 januari 2022 heeft verdachte verklaard dat hij de foto’s van aangeefster op Telegram heeft geplaatst en het filmpje erin heeft gekopieerd. Ook de tekst heeft hij erbij geplaatst. [9]
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Bewijsoverweging voor de feiten 1 en 2 (aangeefster [slachtoffer 2] )
De onder 1 primair ten laste gelegde afdreiging kan naar het oordeel van de rechtbank niet wettig en overtuigend worden bewezen, nu uit de bewijsmiddelen niet volgt dat verdachte aangeefster heeft gedwongen tot afgifte van één of meerdere berichten. Aangeefster heeft niet verklaard dat zij verdachte berichten heeft moeten sturen en ook niet dat het dreigen van verdachte daarop zag. Van het onder 1 primair ten laste gelegde zal verdachte daarom worden vrijgesproken.
Uit de verklaring van aangeefster en uit de app-gesprekken volgt wel dat verdachte haar dwong om contact met hem te houden. Het gesprek met verdachte werd grimmiger toen aangeefster aangaf geen relatie met hem te willen, verdachte dreigde haar toekomst te verpesten en haar gegevens online te plaatsen als aangeefster hem niet zou deblokkeren. De onder 1 subsidiair ten laste gelegde dwang is daarmee wettig en overtuigend bewezen.
Wat betreft het onder 2 ten laste gelegde overweegt de rechtbank dat de tenlastelegging ziet op het verband tussen de filmpjes van seksuele aard waarop een onbekend gebleven persoon te zien is en de daarbij geplaatste foto’s van het account van [slachtoffer 2] en op het nadeel dat dit voor [slachtoffer 2] oplevert. De rechtbank zal de tenlastelegging in die zin verbeterd lezen. Zij acht het onder 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
Bewijsmiddelen voor feit 3 (aangeefster [slachtoffer 1] )
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het onder 3 primair ten laste gelegde feit bekend en de raadsvrouw heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 18 januari 2022;
  • een proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] , pagina’s 101 t/m 103 en de daarbij gevoegde bijlagen op de pagina’s 105 t/m 114.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1. subsidiair
op tijdstippen in de periode van 23 april 2021 tot en met 2 mei 2021 te Lelystad, een ander, te weten [slachtoffer 2] , door bedreiging met enige andere feitelijkheid gericht tegen die ander, wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen en/of te dulden, te weten het contact houden met verdachte, waartoe die [slachtoffer 2] is gedwongen door tegen die [slachtoffer 2] te zeggen, in elk geval te insinueren, dat hij één of meerdere (seksueel getinte) berichten en foto's en filmpjes online gaat plaatsen als zij het contact zou verbreken en/of het telefoonnummer en accounts van social media van verdachte zou blokkeren;
2
op tijdstippen in de periode van 23 april 2021 tot en met tot en met 2 mei 2021 te Lelystad, van een persoon, een afbeelding van seksuele aard, te weten filmpjes waarop te zien is dat er seksuele handelingen worden verricht en daarbij een foto van [slachtoffer 2] heeft geplaatst, openbaar heeft gemaakt, terwijl hij, verdachte, wist dat die openbaarmaking voor die [slachtoffer 2] nadelig kon zijn;
3 primair
op tijdstippen in de periode van 7 augustus 2021 tot en met 14 september 2021 te Lelystad, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met smaad, smaadschrift en/of openbaring van een geheim [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot afgifte van enig goed, te weten meerdere naaktfoto’s en filmpjes, welke aan die [slachtoffer 1] toebehoorden, door tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat hij seksueel getinte foto's en filmpjes online zou plaatsen als zij geen nieuwe foto’s en filmpjes zou sturen.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen onder 1 subsidiair, 2 en 3 primair meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Feit 1 subsidiair:
een ander door bedreiging met een feitelijkheid gericht tegen die ander wederrechtelijk dwingen iets te doen en te dulden, meermalen gepleegd.
Feit 2:
van een persoon een afbeelding van seksuele aard openbaar maken, terwijl hij weet dat die openbaarmaking nadelig voor die persoon kan zijn.
Feit 3 primair:
afdreiging, meermalen gepleegd.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Over verdachte is een rapport psychologisch onderzoek van 14 december 2021 opgemaakt door E.I.J. Peeters, GZ-psycholoog.
Uit dit rapport volgt dat verdachte verminderd toerekeningsvatbaar wordt geacht vanwege de bij hem bestaande autismespectrumstoornis. De rechtbank is, gelet op de conclusies van de deskundige, van oordeel dat het hiervoor bewezen verklaarde in verminderde mate aan verdachte kan worden toegerekend.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid geheel uitsluit.

