ECLI:NL:RBMNE:2022:2953

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
22 juli 2022
Publicatiedatum
22 juli 2022
Zaaknummer
16/033339-22 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 18-jarige verdachte voor wederrechtelijke vrijheidsberoving, poging tot afdreiging en diefstal met geweld

Op 22 juli 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een 18-jarige verdachte, die samen met twee medeverdachten betrokken was bij ernstige strafbare feiten. De verdachte werd veroordeeld voor wederrechtelijke vrijheidsberoving, poging tot afdreiging en twee keer diefstal met geweld. De feiten vonden plaats op 11 januari 2022, toen de verdachte en haar medeverdachten het slachtoffer, een jonge vrouw, onder bedreiging en geweld dwongen om haar persoonlijke bezittingen af te geven, waaronder AirPods en een OV-chipkaart. Ze hebben het slachtoffer ook fysiek mishandeld en gedwongen in een auto te stappen, waar ze haar met ducttape vastbonden en haar ogen bedekten met een mondkapje. Gedurende deze periode hebben ze het slachtoffer gefilmd en gedreigd de beelden online te zetten als ze niet zou betalen. Deskundigen hebben vastgesteld dat de verdachte lijdt aan verschillende psychische stoornissen en hebben een streng hulpverleningskader geadviseerd. De rechtbank legde een jeugddetentie van 98 dagen op, gelijk aan het voorarrest, en een voorwaardelijke PIJ-maatregel, met strenge voorwaarden die ook tijdens een eventueel hoger beroep van kracht zijn. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en het risico op herhaling, en besloot dat de voorwaarden dadelijk uitvoerbaar zijn.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/033339-22 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 22 juli 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [2004] te [geboorteplaats] (China),
wonende aan de [adres] te [woonplaats] ,
hierna: [verdachte] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek achter gesloten deuren op de terechtzitting van 20 mei 2022 (pro forma) en 8 juli 2022 (inhoudelijke behandeling).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. E. Wiersma en van hetgeen [verdachte] en haar raadsvrouw, mr. P.M.A.C. van der Wouw, advocaat te Utrecht, alsmede de benadeelde partij [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage 1 aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat [verdachte] :
feit 1:
op 11 januari 2022 te Utrecht, samen met anderen AirPods en een OV-chipkaart van [slachtoffer] heeft gestolen, waarbij zij geweld hebben gebruikt tegen [slachtoffer] .
feit 2, primair:
op 11 januari 2022 te Utrecht en Amersfoort, samen met anderen [slachtoffer] opzettelijk van haar vrijheid heeft beroofd;
feit 2, subsidiair:
op 11 januari 2022 te Utrecht en Amersfoort, samen met anderen [slachtoffer] heeft gedwongen in de auto te stappen en met hen mee te gaan;
feit 3:
op 11 januari 2022 te Amersfoort, samen met anderen een iPhone 6, een stijltang en een geldbedrag van € 50,- heeft gestolen, waarbij zij hebben gedreigd geweld te gebruiken tegen [slachtoffer] ;
feit 4:
in de periode van 11 januari 2022 tot en met 14 januari 2022 te Utrecht en Amersfoort, samen met anderen heeft geprobeerd [slachtoffer] te dwingen om € 200,- af te geven door bedreiging met smaad(schrift) en/of openbaring van een geheim (het online zetten van filmpjes).

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van [verdachte] en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van het onder feit 1 tot en met feit 3 ten laste gelegde. Ten aanzien van feit 1 heeft de raadsvrouw aangevoerd dat het geweld en/of de bedreiging met geweld niet is uitgevoerd met als oogmerk het plegen van diefstal. De afspraak met [slachtoffer] en het daaropvolgende geweld hadden een ander doel, namelijk dat [slachtoffer] ‘sorry’ zou zeggen. Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsvrouw aangevoerd dat er geen sprake was van dwang tegen [slachtoffer] . Zij had de vrijheid om niet in de auto te stappen of de auto te verlaten en ging vrijwillig mee om thuisgebracht te worden. Ten aanzien van feit 3 heeft de raadsvrouw aangevoerd dat de rol van [verdachte] zo marginaal is, dat er hoogstens van medeplichtigheid gesproken kan worden. Ten aanzien van feit 4 heeft de raadsvrouw partiële vrijspraak bepleit en daartoe aangevoerd dat slechts de gedragingen op 11 januari 2022 bewezen kunnen worden.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1]
Aangeefster [slachtoffer] heeft onder meer het volgende verklaard:
V: Vertel eens over die meiden die jou wat aan hebben gedaan. Wie zijn dat?
A: De eerste was [medeverdachte 1] .
De tweede is [verdachte] .
Als derde was erbij [medeverdachte 2] . [2]
Op dinsdag 11 januari 2022 had ik weer contact met [medeverdachte 2] via Snapchat.
Ik ging met de trein van Utrecht Centraal om 22.09 uur naar station Terwijde.
Ik wilde de telefoon afgegeven aan [medeverdachte 2] maar toen stapten die 3 meiden uit.
Alle drie zeiden dat ik moest meelopen naar een donker plekje bij het station. ik werkte mee omdat ze trokken aan mij.
Er is een stukje daar met bosjes en daar kan je zitten.
Toen wij daar stonden begonnen ze mij in elkaar te slaan en ze gingen mij filmen. [verdachte] ging mij filmen. Het waren alle drie de meiden die mij sloegen en spuugden. [verdachte] trok ook een mes. [3]
[verdachte] hield dat mes meerdere malen tegen mijn keel. De trui die ik aanhad die avond werd door [verdachte] kapot gemaakt met het mes.
Tijdens de mishandeling werd ook geroepen woorden als; kanker hoer, je verdient dit, Lekker voor je en dat soort dingen. Ze lachten er ook bij. Ze trokken ook aan mijn haar.
Toen trokken ze mijn jas uit en gingen spullen zoeken die ik bij mij had. Ze vonden mijn Airpods pro gevonden die in mijn jaszak zat en mijn Ov kaart die in mijn broekzak zat. [verdachte] had en aansteker bij mijn jas. Die vloog in de fik en is verbrand, ik heb, van wat over is, de jas nog. Ze dreigde ook mijn haar in de fik te steken maar dat is gelukkig niet gebeurd. Ook is er dus een mes door die jas gehaald door [verdachte] .
Ze bleven mij ook filmen en zeiden dat ik mijn excuus op de film moest zeggen. Uiteindelijk eisten ze 200 euro. Ze zeiden dat als ik niet zou betalen, ze de filmpjes zouden rond sturen.
Vervolgens liepen wij richting de auto en kreeg ik een mondkapje voor mijn ogen zodat ik het kenteken van de auto van [medeverdachte 2] niet kon zien. [medeverdachte 2] zat ging achter het stuur zitten. [medeverdachte 1] ging op de bijrijders stoel en ik zat op de achterbank met [verdachte] . Toen werd door [verdachte] Ductape om mijn polsen gedaan.
Toen ging [medeverdachte 2] rijden en stopten wij bij een tankstation bij de Leidserijn.
[verdachte] bleef bij mij en ze bleef mij slaan in mijn gezicht. [verdachte] belde ook mensen. Ze zei dan dat ik sorry moest zeggen omdat ik slecht over anderen had gepraat. [verdachte] ging mij ook filmen.
Tijdens deze rit werden ook mijn huissleutels afgepakt. Ook zeiden ze dat ik als hoer of escort moest gaan werken voor hun. Toen zeiden ze ook, omdat ik maagd ben, dat ik veel geld op zou brengen. [verdachte] dreigde ook dat ze een sigaret in mijn gezicht zou uitdrukken.
We maakten nog een stop ergens. Daar kreeg ik nog meer Ductape om mijn polsen en Ductape op mijn mond. Ze gingen mij filmen en ze deden telkens het Ductape op en af mijn mond. [4] Dat deden ze wel 4 a 5 keer of zo.
Toen gingen wij verder naar mijn huis. Daar aangekomen liep [medeverdachte 2] met mij mee.
[medeverdachte 2] hield mij wel vast toen we naar mijn woning liepen. [medeverdachte 2] was aan de telefoon in contact met [medeverdachte 1] en [verdachte] die in auto bleven. Er werd gezegd dat als ik iets zou doen, dan zouden [medeverdachte 1] en [verdachte] naar mijn woning komen. In de woning pakte [medeverdachte 2] mijn oude iPhone 6, die leeg is qua inhoud, op. Ze pakte mijn stijltang van 200 euro. [medeverdachte 2] eiste ook geld. Ik pakte mijn portemonnee en [medeverdachte 2] pakte er 50 euro uit. In de woning waren wij al een half uur of 20 minuten en [medeverdachte 2] was nog steeds aan de telefoon.
Toen zei [medeverdachte 2] door de telefoon dat [medeverdachte 1] en [verdachte] naar mijn woning moesten komen. [5]
Aangeefster [slachtoffer] heeft onder meer het volgende verklaard:
A: Zij zei: jij gaat mijn tank betalen. ik heb precies 30 euro betaald en dat wil ik van jou. [6]
V: Stribbelde je tegen?
