In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Hilversum, gedateerd 18 januari 2022. De rechtbank Midden-Nederland heeft op 21 juli 2022 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiseres het griffierecht niet op tijd heeft betaald. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. In dit geval bedroeg het griffierecht € 50,-. De rechtbank heeft eiseres op 26 februari 2022 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Aangezien het griffierecht niet op tijd is ontvangen en eiseres geen geldige reden heeft opgegeven voor deze vertraging, kon de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is op basis van artikel 8:54 Awb. Er is geen sprake van een vergoeding van proceskosten, aangezien het beroep niet inhoudelijk is behandeld. De uitspraak is gedaan door rechter S.C.A. van Kuijeren, in aanwezigheid van griffier P.W. Hogenbirk, en is openbaar uitgesproken op 21 juli 2022.