8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door haar bewezen geachte te berechten volgens het volwassenenstrafrecht en hem, in zowel onderhavige zaak als in de zaak met parketnummer 16.050403.21 waar verdachte ten tijde van het ten laste gelegde minderjarig was, te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf van veertien maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van zeven maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, met als bijzondere voorwaarden 1) verplicht reclasseringscontact, 2) meewerken aan dagbesteding waaronder scholing en werk, 3) schuldhulpverlening en 4) therapie van ForFact en al dan niet een kortstondige klinische opname.
- een vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht (Sr.), inhoudende een contact- en locatieverbod met betrekking tot de slachtoffers [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] .
Voor zover de rechtbank onderhavige zaak niet kan voegen met de hierboven genoemde strafzaak heeft de officier van justitie subsidiair gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 10 maanden, waarbij een gedeelte van 75 dagen onvoorwaardelijk moet worden opgelegd. In de overgelegde schriftelijke vordering vordert zij een gevangenisstraf van 210 dagen, waarvan 65 dagen onvoorwaardelijk en het resterende deel, zo begrijpt de rechtbank, voorwaardelijk.
De officier van justitie heeft voorts gevorderd de te stellen voorwaarden en het uit te oefenen toezicht alsook de maatregel ex artikel 38v Sr. dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat, gelet op de adviezen in de rapportages, het jeugdstrafrecht moet worden toegepast.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf en maatregel heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft een minderjarig meisje, met wie hij via sociale media contact had, gedwongen contact met hem te houden. Hij deed dit onder de bedreiging dat hij anders haar gegevens en foto’s online zou zetten. Uiteindelijk heeft verdachte een aantal foto’s van het slachtoffer op Telegram openbaar gemaakt, met daarbij twee filmpjes waarin een (onbekend) meisje zichzelf betast.
Ten opzichte van een tweede slachtoffer heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan afdreiging door haar te dwingen naaktfoto’s en -filmpjes van zichzelf aan hem te sturen, onder de bedreiging dat hij anders haar foto’s zou gaan lekken op Telegram. Het minderjarige slachtoffer heeft vervolgens onder die druk meerdere naaktfoto’s en -filmpjes van zichzelf aan verdachte gestuurd.
Verdachte heeft op een indringende manier inbreuk gemaakt op de morele en ook lichamelijke integriteit van deze twee nog jonge en daarmee kwetsbare slachtoffers. Dit heeft voor hen grote impact gehad. De rechtbank neemt verdachte dit alles kwalijk.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister van 21 december 2021 betreffende verdachte. Daaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor een soortgelijk feit, namelijk bedreiging.
Ook heeft de rechtbank kennisgenomen van het onder punt 7 van dit vonnis genoemde rapport van de psycholoog. De psycholoog adviseert het jeugdstrafrecht toe te passen. Uit de ASR-wegingslijst komt naar voren dat er duidelijk indicaties zijn voor toepassing hiervan. Het gaat dan om de beperking van verdachte om de risico’s van zijn gedrag goed in te schatten, maar voornamelijk om de noodzakelijke en mogelijke gezinsgerichte aanpak. Ook is het van belang dat verdachte zijn scholing continueert. Verder rapporteert de psycholoog dat de kans op recidive van geweld wordt ingeschat als matig tot hoog. Er is sprake van een patroon van bedreigen en exposen van meisjes met wie verdachte op dat moment een beginnende relatie heeft. De psycholoog adviseert om aan verdachte een ambulante behandeling in een forensisch kader op te leggen. Daarnaast is het van belang dat verdachte ondersteuning krijgt bij het vinden van een opleiding en dat hij zijn werk/bijbaan weer oppakt en gaat sporten. De ambulante behandeling kan worden opgelegd als bijzondere voorwaarde bij een (deels) voorwaardelijke straf.
In een reclasseringsadvies van 2 juli 2021, dat is opgemaakt in de strafzaak met parketnummer 16.050403.21 en waar de rechtbank, officier van justitie en de raadsvrouw kennis van hebben genomen, adviseert de reclassering om het jeugdstrafrecht toe te passen. Verdachte gedraagt zich niet conform zijn kalenderleeftijd en lijkt de risico’s van zijn eigen handelen slecht in te schatten en impulsief te handelen. Doorslaggevend is daarnaast dat voor verdachte een pedagogische aanpak nodig is. Verdachte maakt actief onderdeel uit van een gezin en zijn ouders spelen een zeer actieve rol in zijn leven. Hij leunt op zijn familie voor sociale en praktische ondersteuning op maatschappelijk gebied.
Ter terechtzitting heeft de deskundige S. Lionahr verklaard dat zij vindt dat verdachte niet volgens het jeugdstrafrecht moet worden berecht. De interventies vanuit het jeugdstrafrecht hebben tot nu weinig geholpen en bovendien kan de volwassenenreclassering binnen het jeugdstrafrecht slechts beperkt hulp bieden.
De straf
De rechtbank ziet in de persoonlijkheid van verdachte grond om hem volgens het jeugdstrafrecht te berechten. Hetgeen de deskundige ter terechtzitting naar voren heeft gebracht als redenen om verdachte volgens het volwassenenstrafrecht te berechten, is van praktische aard en dat mag geen (doorslaggevende) reden zijn om al dan niet tot toepassing van het jeugdstrafrecht over te gaan. Zowel de psycholoog als de reclassering in haar rapportage, hebben op grond van de ASR-wegingslijst geadviseerd om het jeugdstrafrecht toe te passen. De rechtbank kan zich in die conclusies vinden en zal deze adviezen volgen.
Bij het bepalen van de hoogte van (het voorwaardelijk deel van) de op te leggen straf is rekening gehouden met de straf die aan verdachte is opgelegd bij vonnis van 1 februari 2022 voor vergelijkbare feiten, gepleegd tijdens de minderjarigheid (parketnummer 16.050403.21).
De rechtbank is, alles afwegende en rekening houdend met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte, van oordeel dat een jeugddetentie van 210 dagen passend en geboden is, met aftrek van het voorarrest. Een gedeelte van 96 dagen zal de rechtbank voorwaardelijk opleggen, met een proeftijd van twee jaren. Daarmee wordt beoogd verdachte er in de toekomst van te weerhouden opnieuw strafbare feiten te begaan.
De rechtbank zal aan dit voorwaardelijk deel geen bijzondere voorwaarden verbinden omdat zij dat in de strafzaak tegen verdachte met voornoemd parketnummer reeds heeft gedaan.
De vrijheidsbeperkende maatregel
De rechtbank zal voor het voorkomen van strafbare feiten bevelen dat verdachte zich onthoudt van contact met [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] .
De rechtbank legt deze vrijheidsbeperkende maatregel op voor de duur van drie jaren. Voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan, zal vervangende jeugddetentie voor een hierna te bepalen duur worden opgelegd.
Gelet op de inhoud van de rapportages is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen of zich belastend zal gedragen jegens [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] . Daarom zal zij bevelen dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is.