A: Ja, in het begin wel. Ik geef niet zomaar toe. Ze zeiden: "Loop door. Mensen gaan politie bellen en kijken."
V: Waar op je lichaam werd je geslagen?
A: Waar niet? Overal.
V: Hoe werd je geslagen?
A: Allebei, vuist en platte hand. ik heb het gevoeld en gezien. [7]
Alle drie hebben zij mij geslagen en geschopt, dat heb ik gezien.
V: Wie spuugde er?
A: Alle drie.
O: In de aangifte verklaar je;
" [verdachte] trok ook een mes. Het was een mes met een zwart handvat en zilver lemmet. Het leek op een groot schilmes. [verdachte] hield dat mes meerdere malen tegen mijn keel."
V: Hoe deed ze dat?
A: Gewoon tegen mijn keel houden. Ze stond voor mij. [8]
A: [verdachte] zei: 'Ik ga hem doordrukken he. Laat mij dit mes niet door je keel halen." [9]
Aangeefster [slachtoffer] heeft onder meer het volgende verklaard:
V: Hoe maakte zij de trui kapot?
A: Ze pakte mij vast en sneed met dat mes door mijn trui, ik had mijn trui nog aan. Ik zag dat [verdachte] dit deed. [10]
V: Hoe ging dat in de brand steken van je jas?
A: Ik moest mijn jas uitrekken van hun alle drie. [verdachte] pakte mijn jas en liep richting de bosjes. Ik zag dat zij toen een aansteker erbij hield en dat. Daardoor zit dat gat dus in mijn jas.
O: In de aangifte staat: "Ze dreigde ook mijn haar in de fik te steken maar dat is gelukkig niet gebeurd."
V: Wie dreigde daar mee?
A: [verdachte] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] .
[verdachte] had toen ze dit zei een aansteker in haar handen.
In de aangifte staat:
"Ook is er dus een mes door die jas gehaald door [verdachte] "
V: Wanneer deed [verdachte] dat?
A: Ook weer bij het station, dezelfde plek.
V: Wie heeft jou met het mes bedreigd?
A: Dat was dus niet per se [medeverdachte 2] . Dat waren ze gewoon alle drie. [verdachte] zwaaide met dat mes. [medeverdachte 2] zei later in de auto: " [slachtoffer] je weet hoe graag ik een keer iemand neer wil steken, gewoon iemand neersteken. [11] Als ik wou had ik jou nu gewoon neergestoken". Ze zeiden ook nog dat ze mij wilde laten verkrachten, ze mij wilde laten werken als escort omdat een maagden meisje veel waard is.
V: Wanneer is dat haren trekken gebeurd?
A: De hele tijd. Tijdens het mishandelen, jas in de fik steken en in de auto. Ze deden dit alle drie.
V: Wie ging er spullen zoeken in je jas?
A: [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Ze gingen ook aan mijn kontzakken voelen.
V: Zijn de OV kaart en de airpods weggenomen?
A: Ja die ben ik kwijt. [12]
O; In het proces-verbaal van de collega's Amersfoort lees ik dat ze dreigden je naakt op de snelweg achter te laten als je naar de politie zou gaan
V: Wie zei dat?
A: [medeverdachte 1] en [verdachte] zeiden dit.
V: Had je de gelegenheid om weg te gaan?
A: Nee
A: Ze wilden mij in het midden, ik moest tussen hun in lopen zodat ik niet weg kon rennen. Ze hadden me niet echt vast maar ze deden soms een hand op mijn rug en zeiden "doe normaal, gedraag je normaal en doe alsof er niks aan de hand is" [13]
V: Hoe belde [verdachte] mensen?
A: Via Snapchat.
Terwijl die ductape om mijn handen zat moest ik het pakken en aan haar geven. Dit moest wel onder dwang. Alle drie zeiden ze eigenlijk als je nu niet je sleutels pakt leggen we je naakt op de snelweg neer. [verdachte] pakte mijn sleutels. [14]
O: In de aangifte staat: " [verdachte] dreigde ook dat ze een sigaret in mijn gezicht zou uitdrukken.
V: Had [verdachte] iets in haar handen toen ze dat zei?
A: Ja een brandende sigaret.
V: Wie filmde jou?
A: [verdachte]
V: hoe kom je broek die je aan had zo vies?
A: Ja omdat ze mij op de grond gooide.
V: Wat gebeurde er toen je op de grond lag?
A: Er werd gefilmd, ik werd geschopt, geslagen en er werd op mij gespuugd. [15]
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] staat onder meer het volgende:
Wij hoorden de vrouw ons het volgende verklaren:
Mijn naam is [slachtoffer] .
Ik hoorde [medeverdachte 2] zeggen dat zij mij en mijn familie dood gingen maken. [16]
Medeverdachte [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1] ) heeft onder meer het volgende verklaard:
A: Ik heb haar twee platte handen gegeven om wat zij over mij heeft gezegd. Dit was in haar gezicht.
V: Waren die platte handen met kracht?
A: Ja, ik heb sowieso kracht.
A: We wilde een sorry-filmpje. Dat wilde zij niet doen. Ze zat op de grond en rolde erover heen of zo. Wij hadden gewoon een filmpje met bepaalde namen zeg maar. Daar moest zij gewoon met haar gezicht op. Ik pakte haar gezicht vast zodat zij naar de camera zou kijken. Ik trok haar recht en hield haar vast.
O: Ik zie je een beweging maken met je handen.
A: Ja, aan haar haren zo recht houden om naar de camera te kijken.
Er is inderdaad een mes getrokken.
Er is kleding mee kapot gemaakt. Ze had de keus om haar haar in de fik te steken of iemand zou haar in de sloot gooien.
V: Wat is er precies met het mes gedaan?
A: Ik wist dat zij het mes bij zich had. Ze trok het mes en zwaaide met het mes in het gezicht, niet ertegenaan, van [slachtoffer] . Wij kwamen voor de spullen en het filmpje waarop ze sorry zou zeggen.
A: Ze ging kleding openscheuren voor niks. [17]
V: Hebben anderen haar geschopt of geslagen of gespuugd?
A: Ja, alleen van het bankje getrapt door anderen. [18]
[medeverdachte 2] gaf aan dat ze dan wel 30 euro voor het tanken wilde van [slachtoffer] .
[slachtoffer] ging achter in de auto zitten. ik ging voor haar zitten op de passagiersstoel. [verdachte] zat
achterin met [slachtoffer] .
Iemand zei: "ik ga haar vastbinden, dat is beter."
V: Waar is zij mee vastgebonden?
A: Met tape, dat lag in de auto. [19]
Ineens had zij tape op haar handen en mond. Om het overdrevener te maken. Toen zijn er nog wat filmpjes opgenomen.
V: Wat werd er gezegd op de filmpjes?
A: Ze moest sorry zeggen tegen een paar mensen. Ze is ook geslagen op de filmpjes volgens mij. [20]
A: Iemand zei dat ze de telefoon wilde hebben van [slachtoffer] . Een van de twee wilde die hebben. [slachtoffer] heeft de telefoon aan [medeverdachte 2] gegeven. Er was geen discussie.
V: Wat heeft [medeverdachte 2] meegenomen?
A: Ook een stijltang.
V: En geld?
A: Ja, 30 euro. [21]
V: Weet je waar die OV-kaart vandaan komt?
A: Iemand haalde de zakken van [slachtoffer] leeg op station Terwijde. [22]
A: Ik zei dat ik die 200 euro zou krijgen van [slachtoffer] . Als zij niet zou betalen dan zouden de films online gaan. [23]
[verdachte] heeft onder meer het volgende verklaard:
A: Ik zat achter in de auto.
V: Heb jij dat filmpje gemaakt?
A: ik heb dat filmpje gemaakt.
We hebben expres die tape op haar mond gedaan en gedreigd het filmpje online te zetten als ze niet zou betalen. We hebben tegen haar gezegd dat we ducttape om haar mond doen en haar vastbinden. Daarna hebben we gezegd dat als ze niet gaat betalen het filmpje online komt.
[medeverdachte 2] is met haar naar haar woning gegaan en ik had [medeverdachte 2] gebeld, voor als er iets mis ging.
O: En de ducttape.
A: Die hadden we omgedaan zodat ze niet kon schreeuwen en voor het filmpje.
V: Wie heeft de ducttape op haar mond gedaan?
A: Ik. [24]
V: Heb jij [slachtoffer] geslagen?
A: Ja, 1 keer.
V: Wat heeft [medeverdachte 2] allemaal gedaan richting [slachtoffer] ?
A: Ik weet niet wat ze in het hus heeft gedaan. Ze heeft haar geslagen. Ze is geschopt. [25]
V: Waarom werd [slachtoffer] vastgebonden?
A: Voor dat filmpje. Die bedreiging. Voor als we iets hadden, als zij niet zou betalen. Dan zouden wij een onderpand hebben. [26]
V: Wie heeft de tape om haar polsen gedaan?
