ECLI:NL:RBMNE:2022:3117
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake sluiting panden wegens drugshandel
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 3 augustus 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, de burgemeester van de gemeente Oudewater, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van 25 juli 2022, waarin werd besloten tot sluiting van twee panden in Oudewater voor de duur van zes maanden, met ingang van 3 augustus 2022. De sluiting was gebaseerd op een bestuurlijke rapportage van de politie, waarin werd vastgesteld dat in de panden vermoedelijk drugs werden verhandeld.
De voorzieningenrechter overwoog dat de procedure bedoeld is om in afwachting van de bezwaarprocedure een voorlopige maatregel te treffen, maar dat hiervoor 'onverwijlde spoed' vereist is. Verzoeker stelde dat zijn spoedeisend belang voornamelijk financieel was, omdat hij de hoge huursommen moest doorbetalen terwijl hij in detentie zat. Hij vreesde failliet te gaan en wilde afstand doen van de huurovereenkomst.
Echter, de voorzieningenrechter oordeelde dat een financieel belang op zichzelf geen reden is voor een voorlopige voorziening, tenzij er sprake is van een acute financiële noodsituatie. De rechter concludeerde dat verzoeker onvoldoende bewijs had geleverd van een dergelijke noodsituatie. Hij had geen compleet overzicht van zijn financiële situatie overgelegd en het was niet duidelijk of het besluit tot sluiting van de panden daadwerkelijk zou leiden tot een faillissement.
Daarom werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen spoedeisend belang was aangetoond en het besluit van de burgemeester niet evident onrechtmatig was. De uitspraak werd gedaan door mr. O. Veldman, in aanwezigheid van griffier mr. L. Ruizendaal-van der Veen, en werd openbaar uitgesproken op 3 augustus 2022.