9.BESLAG

Verbeurdverklaring
De rechtbank zal het in beslag genomen voorwerp, te weten een telefoontoestel Samsung Galaxy A8, verbeurd verklaren. Met betrekking tot dit voorwerp zijn de bewezen verklaarde feiten begaan.

10.BENADEELDE PARTIJ

[slachtoffer 1] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van
€ 56,00. Dit bedrag bestaat uit proceskosten.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
De door de benadeelde partij opgevoerde kosten betreffen reiskosten voor het bijwonen van de zitting. Dit zijn proceskosten. De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op € 56,00. Dit bedrag zal vermeerderd worden met de wettelijke rente op de wijze als hieronder bij de beslissing is omschreven.

11.VORDERING TENUITVOERLEGGING

Bij vonnis van kinderrechter in de rechtbank Midden-Nederland van 15 oktober 2020 (parketnummer 16.159540.20) is aan verdachte een werkstraf van zestig uren voorwaardelijk opgelegd. Verdachte heeft zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig gemaakt aan strafbare feiten. Om die reden zal deze straf alsnog ten uitvoer gelegd worden.

12.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 77c, 77i, 77x, 77y, 77z, 77gg, 139h, 284 en 318 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

13.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 1 primair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1 subsidiair, 2 en 3 primair ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1 subsidiair, 2 en 3 primair meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder 1 subsidiair, 2 en 3 primair bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf en maatregel
- veroordeelt verdachte tot een
jeugddetentie van 210 dagen;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de jeugddetentie in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de jeugddetentie een gedeelte van
96 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast;
- als voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
  • legt aan verdachte op de
  • beveelt dat verdachte zich onthoudt van contact met:
  • waarbij de politie toezicht houdt op de naleving van deze maatregel;
  • beveelt dat deze vrijheidsbeperkende maatregel
- beveelt dat voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan de maatregel wordt vervangen door 1 week jeugddetentie voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum van 6 maanden;
Beslag
- verklaart het volgende voorwerp verbeurd:
1. STK Telefoontoestel (omschrijving G2889558, Zwart, merk: Samsung Galaxy A8);