A: ik. [27]
Medeverdachte [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2] ) heeft onder meer het volgende verklaard:
De anderen hebben haar OV gepakt en nog wat. [28]
Ze werd in de auto vastgebonden en ze werd gefilmd.
Toen ik voor het huis van [slachtoffer] was ben ik met haar mee naar binnen gelopen.
V: Je gaf aan dat iemand een mes had. Wie was dat?
A: Dat was [verdachte] .
V: Wat deed ze met dat mes?
A: Ze dreigde met dat mes en maakte haar jas stuk. ik was er ook van geschrokken.
V: Wat bedoel jij met bedreigen? Hoe ziet dat eruit?
A: Ze zei bijvoorbeeld ik ga je haar er afsnijden en met een aansteker steek ik je in de fik.
A: Wie deed die bedreigingen?
A: [verdachte] had het mes en dreigde met het mes en de jas kapot maken. Dat werd ook gefilmd en er werd gezegd die films gaan online. [verdachte] heeft alles gefilmd.
V: Wat deed [medeverdachte 1] ?
A: Die zei de films gaan online komen.
V: Wat bedoel je met fysiek?
A: Ja, toch wel haar slaan en schoppen en zo.
Toen heb ik aan het haar van [slachtoffer] getrokken en heb ik haar en klap gegeven. [29]
A: Tijdens de ruzie/gevecht bij de bosjes pakte [medeverdachte 1] de OV-kaart af van [slachtoffer] . Ze had dat uit haar jas gepakt. [30]
V: Wie heeft [slachtoffer] vastgetapet?
A: [verdachte] , want die zat achterin, ik was de bestuurder, [medeverdachte 1] als passagier en [verdachte] en [slachtoffer] achterin.
Ik liep terug naar mijn auto en hoorde dat [verdachte] [slachtoffer] filmde en belachelijk maakte in de auto. [31]
[verdachte] zou mij bellen om te kijken hoe het ging en om te horen wat er gezegd zou worden tussen mij en [slachtoffer] . [32]
Ze waren van plan het haar van [slachtoffer] in de fik te steken. [verdachte] dreigde met een sigaret bij [slachtoffer] .
A: Er is ook op haar gespuugd. Ja, de andere spuugde volgens mij op haar jas of in haar haar. [33]
Medeverdachte [medeverdachte 2] heeft onder meer het volgende verklaard:
O: In de aangifte staat dat [verdachte] een mes op de keel van [slachtoffer] plaatste.
A: Ja, dat heeft zij zeker gedaan.
Ze deed het lacherig en ze hield het mes met de scherpe kant op haar keel.
[medeverdachte 1] schopte tegen haar hoofd.
[verdachte] schopte tegen haar hoofd toen [slachtoffer] op de grond lag. [medeverdachte 1] verkocht haar een vuist tegen het hoofd van [slachtoffer] .
[verdachte] had constant het mes in haar hand. lk heb niet gezien dat zij het mes opborg. Ook heeft zij hier de jas van [slachtoffer] mee kapot gemaakt. Dit gebeurde niet heel voorzichtig. Ze maakte een soort sneetjes.
V: Wie kwam met de aansteker?
A: ik kreeg hem van [medeverdachte 1] en ik gaf hem door naar [verdachte] . [verdachte] hield hem bij het haar van [slachtoffer] .
Ze deed wel de aansteker aan. [34]
V: Is er tijdens de mishandeling goederen of geld geëist?
A: Ze hebben wel dingen uit haar jas gepakt. ik zag dat ze een OV-kaart pakte.
V: Is er nog gesproken over de vergoeding voor de benzine?
A: Volgens mij heb ik dat gevraagd, 20 euro voor de benzine volgens mij.
V: Zijn er filmpjes gemaakt?
A: Ja, door [verdachte] .
O: In de aangifte staat dat als [slachtoffer] geen 200 euro aan jullie zou betalen, de filmpjes online werden gezet.
V: Hoe zit dit precies?
A: Dat werd wel gezegd.
[medeverdachte 1] en [verdachte] zeiden in de auto ook dat als [slachtoffer] niet zou betalen, wij [slachtoffer] maar op
de snelweg achterlieten.
Ik belde met [verdachte] en [medeverdachte 1] .
O: Onderweg naar Amersfoort, worden er bedreigingen geuit richting [slachtoffer] . Er zou gezegd zijn dat als zij haar sleutels niet zou afgeven, zij naakt op de snelweg neergelegd zou worden.
A: Ja, dat klopt ook. Dat is gezegd door [medeverdachte 1] in de auto.
V: Zijn haar sleutel afgepakt?
A: Ja, in de auto. Volgens mij door [verdachte] .
A: [medeverdachte 1] gaf de tape aan [verdachte] . [verdachte] tapete de polsen van [slachtoffer] . [35]
A: Ja, de filmpjes waren van het parkeerplaatsje voor haar huis. Daar is gefilmd. lk hoorde dat [slachtoffer] nog sorry moest zeggen tegen mensen, meisjes en jongensnamen.
O: De tape zou meerdere keren van de mond van [slachtoffer] getrokken zijn en weer opnieuw erop
gedaan zijn.
V: Wie deed dit?
A: [verdachte] . Zij deed dit tijdens het filmen. Zij filmde ook zelf. [36]
A: ik heb die stijltang wel meegenomen. [37]
In het proces-verbaal ontvangst klacht door hulpofficier van justitie van verbalisant [verbalisant 3] staat onder meer het volgende:
De klacht werd gedaan door:
Achternaam: [slachtoffer]
Voornamen: [slachtoffer]
Geboren: [2001] .
De klaagster verzocht uitdrukkelijk om tot vervolging van de mogelijke dader(s) over te gaan.
De klaagster verklaarde tegenover mij het volgende:
“Ik doe aangifte van afdreiging en smaad.” [38]
[verdachte] heeft ter terechtzitting onder meer het volgende verklaard:
Het meeste klopt wel wat er is gebeurd. Ik vind mezelf verantwoordelijk, want ik was erbij. [39]
Bewijsoverwegingen
De rechtbank is op grond van de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen van oordeel dat de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen zijn en overweegt daartoe verder als volgt.
De rechtbank verwerpt de verweren van de verdediging met betrekking tot feiten 1 en 3. De rechtbank is op basis van de voornoemde bewijsmiddelen van oordeel dat [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] nauw en bewust hebben samengewerkt om voorwerpen van [slachtoffer] weg te nemen en daarbij geweld hebben gebruikt en hebben gedreigd met geweld. Uit de uiterlijke verschijningsvorm van de onder feit 1 bewezen verklaarde handelingen, zoals afgeleid uit de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen, blijkt bovendien dat het toegepaste geweld en de bedreiging met geweld mede gericht waren op het wegnemen van de in de bewezen verklaring genoemde voorwerpen. Dat geldt ook ten aanzien van feit 3, waarbij de rechtbank met betrekking tot het dreigen met de komst van [verdachte] en [medeverdachte 1] in het bijzonder betekenis toekent aan de omstandigheid dat [verdachte] en [medeverdachte 1] eerder die dag al geweld hebben gebruikt tegen [slachtoffer] (zoals bewezen verklaard onder feit 1). Uit de bewijsmiddelen kan ten aanzien van feit 3 bovendien worden afgeleid dat sprake was van de voor het medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking, aangezien [verdachte] en [medeverdachte 1] instructies gaven aan [medeverdachte 2] en [slachtoffer] en steeds telefonisch met elkaar in contact stonden.
Het verweer van de verdediging, inhoudende dat er geen sprake was van een vrijheidsberoving zoals onder feit 2 ten laste is gelegd, wordt naar het oordeel van de rechtbank weerlegd door de bewijsmiddelen.
