In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Woerden, gedateerd 21 januari 2022. De rechtbank heeft geoordeeld dat de uitspraak op bezwaar onbevoegd is gedaan, omdat deze is ondertekend door een onbekende medewerker van de heffings- en vorderingsambtenaar van Coöperatie [Coöperatie]. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen duidelijke aanwijzing is dat de heffingsambtenaar als zodanig is aangewezen, en dat de publicatie van het interne mandaatregister niet voldoet aan de vereisten van de wet. De naheffingsaanslag parkeerbelastingen was opgelegd aan eiser voor het parkeren van zijn voertuig op 24 september 2021. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en de bestreden uitspraak op bezwaar vernietigd. Verweerder is opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met deze uitspraak. Tevens is verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten van € 759,- aan eiser, en moet het griffierecht aan eiser worden terugbetaald. De uitspraak is gedaan door mr. S.C.A. van Kuijeren op 22 juli 2022.