Benadeelde partij

- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken, tot op dit moment begroot op € 56,00 te voldoen binnen 14 dagen na de datum van dit vonnis, bij gebreke waarvan dit bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 16.159540.20
- wijst de vordering toe;
- gelast de tenuitvoerlegging van de door de kinderrechter in de rechtbank Midden-Nederland bij vonnis van 15 oktober 2020 opgelegde voorwaardelijke werkstraf voor de duur van 60 uren;
Voorlopige hechtenis
- heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop de duur van de voorlopige hechtenis gelijk wordt aan het onvoorwaardelijk gedeelte van de opgelegde vrijheidsstraf.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.B. Eigeman, voorzitter, mrs. H. den Haan en
G.A. Hendriks, rechters, in tegenwoordigheid van mr. T.M. van Zwet, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 1 februari 2022.
Mr. Hendriks is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 april 2021 tot en met 2 mei 2021 te Lelystad, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met smaad, smaadschrift en/of openbaring van een geheim [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot afgifte van enig goed, te weten een of meerdere berichten, welke geheel of ten dele aan die [slachtoffer 2] toebehoorde, door tegen die [slachtoffer 2] te zeggen, in elk geval te insinueren, dat hij één of meerdere (seksueel getinte)
berichten en/of foto's en/of filmpjes online gaat plaatsen als zij het contact zou verbreken en/of het telefoonnummer en/of accounts van social media van verdachte zou blokkeren;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 april 2021 tot en met 2 mei 2021 te Lelystad, althans in Nederland, een ander, te weten [slachtoffer 2] , door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die ander, wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, te weten het contact houden met verdachte, waartoe die [slachtoffer 2] is gedwongen door tegen die [slachtoffer 2] te zeggen, in elk geval te insinueren, dat hij één of meerdere (seksueel
getinte) berichten en/of foto's en/of filmpjes online gaat plaatsen als zij het contact zou verbreken en/of het telefoonnummer en/of accounts van social media van verdachte zou blokkeren;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 april 2021 tot en met 2 mei 2021 te Lelystad, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een ander, te weten [slachtoffer 2] , door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die ander, wederrechtelijk te dwingen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, te weten het contact houden met verdachte, door tegen die [slachtoffer 2] te zeggen, in elk geval te insinueren, dat hij één of meerdere (seksueel getinte) berichten en/of foto's en/of filmpjes online gaat plaatsen als zij het contact zou verbreken en/of het telefoonnummer en/of accounts van social media van verdachte zou blokkeren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 april 2021 tot en
met tot en met 2 mei 2021 te Lelystad, althans in Nederland, van een persoon, een
tot op heden onbekend persoon en/of [slachtoffer 2] , een afbeelding van seksuele
aard, te weten één of meerdere filmpjes en/of foto's, waarop te zien is dat er
seksuele handelingen worden verricht en/of (daarbij) een foto van die [slachtoffer 2] heeft
geplaatst, openbaar heeft gemaakt, terwijl hij, verdachte, wist dat die
openbaarmaking voor die persoon nadelig kon zijn;
3
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 7 augustus 2021 tot en met 14 september 2021 te Lelystad, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met smaad, smaadschrift en/of openbaring van een geheim [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot afgifte van enig goed, te weten één of meerdere
(naakt)foto's en/of filmpjes, welke geheel of ten dele aan die [slachtoffer 1] toebehoorde, door tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat hij één of meerdere (seksueel getinte) foto's en/of filmpjes online zou plaatsen als zij geen nieuwe foto en/of filmpjes zou sturen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 7 augustus 2021 tot en met 14 september 2021 te Lelystad, althans in Nederland, een ander, te weten [slachtoffer 1] , door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die ander, wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, te weten het versturen van één of meerdere (naakt)foto's en/of filmpjes naar verdachte, door tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat hij één of meerdere (seksueel getinte) foto's en/of filmpjes online zou plaatsen als zij geen nieuwe foto en/of filmpjes zou sturen;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 7 augustus 2021 tot en met 14 september 2021 te Lelystad, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een ander, te weten [slachtoffer 1] , door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die ander, wederrechtelijk te dwingen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, te weten het contact houden met verdachte, door tegen die [slachtoffer 1] te zeggen, in elk geval te insinueren, dat hij één of meerdere (seksueel getinte) berichten en/of foto's en/of filmpjes online gaat plaatsen als zij het contact zou verbreken en/of het telefoonnummer en/of accounts van social media van verdachte zou blokkeren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 21 november 2021, genummerd 2021260062, opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd pagina’s 1 t/m 96, 100 t/m 118, 501 t/m 532, 701 t/m 706, 801 t/m 802. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina’s 8 t/m 9.
3.Pagina 23.
4.Pagina 27.
5.Pagina 29.
6.Pagina’s 37 t/m 39.
7.Pagina 44.
8.Pagina’s 45 t/m 46.
9.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 18 januari 2022.