Ten aanzien van feit 4 acht de rechtbank niet bewezen dat [verdachte] na 11 januari 2022 de poging tot afdreiging heeft voortgezet. De rechtbank spreekt [verdachte] daarom partieel vrij ten aanzien van de onder feit 4 ten laste gelegde pleegperiode na 11 januari 2022.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] :
feit 1:
op 11 januari 2022 te Utrecht, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen Apple AirPods Pro en een OV-chipkaart, toebehorende aan [slachtoffer] , welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden, dat verdachte en haar mededaders
- met die [slachtoffer] naar een afgelegen plek is/zijn gelopen en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd dat zij ( [slachtoffer] ) mee moest lopen en “Loop door. Mensen gaan politie bellen en kijken.”, en
- ( terwijl dit werd gefilmd) (vervolgens) die [slachtoffer] meermalen, tegen het lichaam heeft/hebben geslagen en/of (tegen de buik, althans het lichaam van die [slachtoffer] ) heeft/hebben geschopt en die [slachtoffer] op de grond heeft/hebben gegooid/geduwd en op/tegen die [slachtoffer] gespuugd en aan de haren van die [slachtoffer] heeft/hebben getrokken en
- ( daarbij) tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd: “Kankerhoer” en “Je verdient dit” en/of “Lekker voor je”, en
- ( vervolgens) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft/hebben getrokken en/of zichtbaar getoond en/of (meermalen) tegen de keel van die [slachtoffer] heeft/hebben gehouden en/of (daarbij) heeft/hebben geroepen: “Ik ga hem doordrukken hè. Laat mij dit mes niet door je keel halen.” en tegen die [slachtoffer] heeft/hebben geroepen dat zij (verdachte en/of haar mededader(s)) haar en haar familie dood gingen maken, en
- met een mes, althans met een scherp en/of puntig voorwerp, in de trui van die [slachtoffer] heeft/hebben gestoken en/of een mes door de trui van die [slachtoffer] heeft/hebben gehaald en
- ( vervolgens) tegen die [slachtoffer] hebben gezegd dat zij ( [slachtoffer] ) haar jas uit moest trekken en voornoemde jas heeft/hebben doorzocht en
- ( vervolgens) de AirdPods Pro uit voornoemde jas heeft/hebben gepakt en/of een OV-chipkaart (uit de broekzak van die [slachtoffer] ) heeft/hebben weggenomen en
- ( vervolgens) de jas van die [slachtoffer] in brand heeft/hebben gestoken en (tevens) heeft/hebben gedreigd de haren van die [slachtoffer] in brand te steken en een mes door de jas van die [slachtoffer] heeft/hebben gehaald en
- ( een groot deel van) dit voorval (steeds) hebben gefilmd en/of is/zijn blijven filmen en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd dat zij ( [slachtoffer] ) haar excuses op de film moest aanbieden;
feit 2, primair:
op 11 januari 2022 te Utrecht en Amersfoort, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, door
- ( nadat die [slachtoffer] is mishandeld en/of beroofd) met die [slachtoffer] naar de auto van [medeverdachte 2] te lopen en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer] te zeggen: “Doe normaal, gedraag je normaal en doe alsof er niks aan de hand is.”, en
- die [slachtoffer] met een mondkapje te blinddoeken en
- die [slachtoffer] te dwingen in te stappen en met hen, verdachte en haar mededaders mee te gaan in de auto van [medeverdachte 2] en
- ( in de auto) de handen/polsen van die [slachtoffer] met ducttape vast te binden en
- die [slachtoffer] te vervoeren en
- in de auto tegen die [slachtoffer] te zeggen: “ [slachtoffer] je weet hoe graag ik een keer iemand neer wil steken, gewoon iemand neersteken. Als ik wou had ik je nu gewoon neergestoken.”, en
- ( vervolgens) onderweg te stoppen bij een tankstation en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer] te zeggen: “Jij gaat mijn tank betalen. Ik heb precies 30 euro betaald en dat wil ik van jou.”, en
- die [slachtoffer] in de auto meermalen, in/tegen het gezicht te slaan en/of te stompen en die [slachtoffer] aan haar haren te trekken en
- ( in de auto) met een of meerdere mensen (via Snapchat) te bellen en tegen die [slachtoffer] te zeggen dat zij ( [slachtoffer] ) haar excuses aan die mensen moest aanbieden, omdat zij slecht over anderen had gepraat, en
- ( onderweg) de (huis)sleutels van die [slachtoffer] onder dwang door die [slachtoffer] af te laten geven en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer] te zeggen dat als ze dat niet doet ze (verdachte en/of haar mededader(s)) haar ( [slachtoffer] ) naakt op de snelweg neer gaan leggen, en
- tegen die [slachtoffer] te zeggen dat [slachtoffer] als hoer of escort moest gaan werken voor verdachte en/of haar mederdader(s) en dat zij ( [slachtoffer] ) als maagd veel geld op zou brengen en dat zij (verdachte en/of haar mededader(s)) die [slachtoffer] zouden laten verkrachten, en
- tegen die [slachtoffer] te zeggen dat zij (verdachte en/of haar mededader(s)) een sigaret in haar gezicht zou(den) uitdrukken (terwijl die [verdachte] een brandende sigaret vast had), en
- ( wederom) een tussenstop te maken en (daar) (nog meer) ducttape om de handen/polsen van die [slachtoffer] vast te binden en de mond van die [slachtoffer] met ducttape af te plakken en
- ( een groot deel van) dit voorval (steeds) te filmen en is blijven filmen en
- naar het huis van die [slachtoffer] te rijden en/of met die [slachtoffer] de woning van die [slachtoffer] binnen te gaan.
feit 3:
omstreeks 11 januari 2022, te Amersfoort, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een iPhone 6 en een stijltang en een geldbedrag, toebehorende aan [slachtoffer] , welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welke bedreiging met geweld hierin bestond, dat verdachte en haar mededaders
- met die [slachtoffer] naar de woning van die [slachtoffer] is/zijn gereden en
- ( terwijl zij naar de woning liepen) die [slachtoffer] (steeds) heeft/hebben vastgehouden en
- ( nadat [medeverdachte 1] en/of [verdachte] in de auto is/zijn achtergebleven) tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd dat als [slachtoffer] iets zou doen [medeverdachte 1] en/of [verdachte] naar de woning van [slachtoffer] zou(den) komen, en
- ( daarbij) (constant) in (telefonisch) contact met elkaar stonden en
- ( vervolgens) door die [medeverdachte 2] tegen die [medeverdachte 1] en/of [verdachte] (telefonisch) werd gezegd dat zij (nu) naar de woning moest(en) komen.
feit 4:
op 11 januari 2022, te Utrecht en/of Amersfoort, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door haar en haar mededader voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zichzelf of een ander, wederrechtelijk te bevoordelen, één persoon (te weten [slachtoffer] ), door bedreiging met smaad en/of smaadschrift en/of openbaring van een geheim, te dwingen tot de afgifte van een goed, te weten een geldbedrag van in totaal ongeveer 200 euro, (telkens)
- een of meerdere (vernederende) filmpje(s) van die [slachtoffer] heeft gemaakt en
- tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd dat zij ( [slachtoffer] ) 200 euro moest afgeven, anders zouden ze (verdachte en/of haar mededader(s)) de filmpjes rondsturen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf (telkens) niet is voltooid.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. [verdachte] is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. [verdachte] wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1: diefstal, voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 2, primair: medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden
feit 3: diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 4: medeplegen van poging tot afdreiging.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van [verdachte] uitsluit. [verdachte] is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN MAATREGEL

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd [verdachte] ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een jeugddetentie van 270 dagen, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 172 voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met als bijzondere voorwaarden de maatregel Toezicht & Begeleiding, waaronder ITB Harde Kern, elektronische monitoring, een contactverbod met de medeverdachten en het slachtoffer, een locatiegebod conform het deeladvies van 23 maart 2022, de plicht om mee te werken aan het verkrijgen van dagbesteding, ambulante behandeling bij De Waag, de plicht om inzicht te geven in haar middelengebruik en mee te werken aan behandeling, de plicht om mee te werken aan het verkrijgen van een passende woonvoorziening, de plicht om mee te werken aan alle aanvullende onderzoeken en behandelingen die SAVE noodzakelijk acht, de plicht om inzicht te geven in haar sociale contacten en social media accounts en een verbod om iets op internet te plaatsen over deze zaak of over het slachtoffer.
De officier van justitie heeft voorts gevorderd de te stellen voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat de rechtbank rekening dient te houden met de verminderde toerekenbaarheid en verzocht om de door de psychiater en de psycholoog voorgestelde afdoening te volgen door een voorwaardelijke jeugddetentie op te leggen en daaraan bijzondere voorwaarden te verbinden en die voorwaarden niet te verbinden aan een voorwaardelijke maatregel strekkende tot Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen (hierna: PIJ-maatregel).
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de maatregel heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van [verdachte] , zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
[verdachte] heeft zich schuldig gemaakt aan meerdere strafbare feiten, allen gericht tegen [slachtoffer] . [verdachte] heeft samen met anderen goederen van [slachtoffer] gestolen en daarbij fors geweld gebruikt en met een mes en een aansteker gedreigd met geweld dat tot ernstig en blijvend letsel kan leiden. Ook hebben zij [slachtoffer] voor langere tijd van haar vrijheid beroofd door haar te dwingen in de auto te stappen, geweld te gebruiken, haar in de auto met ducttape vast te binden en een mondkapje voor haar ogen te doen. Vervolgens heeft de [verdachte] samen met de medeverdachten nog goederen uit het huis van [slachtoffer] weggenomen. Bovendien zijn delen van de voornoemde gedragingen door de verdachten gefilmd, kennelijk met het doel om [slachtoffer] extra te vernederen of extra leed toe te voegen. Ook hebben de verdachten vervolgens een geldbedrag geëist, waarbij de vernederende filmpjes van de aangeefster online zouden worden gezet als zij niet zou betalen. [verdachte] heeft laten zien dat zij geen enkel respect heeft voor het eigendom van [slachtoffer] en haar lichamelijke integriteit. In de zaak van [verdachte] gaat de rechtbank ervan uit dat zij degene was die het mes op de keel van [slachtoffer] heeft gezet en een belangrijke rol heeft gehad in het laten escaleren van het conflict.
Uit de verklaringen van [slachtoffer] bij de politie en ter terechtzitting blijkt dat het handelen van [verdachte] niet alleen fysiek letsel bij [slachtoffer] heeft veroorzaakt, maar ook heeft geleid tot psychische klachten en bovenal haar veiligheidsgevoelens, zelfrespect en toekomstbeeld heeft aangetast. Een van de door de verdachten gemaakte video’s is daadwerkelijk verspreid via Telegram in een groep met bijna 100.000 gebruikers, die allemaal toegang hadden tot de video. De volledige naam van [slachtoffer] is daarbij genoemd. Het is de rechtbank niet duidelijk geworden wie de video op deze wijze heeft verspreid, maar de rechtbank acht wel aannemelijk geworden dat [verdachte] en medeverdachten deze video niet voor zichzelf hebben gehouden. Daarmee hebben zij het risico op verdere verspreiding genomen als gevolg waarvan [slachtoffer] moet leven met de angst om op elk willekeurig moment met het filmpje geconfronteerd te worden. De rechtbank rekent [verdachte] dit zwaar aan.
[verdachte] heeft op zitting weliswaar aangegeven dat zij spijt heeft van wat er gebeurd is en dat zij zich realiseert dat wat er gebeurd is ernstig is, maar de rechtbank is daar niet van overtuigd. Daarbij heeft de rechtbank ook betrokken dat [verdachte] zich in de periode na de schorsing van haar voorlopige hechtenis via ‘live’ op TikTok op laconieke wijze heeft uitgelaten over de zaak.
Persoon van de verdachte
Uit het uittreksel uit de justitiële documentatie van 14 juni 2022 van [verdachte] blijkt dat zij niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld. De rechtbank weegt dit niet in strafverzwarende of strafmatigende zin mee. De rechtbank heeft kennisgenomen van een psychiatrisch en een psychologisch Pro Justitia onderzoek, opgemaakt door K.F.J. Vonhögen, psychiater op 9 juni 2022, respectievelijk drs. R.C. Norp, GZ-psycholoog op 10 juni 2022. Uit deze rapportages volgt dat bij [verdachte] sprake is van een ontremd-sociaalcontactstoornis, een norm-overschrijdende gedragsstoornis en een stoornis in middelengebruik. Daarnaast is sprake van een bedreigde persoonljikheidsontwikkeling. Deze problematiek is al jaren aanwezig tot op heden en ten tijde van de ten laste gelegde feiten was er sprake van dezelfde problematiek. Verder is duidelijk geworden dat [verdachte] een grote spanningsbehoefte heeft, gericht is op het bevredigen van de eigen behoeften en vanuit deze combinatie impulsief kan zijn. De bestaande problematiek vanuit de hechtingsstoornis heeft ervoor gezorgd dat [verdachte] onvoldoende de consequenties overzag van haar gedragskeuzes. Vanuit de norm-overschrijdende gedragsstoornis heeft [verdachte] beperkte slachtofferempathie en heeft ze de neiging het ten laste gelegde te bagatelliseren. De deskundigen adviseren de rechtbank om bij een bewezenverklaring het ten laste gelegde in verminderde mate aan [verdachte] toe te rekenen. De factoren die vanuit de pathologie een rol speelden, zijn nog immer aanwezig en verhogen het risico op herhaling van een toekomstig gewelds- en/of vermogensdelict. Vanuit de risicotaxatie komt naar voren dat er sprake is van een matig verhoogd risico. Behandeling wordt noodzakelijk geacht om het recidiverisico te beperken. Echter ontbreekt bij [verdachte] een hulpvraag en is het van belang om in te steken op het vergroten van motivatie bij [verdachte] maar ook dat behandeling in een strak kader komt. Door de psychiater wordt ten aanzien van de bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling opgemerkt dat indien [verdachte] onvoldoende kan profiteren van de behandeling het risico bestaat dat zij een antisociale persoonlijkheidsstoornis ontwikkeld. Er wordt geadviseerd om bij een bewezenverklaring een deels voorwaardelijke jeugddetentie op te leggen met als bijzondere voorwaarden de maatregel ITB Harde Kern en ambulante behandeling. Een gedragsbeïnvloedende maatregel (GBM) of een PIJ-maatregel worden als een stap te ver gezien nu [verdachte] een beperkt strafblad heeft, er voorheen weinig is ingezet op forensische behandeling en zij en haar ouders gemotiveerd zijn voor behandeling, waardoor de deskundigen van oordeel zijn dat ze een kans moet krijgen in een lichter kader.
Voorts heeft de rechtbank kennisgenomen van een rapportage van Samen Veilig Midden-Nederland (SAVE) van 28 juni 2022, opgemaakt door S. Hafsi en N. El Addouti, reclasseringswerkers. Hieruit volgt dat [verdachte] – nadat haar voorlopige hechtenis per 23 mei 2022 werd geschorst – snel werk heeft gevonden als nagelstyliste. Doordat ze veel uren maakt is ze weinig thuis en dat zorgt voor spanningen in het gezin, die nog steeds regelmatig leiden tot escalatie. Ze probeert binnen de kaders de ruimte te zoeken en te pakken. De ouders hebben aangegeven geen vertrouwen in [verdachte] te hebben, omdat er in het verleden te veel is gebeurd en ze zich niet houdt aan de huisregels. Het is voor [verdachte] moeilijk om naar haar eigen aandeel te kijken. Ze legt alles buiten zichzelf en kan moeilijk grenzen van anderen respecteren. Ze gaat daarbij ook snel over de grenzen van zichzelf en anderen heen. Ook geven de behandelaars van De Waag aan dat [verdachte] een lange weg te gaan heeft om de behandeling te laten slagen en de kans op recidive te verkleinen. [verdachte] heeft baat bij structuur en duidelijkheid naast een intensieve behandeling, maar vindt behandeling niet per sé noodzakelijk. De reclasseringswerkers zijn bang dat als er niet voldoende geprofiteerd kan worden van de behandeling, dit nog tot verdere escalaties in de thuissituatie zal kunnen leiden en achten de kans groot dat er nieuwe strafbare feiten gepleegd zullen worden. Daarom en vanwege het feit dat [verdachte] al een paar keer heeft geroepen dat ze zal stoppen met de behandeling, maakt dat de reclasseringswerkers van mening zijn dat een voorwaardelijke PIJ-maatregel opgelegd dient te worden om de langdurige behandeling die [verdachte] nodig heeft te garanderen. Als dat niet zou worden opgelegd, schatten de reclasseringswerkers in dat [verdachte] het behandeltraject niet naar behoren zal afronden. Ze adviseren daarom de oplegging van een voorwaardelijke PIJ-maatregel met als bijzondere voorwaarden de maatregel Toezicht & Begeleiding, waaronder ITB Harde Kern, elektronische monitoring, een contactverbod met de medeverdachten en het slachtoffer, een gebiedsverbod conform het deeladvies van 23 maart 2022, de plicht om mee te werken aan het verkrijgen van dagbesteding, ambulante behandeling bij De Waag, de plicht om inzicht te geven in haar middelengebruik en mee te werken aan behandeling, de plicht om mee te werken aan het verkrijgen van een passende woonvoorziening, de plicht om mee te werken aan alle aanvullende onderzoeken en behandelingen die SAVE noodzakelijk acht en de plicht om mee te werken aan alle aanwijzingen van SAVE die tijdens het traject nader worden bepaald en/of voortvloeien uit het Pro Justitia.
De Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) heeft in het rapport van 5 juli 2022 net als SAVE geadviseerd om, bij een bewezenverklaring, de bijzondere voorwaarden te verbinden aan een voorwaardelijke PIJ-maatregel in plaats van aan een voorwaardelijke jeugddetentie. De reden daarvoor is, kort gezegd, dat [verdachte] niet intrinsiek gemotiveerd is voor behandeling. De Raad merkt ten aanzien van de bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling op dat het van belang is dat er behandeling plaatsvindt, gezien de levensfase waarin [verdachte] zich nu bevindt. Indien dit niet of onvoldoende gebeurd (waarbij wordt opgemerkt dat de behandeling een langdurig traject zal zijn), dan zal [verdachte] ook in haar volwassen leven tegen allerlei problemen blijven aanlopen.
De Raad is van mening dat de behandelnoodzaak zo groot is, dan behandeling ten alle tijden gewaarborgd moet worden. Vanuit pedagogisch oogpunt is er geen andere mogelijkheid om haar ontwikkelingsbedreiging te keren, dan door langdurige behandeling te waarborgen.
Door een voorwaardelijke PIJ-maatregel wordt voorkomen dat de behandeling van [verdachte] staakt als zij zich niet meer aan de bijzondere voorwaarden houdt. De door de Raad geadviseerde bijzondere voorwaarden komen overeen met de door SAVE geadviseerde voorwaarden.
Jeugddetentie
De strafbare feiten kunnen gedeeltelijk aan [verdachte] worden toegerekend. Gelet op de aard en ernst van de strafbare feiten kan niet kan worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt en de rechtbank acht in beginsel een onvoorwaardelijke jeugddetentie van lange duur passend en geboden. De rechtbank vindt het echter noodzakelijk dat [verdachte] snel de juiste behandeling en begeleiding krijgt. Momenteel krijgt [verdachte] in het kader van de schorsingsvoorwaarden hulp. Als [verdachte] terug de jeugddetentie in moet, doorkruist dat het ingezette hulpkader. Daarnaast neemt de rechtbank het advies van de psychiater en de psycholoog over om [verdachte] verminderd toerekeningsvatbaar te achten. De rechtbank zal daarom volstaan met een onvoorwaardelijke straf gelijk aan het reeds ondergane voorarrest (98 dagen jeugddetentie).
Voorwaardelijke PIJ-maatregel
Om een PIJ-maatregel op te kunnen leggen, moet zijn voldaan aan de verschillende voorwaarden die in artikel 77s van het Wetboek van Strafrecht zijn vermeld. Er was bij [verdachte] ten tijde van de feiten sprake van een ziekelijke stoornis en een gebrekkige ontwikkeling van haar geestvermogens, namelijk een ontremd-sociaalcontactstoornis, een norm-overschrijdende gedragsstoornis, een stoornis in middelengebruik en een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling. Voorts zijn de bewezen verklaarde feiten misdrijven waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer zijn gesteld en die zijn gericht tegen, dan wel gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam. De derde voorwaarde houdt in dat de PIJ-maatregel noodzakelijk is voor de veiligheid van andere personen of goederen. Omdat uit de gezamenlijke rapportages van de psychiater en de psycholoog blijkt dat de kans dat [verdachte] opnieuw strafbare feiten zal plegen wanneer zij niet op de juiste wijze zal worden behandeld verhoogd is en ook SAVE en de Raad de kans op recidive als hoog inschatten, wordt ook aan deze voorwaarde voldaan. Ten slotte moet de PIJ-maatregel in het belang van een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van [verdachte] zijn. Daarover overweegt de rechtbank als volgt.
De rechtbank ziet zich wat betreft de wijze van afdoening en het voorwaardelijke kader geconfronteerd met een verschil in zienswijze tussen enerzijds de psychiater en de psycholoog die adviseren te volstaan met een voorwaardelijke jeugddetentie en anderzijds SAVE en de Raad die adviseren een voorwaardelijke PIJ-maatregel op te leggen. Naar aanleiding van de rapportages van SAVE en de Raad en hetgeen namens hen ter terechtzitting naar voren is gebracht ten aanzien van de haalbaarheid van de bijzondere voorwaarden en de motivatie van [verdachte] , is de rechtbank van oordeel dat een voorwaardelijke jeugddetentie onvoldoende waarborgen biedt voor een positieve ontwikkeling van [verdachte] . Zij zal zich moeten houden aan de bijzondere voorwaarden die aan haar worden opgelegd, maar reeds gedurende de schorsing is gebleken dat de problematiek er juist in gelegen is dat [verdachte] zich in het verleden al meerdere malen aan (niet-strafrechtelijke) hulpverlening heeft onttrokken, dat [verdachte] telkens de grenzen van het toelaatbare opzoekt en dat in de relatief korte schorsingsperiode al incidenten hebben plaatsgevonden waardoor SAVE ter terechtzitting de rechtbank in overweging heeft gegeven om de schorsing van de voorlopige hechtenis op te laten heffen. Ook ter terechtzitting bleek [verdachte] geen hulpvraag te hebben en heeft zij tijdens de schorsing meerdere malen gezegd dat ze haar tijd wil uitzitten zodat ze er vanaf is. De rechtbank is met SAVE en de Raad van oordeel dat behandeling van de problematiek van groot belang is en acht het risico op onttrekking aan de voorwaarden te groot om te volstaan met een voorwaardelijke jeugddetentie. Het opleggen van voorwaardelijk jeugddetentie (of een GBM-maatregel) zou namelijk betekenen dat [verdachte] niet (verder) wordt behandeld als zij zich niet aan de voorwaarden houdt. De rechtbank is dan ook van oordeel dat oplegging van de PIJ-maatregel in het belang is van een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van [verdachte] , omdat dit de enige manier is waarop langdurige behandeling gewaarborgd kan worden om zo haar ontwikkelingsbedreiging te keren.
De rechtbank legt daarom aan [verdachte] de PIJ-maatregel op, maar in voorwaardelijke zin. Dat houdt in dat de PIJ-maatregel niet ten uitvoer zal worden gelegd wanneer [verdachte] zich de komende twee jaar aan alle voorwaarden zal houden. De rechtbank spreekt daarmee het vertrouwen in haar uit. De rechtbank gaat ervan uit dat de voorwaardelijke maatregel een stimulans zal zijn voor [verdachte] om zich voor de verschillende behandeldoelen in te blijven zetten en medewerking te verlenen aan de hulp en begeleiding. De rechtbank legt daarbij als bijzondere voorwaarden op de maatregel Toezicht & Begeleiding, waaronder ITB Harde Kern, elektronische monitoring, een contactverbod met de medeverdachten en het slachtoffer (met uitzondering van herstelbemiddeling), locatieverbod, de plicht om mee te werken aan het verkrijgen van dagbesteding, ambulante behandeling bij De Waag, de plicht om inzicht te geven in haar middelengebruik en mee te werken aan behandeling, de plicht om mee te werken aan het verkrijgen van een passende woonvoorziening, de plicht om mee te werken aan nadere diagnostiek en ambulante behandeling die daaruit voortvloeit, indien SAVE dit noodzakelijk vindt en daarbij de aanwijzingen van SAVE opvolgt en de plicht om SAVE in te lichten van welke social media ze gebruikmaakt en SAVE inzicht geeft in haar sociale contacten, waaronder contacten en gesprekken die ze heeft via social media.
Dadelijke uitvoerbaarheid
[verdachte] heeft zich schuldig gemaakt aan een misdrijf dat is gericht tegen dan wel gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Gelet op de ernst van dit feit en de persoon van [verdachte] zoals hiervoor is omschreven, is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat [verdachte] zonder de bijzondere voorwaarden opnieuw een dergelijk misdrijf zal begaan. Daarom zal de rechtbank bevelen dat de bijzondere voorwaarden die [verdachte] zullen worden opgelegd, dadelijk uitvoerbaar zijn.

9.BENADEELDE PARTIJ

[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 51.093,50. Dit bedrag bestaat uit € 1.093,50 materiële schade en € 50.000,- immateriële schade, ten gevolge van het aan [verdachte] ten laste gelegde.
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk en hoofdelijk wordt toegewezen tot een bedrag van € 4.350,-, te verhogen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft primair verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in haar vordering, nu niet duidelijk is of zij toestemming van haar bewindvoerder heeft gekregen om de vordering in te dienen. Voorts is er geen onderbouwing van de materiële schade toegevoegd en is onduidelijk gebleven wat voor psychisch letsel bij de benadeelde partij is ontstaan ten gevolge van deze feiten, omdat daar ook geen bewijsstukken bij zijn gevoegd. De raadsvrouw verzoekt de rechtbank om bij een gedeeltelijke toewijzing te volstaan met een bedrag van maximaal € 2.500,- en dit hoofdelijk op te leggen.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Ter terechtzitting is de benadeelde partij verschenen met twee begeleiders van Fivoor die tijdens de terechtzitting contact hebben gehad met de bewindvoerder van de benadeelde partij, waarbij de bewindvoerder toestemming heeft gegeven aan de benadeelde partij om de vordering in te dienen. De rechtbank heeft geen reden om aan die mededeling te twijfelen en acht de benadeelde partij daarmee ontvankelijk in haar vordering tot schadevergoeding.
Materiële schade
Naar het oordeel van de rechtbank is op grond van de bewijsmiddelen en de vordering van de benadeelde partij vast komen te staan dat de benadeelde partij materiële schade heeft geleden als gevolg van het bewezen verklaarde handelen. De rechtbank heeft bewezen verklaard dat de AirPods, de stijltang en de OV-chipkaart zijn weggenomen en dat de jas en de kleding zijn beschadigd door [verdachte] en haar mededaders. Aangezien de benadeelde partij geen onderbouwing van de schade heeft toegevoegd aan de vordering, maakt de rechtbank gebruik van haar schattingsbevoegdheid en de rechtbank schat de schade op € 400,-, welk bedrag de rechtbank toewijst. Ten aanzien van het gevorderde eigen risico en de extra reiskosten is de rechtbank van oordeel dat deze posten onvoldoende onderbouwd zijn. De schadeposten zijn gemotiveerd betwist en de benadeelde partij heeft geen afschriften overgelegd waaruit blijkt dat de schade is geleden ten gevolge van de bewezenverklaarde feiten. De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren ten aanzien van dit deel van de vordering
Immateriële schade
Naar het oordeel van de rechtbank is vast komen te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen immateriële schade heeft geleden. De benadeelde partij heeft geen bewijsstukken overgelegd met betrekking tot deze immateriële schade, maar naar het oordeel van de rechtbank brengen de aard en de ernst van de normschending (zoals omschreven onder het kopje ‘ernst van het feit’) mee dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen ervan voor de benadeelde partij zo voor de hand liggen dat immateriële schade door een aantasting in de persoon kan worden aangenomen. De rechtbank waardeert deze schade op een bedrag van € 3.000,-, waarbij de ernst van het letsel en hetgeen in soortgelijke gevallen wordt toegekend redengevend zijn geweest.
De rechtbank zal de vordering voor een totaalbedrag van € 3.400,- toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 11 januari 2022 tot de dag van volledige betaling.
[verdachte] is voor de schade naar burgerlijk recht met haar mededaders hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat [verdachte] tegenover de benadeelde partij voor dat hele bedrag aansprakelijk is. Indien een mededader een deel van het bedrag betaalt, is [verdachte] niet langer gehouden om dat deel te betalen (en vice versa).
De benadeelde partij heeft meer gevorderd dan de rechtbank zal toewijzen. De rechtbank zal de benadeelde partij in dat deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
[verdachte] zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [slachtoffer] aan [verdachte] de hoofdelijke verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 3.400,-, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 11 januari 2022 tot de dag van volledige betaling. Als door [verdachte] niet wordt betaald, zal deze verplichting niet worden aangevuld met gijzeling.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 36f, 45, 47, 77a, 77g, 77s, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg, 282, 312 en 318 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt [verdachte] daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart [verdachte] strafbaar;
Oplegging straf
  • veroordeelt [verdachte] tot een
  • bepaalt dat de tijd, door [verdachte] vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de jeugddetentie in mindering zal worden gebracht;
Oplegging maatregel
  • veroordeelt [verdachte] tot de
  • bepaalt dat deze maatregel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat [verdachte] de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
  • stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast;
  • als
  • zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
  • medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- als
bijzonderevoorwaarden gelden dat [verdachte] :
  • meewerkt aan de maatregel Toezicht & Begeleiding, waarvan de eerste zes maanden ITB Harde Kern en zich houdt aan alle aanwijzingen die door SAVE worden gegeven,;
  • meewerkt aan elektronische monitoring (GPS-variant);
  • op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [medeverdachte 1] (geboren op [2003] ), [medeverdachte 2] (geboren op [2002] ) en [slachtoffer] (geboren op [2001] ), zolang het Openbaar Ministerie dit noodzakelijk acht en waarbij in overleg met het Openbaar Ministerie een uitzondering kan worden gemaakt indien contact plaatsvindt in het kader van herstelbemiddeling,
  • zich niet bevindt in Amersfoort, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt en [verdachte] meewerkt aan elektronische monitoring op dit locatieverbod (een afbeelding van het verboden gebied is als bijlage 2 aan dit vonnis gehecht);
  • meewerkt aan het verkrijgen en behouden van een zinvolle dagbesteding in de vorm van (vrijwilligers)werk en/of onderwijs;
  • meewerkt aan ambulante behandeling bij De Waag of een soortgelijke instelling, ook als dit inhoudt TopZorg;
  • inzicht geeft in haar middelengebruik en meewerkt aan een behandeling hiervoor, indien dit door SAVE noodzakelijk wordt geacht, ook als dit inhoudt urinecontroles;
  • meewerkt aan het vinden van en verblijven in een passende woonvoorziening (begeleid/beschermd wonen) indien SAVE dit noodzakelijk acht;
  • meewerkt aan nadere diagnostiek en ambulante behandeling die daaruit voortvloeit, indien SAVE dit noodzakelijk acht en daarbij de aanwijzingen van SAVE opvolgt;
  • SAVE inlicht van welke social media [verdachte] gebruikmaakt en SAVE inzicht geeft in haar sociale contacten, waaronder ook begrepen contacten en gesprekken die ze heeft via social media;
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en [verdachte] ten behoeve daarvan te begeleiden;
Dadelijk uitvoerbaar
- beveelt dat de bijzondere voorwaarden en het toezicht door de reclassering dadelijk uitvoerbaar zijn;
Benadeelde partij
  • wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 3.400,-;
  • veroordeelt [verdachte] hoofdelijk tot betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 januari 2022 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, [verdachte] (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • verklaart [slachtoffer] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • veroordeelt [verdachte] ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt [verdachte] de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 3.400,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 januari 2022 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling niet aan te vullen met gijzeling;
  • bepaalt dat [verdachte] van haar verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als zij en/of (een van) haar mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Voorlopige hechtenis
- heft op het – reeds geschorste – bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.D. Groen, voorzitter, mrs. C. van de Lustgraaf en P.M. Leijten, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R. Jaâter, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 22 juli 2022.
Bijlage 1: de tenlastelegging
Aan [verdachte] wordt ten laste gelegd dat:
1
zij, op of omstreeks 11 januari 2022, te Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen Apple AirPods Pro en/of een OV-chipkaart, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of haar mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en), dat verdachte en/of haar mededader(s)
- met die [slachtoffer] via Snapchat en/of Instagram een afspraak heeft/hebben gemaakt (om een door [slachtoffer] geleende telefoon af te laten geven) en/of
- die [slachtoffer] (vervolgens) heeft/hebben ontmoet bij station Utrecht Terwijde en/of
- ( vervolgens) met die [slachtoffer] naar een afgelegen plek is/zijn gelopen en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd dat zij ( [slachtoffer] ) mee moest lopen en/of “Loop door. Mensen gaan politie bellen en kijken.”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of (daarbij) die [slachtoffer] aan haar armen mee heeft/hebben getrokken/gesleurd en/of
- ( terwijl dit werd gefilmd) (vervolgens) die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, tegen het lichaam heeft/hebben geslagen en/of (tegen de buik, althans het lichaam van die [slachtoffer] ) heeft/hebben geschopt en/of die [slachtoffer] op de grond heeft/hebben gegooid/geduwd en/of op/tegen die [slachtoffer] gespuugd en/of aan de haren van die [slachtoffer] heeft/hebben getrokken en/of
- ( daarbij) tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd: “Kankerhoer” en/of “Je verdient dit” en/of “Lekker voor je”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- ( vervolgens) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft/hebben getrokken en/of zichtbaar getoond en/of (meermalen) tegen de keel, althans het lichaam, van die [slachtoffer] heeft/hebben gehouden en/of (daarbij) heeft/hebben geroepen: “Ik ga hem doordrukken hè. Laat mij dit mes niet door je keel halen.” En/of tegen die [slachtoffer] heeft/hebben geroepen dat zij (verdachte en/of haar mededader(s)) haar en haar familie dood gingen maken, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of
- met een mes, althans met een scherp en/of puntig voorwerp, in de trui van die [slachtoffer] heeft/hebben gestoken en/of een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, door de trui van die [slachtoffer] heeft/hebben gehaald en/of
- ( vervolgens) tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd dat zij ( [slachtoffer] ) haar jas uit moest trekken en/of voornoemde jas heeft/hebben doorzocht en/of
- ( vervolgens) de AirdPods Pro uit voornoemde jas heeft/hebben gepakt en/of een OV-chipkaart (uit de broekzak van die [slachtoffer] ) heeft/hebben weggenomen en/of
- ( vervolgens) de jas van die [slachtoffer] in brand heeft/hebben gestoken en/of (tevens) heeft/hebben gedreigd de haren van die [slachtoffer] in brand te steken en/of een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, door de jas van die [slachtoffer] heeft/hebben gehaald en/of
- ( een groot deel van) dit voorval (steeds) hebben gefilmd en/of is/zijn blijven filmen en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd dat zij ( [slachtoffer] ) haar excuses op de film moest aanbieden, althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht )
2
zij, op of omstreeks 11 januari 2022, te Utrecht en/of Amersfoort, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd en/of beroofd gehouden, door
- ( nadat die [slachtoffer] is mishandeld en/of beroofd) met die [slachtoffer] naar de auto van [medeverdachte 2] te lopen en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer] te zeggen: “Doe normaal, gedraag je normaal en doe alsof er niks aan de hand is.”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer] (met een mondkapje, althans met een daarop gelijkend voorwerp) te blinddoeken en/of
- die [slachtoffer] te dwingen in te stappen en/of met hen, verdachte en/of haar mededader(s), mee te gaan in de auto van [medeverdachte 2] en/of
- ( in de auto) de handen/polsen van die [slachtoffer] met ducttape vast te binden en/of
- die [slachtoffer] (naar een onbekende plaats) te vervoeren en/of
- in de auto tegen die [slachtoffer] te zeggen: “ [slachtoffer] je weet hoe graag ik een keer iemand neer wil steken, gewoon iemand neersteken. Als ik wou had ik je nu gewoon neergestoken.”, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of
- ( vervolgens) onderweg te stoppen bij een tankstation en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer] te zeggen: “Jij gaat mijn tank betalen. Ik heb precies 30 euro betaald en dat wil ik van jou.”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer] in de auto meermalen, althans eenmaal, in/tegen het gezicht, althans het lichaam te slaan en/of te stompen en/of die [slachtoffer] aan haar haren te trekken en/of
- ( in de auto) met een of meerdere mensen (via Snapchat) te bellen en/of tegen die [slachtoffer] te zeggen dat zij ( [slachtoffer] ) haar excuses aan die mensen moest aanbieden, omdat zij slecht over anderen had gepraat, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- ( onderweg) de (huis)sleutels van die [slachtoffer] onder dwang door die [slachtoffer] af te laten geven en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer] te zeggen dat als ze dat niet doet ze (verdachte en/of haar mededader(s)) haar ( [slachtoffer] ) naakt op de snelweg neer gaan leggen, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of
- tegen die [slachtoffer] te zeggen dat [slachtoffer] als hoer of escort moest gaan werken voor verdachte en/of haar mederdader(s) en/of dat zij ( [slachtoffer] ) als maagd veel geld op zou brengen en/of dat zij (verdachte en/of haar mededader(s)) die [slachtoffer] zouden laten verkrachten, althans worden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of
- meermalen, althans eenmaal, tegen die [slachtoffer] te zeggen dat zij (verdachte en/of haar mededader(s)) een sigaret in haar gezicht zou(den) uitdrukken (terwijl die [verdachte] een brandende sigaret vast had), althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of
- ( wederom) (op een industrieterrein) een tussenstop te maken en/of (daar) (nog meer) ducttape om de handen/polsen van die [slachtoffer] vast te binden en/of de mond van die [slachtoffer] met ducttape af te plakken en/of
- ( een groot deel van) dit voorval (steeds) te filmen en/of is blijven filmen en/of
- naar het huis van die [slachtoffer] te rijden en/of met die [slachtoffer] de woning van die [slachtoffer] binnen te gaan;
( art 282 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
zij, op of omstreeks 11 januari 2022, te Utrecht en/of Amersfoort, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een ander, te weten [slachtoffer] , door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die ander en/of derde, te weten die [slachtoffer] wederrechtelijk heeft/hebben gedwongen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, te weten die [slachtoffer] heeft/hebben gedwongen om in de auto te stappen en/of met verdachte en/of haar mededader(s) mee te gaan, door
- ( nadat die [slachtoffer] is mishandeld en/of beroofd) met die [slachtoffer] naar de auto van [medeverdachte 2] te lopen en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer] te zeggen: “Doe normaal, gedraag je normaal en doe alsof er niks aan de hand is.”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer] (met een mondkapje, althans met een daarop gelijkend voorwerp) te blinddoeken en/of
- die [slachtoffer] te dwingen in te stappen en/of met hen, verdachte en/of haar mededader(s), mee te gaan in de auto van [medeverdachte 2] en/of
- ( in de auto) de handen/polsen van die [slachtoffer] met ducttape vast te binden en/of
- die [slachtoffer] (naar een onbekende plaats) te vervoeren en/of
- in de auto tegen die [slachtoffer] te zeggen: “ [slachtoffer] je weet hoe graag ik een keer iemand neer wil steken, gewoon iemand neersteken. Als ik wou had ik je nu gewoon neergestoken.”, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of
- ( vervolgens) onderweg te stoppen bij een tankstation en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer] te zeggen: “Jij gaat mijn tank betalen. Ik heb precies 30 euro betaald en dat wil ik van jou.”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer] in de auto meermalen, althans eenmaal, in/tegen het gezicht, althans het lichaam te slaan en/of te stompen en/of die [slachtoffer] aan haar haren te trekken en/of
- ( in de auto) met een of meerdere mensen (via Snapchat) te bellen en/of tegen die [slachtoffer] te zeggen dat zij ( [slachtoffer] ) haar excuses aan die mensen moest aanbieden, omdat zij slecht over anderen had gepraat, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- ( onderweg) de (huis)sleutels van die [slachtoffer] onder dwang door die [slachtoffer] af te laten geven en/of (daarbij) tegen die [slachtoffer] te zeggen dat als ze dat niet doet ze (verdachte en/of haar mededader(s)) haar ( [slachtoffer] ) naakt op de snelweg neer gaan leggen, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of
- tegen die [slachtoffer] te zeggen dat [slachtoffer] als hoer of escort moest gaan werken voor verdachte en/of haar mederdader(s) en/of dat zij ( [slachtoffer] ) als maagd veel geld op zou brengen en/of dat zij (verdachte en/of haar mededader(s)) die [slachtoffer] zouden laten verkrachten, althans worden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of
- meermalen, althans eenmaal, tegen die [slachtoffer] te zeggen dat zij (verdachte en/of haar mededader(s)) een sigaret in haar gezicht zou(den) uitdrukken (terwijl die [verdachte] een brandende sigaret vast had), althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of
- ( wederom) (op een industrieterrein) een tussenstop te maken en/of (daar) (nog meer) ducttape om de handen/polsen van die [slachtoffer] vast te binden en/of de mond van die [slachtoffer] met ducttape af te plakken en/of
- ( een groot deel van) dit voorval (steeds) te filmen en/of is blijven filmen en/of
- naar het huis van die [slachtoffer] te rijden en/of met die [slachtoffer] de woning van die [slachtoffer] binnen te gaan;
( art 284 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
3
zij, op of omstreeks 11 januari 2022, te Amersfoort, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een iPhone 6 en/of een stijltang en/of een geldbedrag van in totaal ongeveer 50 euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of haar mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en), dat verdachte en/of haar mededader(s)
- met die [slachtoffer] naar de woning van die [slachtoffer] is/zijn gereden en/of
- ( terwijl zij naar de woning liepen) die [slachtoffer] (steeds) heeft/hebben vastgehouden en/of
- ( nadat [medeverdachte 1] en/of [verdachte] in de auto is/zijn achtergebleven) tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd dat als [slachtoffer] iets zou doen [medeverdachte 1] en/of [verdachte] naar de woning van [slachtoffer] zou(den) komen, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- ( daarbij) (constant) in (telefonisch) contact met elkaar stonden en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd dat zij ( [slachtoffer] ) haar inloggegevens van Snapchat moest afgeven en/of
- ( vervolgens) door die [medeverdachte 2] tegen die [medeverdachte 1] en/of [verdachte] (telefonisch) werd gezegd dat zij (nu) naar de woning moest(en) komen, althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht )
4
zij, op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 11 januari 2022 tot en met 14 januari 2022, te Utrecht en/of Amersfoort, althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door haar en/of haar mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zichzelf of een ander, wederrechtelijk te bevoordelen, één of meer personen (te weten [slachtoffer] ), door bedreiging met smaad en/of smaadschrift en/of openbaring van een geheim, te dwingen tot de afgifte van een goed en/of het ter beschikking te stellen van gegevens en/of het aangaan van een schuld, te weten een geldbedrag van in totaal ongeveer 200 euro, (telkens)
- een of meerdere (vernederende) filmpje(s) van die [slachtoffer] heeft gemaakt en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd dat zij ( [slachtoffer] ) 200 euro moest afgeven, anders zouden ze (verdachte en/of haar mededader(s)) de filmpjes rondsturen en/of de ouders en/of het zusje van [slachtoffer] op gaan zoeken (en een mes tegen hun keel aanzetten), althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of
- ( via Instagram) die [slachtoffer] (dwingende) berichten heeft/hebben gestuurd en/of heeft/hebben gebeld, onder meer inhoudende: “Jo, weet je nog hoe laat?” en/of “Jo, wanneer kom je dat geld brengen?”, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf (telkens) niet is voltooid;
( art 318 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
Bijlage 2
Afbeelding verboden gebied

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij de in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal van 17 februari 2022, 1 maart 2022 en 28 maart 2022, genummerd 2022011417, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 301. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Een proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer] , pagina 17.
3.Een proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer] , pagina 18.
4.Een proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer] , pagina 19.
5.Een proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer] , pagina 20.
6.Een proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer] , pagina 28.
7.Een proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer] , pagina 30.
8.Een proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer] , pagina 31.
9.Een proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer] , pagina 32.
10.Een proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer] , pagina 37.
11.Een proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer] , pagina 38.
12.Een proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer] , pagina 39.
13.Een proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer] , pagina 40.
14.Een proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer] , pagina 41.
15.Een proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer] , pagina 43.
16.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 55.
17.Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 1] , pagina 144.
18.Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 1] , pagina 145.
19.Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 1] , pagina 146.
20.Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 1] , pagina 147.
21.Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 1] , pagina 149.
22.Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 1] , pagina 150.
23.Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 1] , pagina 151.
24.Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] , pagina 195.
25.Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] , pagina 196.
26.Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] , pagina 197.
27.Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] , pagina 198.
28.Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 2] , pagina 238.
29.Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 2] , pagina 239.
30.Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 2] , pagina 240.
31.Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 2] , pagina 241.
32.Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 2] , pagina 242.
33.Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 2] , pagina 244.
34.Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 2] , pagina 256.
35.Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 2] , pagina 258.
36.Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 2] , pagina 259.
37.Een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 2] , pagina 261.
38.Een proces-verbaal ontvangst klacht door hulpofficier van justitie, pagina 54.
39.Een proces-verbaal ter terechtzitting d.d. 8 juli 2022.